Cranes weet bovenzaal Paradiso in nog hogere sferen te krijgen

dromerige triphoprock van Engelse bodem

Ewout Mueller, ,

Cranes een veelbelovende band te noemen gaat niet echt op, ze zijn namelijk al sinds 1989 bezig. Maar nog steeds weten ze luisteraars en live-publiek te boeien en te roeren, zo ook afgelopen zaterdagavond in Paradiso. Helaas niet in de hoofdzaal, maar wel in een volle bovenzaal. Dat zijn alsnog te weinig mensen, want, Robert Smith van The Cure zegt niet voor niets over Cranes; savagely underrated!

dromerige triphoprock van Engelse bodem

Cranes (zonder The, wat je tegenwoordig wel zou verwachten, maar dat terzijde) is een Engelse band, maar is, in tegenstelling tot het overgrote deel van de Engelse scene, altijd erg Europees gericht. In veel landen hebben ze een trouwe aanhang weten op te bouwen, mede dankzij het vele touren. In 2001 namen ze dan ook een live-cd op in Italie. Ook op een zomerse zaterdagavond in Paradiso weten ze de bovenzaal zeer goed te vullen, ondanks de erg lage bekendheid in Nederland onder 'het grote publiek', en de beperkte cd-distributie hier. Er werden vooral nummers van de laatste cd Particles And Waves en van de voorgaande cd Future Songs gespeeld, aangevuld met een aantal oudere nummers. De sfeer onder zowel de bandleden als het publiek was erg vriendelijk en gemoedelijk en vertrouwd te noemen, en de band kwam onder luid applaus nog twee maal terug voor een toegift. Vooral op het einde wist de band soms de mooie rustige nummers op te laten gaan in intense uitbarstingen, waar de gemiddelde metalband nog iets van zou kunnen leren. De kracht zit tenslotte in de intensiteit en het contrast, niet in de volumeknop of het aantal bassdrumaanslagen per minuut. (ondergetekende moet hier met een knipoog bij vermelden dat dit geen kritiek op metal is, maar op de gemiddelde metalband) De muziek werd vergezeld van sfeervolle en tegelijk abstracte beelden, geprojecteerd aan de achterkant van het podium. Opvallende setlist-keuze (moedige ook, wellicht) was trouwens Light Song, een nummer met een compleet dissonante piano-partij. Cranes is al sinds 1989 bezig. De basis van de band wordt vanaf het begin gevormd door Alison Shaw en Jim Shaw. Inderdaad, broer en zus. Jim schrijft het grootste deel van de nummers, en Alison is de zangeres met de opvallende, markante stem, die misschien nog het best te vergeleken is met die van de zangeres van Lamb. De muziek zelf neigt richting Portishead, met vleugjes Slowdive, The Cure en Clan Of Xymox. Een referentie naar die bands belooft een band die een dromerige sfeer weet neer te zetten, met nummers die geen technische meesterwerkjes zijn maar wel ontzettend mooi zijn in al hun eenvoud. Ook weet Cranes de valstrik van ingetogen muziek, dat de muziek namelijk teveel op elkaar gaat lijken en daarmee een ondefinieerbare geheel zonder contrast wordt, te omzeilen door tussen en binnen de nummers voldoende afwisseling en variatie te hebben.Maar bovenal; er wordt een mooie balans gevonden tussen melancholie en opgewektheid, tussen uitgestrekte wolken en verblindend zonlicht, tussen grijstinten en felle kleuren. En zo was het ook het geval op deze avond in Paradiso. De bandleden speelden niet geheel foutloos, de zangeres kwam zoals altijd wat verlegen over, en de muziek zal wellicht door nietsvermoedende luisteraars saai gevonden kunnen worden. Maar voor wie graag in een gemoedelijke en dromerige gemoedstoestand getrokken wordt, en de muziek graag op zich in laat werken, was het een concert om van te genieten.