The Neville Brothers: Bejaardenfunk-familie na 12 jaar weer op Amsterdams podium

Oude heren staan nog steeds hun mannetje

Hans van der Linden, ,

Wat kan je verwachten van een optreden van een band, die je 12 jaar niet live hebt gezien en waarvan de oudste leden inmiddels ergens midden in de zestig moeten zijn? Tussen 1987 en 1993 heb ik de band vier keer hele goede optredens zien doen, maar ja: het zijn inmiddels wel oude mannen geworden...nieuwsgierigheid en scepsis bij deze terugkeer van the Neville Brothers naar Amsterdam.

Oude heren staan nog steeds hun mannetje

De band the Neville Brothers bestaat sinds 1977 en de kern wordt gevormd door vier broers: Art, Aaron, Charles (alle drie dik in de zestig) en Cyril (ergens begin vijftig, een nakomeling dus). Zij hebben hun sporen dan al ruimschoots verdiend in de muziek. Art en Cyril met de funkband the Meters, Charles in de New Yorkse jazz-scene en Aaron is tot dan toe solo succesvol. Al vanaf begin jaren tachtig grossieren de heren in een opzwepende broeierige mix van soul, funk, New Orleans en Afrobeat. In 1989 krijgen the Nevilles grote bekendheid met het, door Daniel Lanois geproduceerde, album "Yellow Moon". Met de gelijknamige single hebben ze een vette hit. Op deze winterse avond treden The Neville Brothers aan in een bijna uitverkocht Paradiso, zonder Art, maar met de geweldige ritme-sectie die hen altijd terzijde staat: bassist Tony Hall en drummer Willy Green. Het feit dat Art er niet bij is, heeft vermoedelijk te maken met optredens die hij met de heropgerichte (funky) Meters gaat doen, eind deze maand. Bij de opener "Can't stop the funk" van hun vorig jaar verschenen album "Walking in the shadow of life" worden gelijk alle twijfels weggenomen. Met dit pure funknummer grijpt de band flink terug naar zijn roots. Op de nieuwe, door onversneden funk gedomineerde plaat blijken nog meer van dit soort juweeltjes te prijken. Deze komen tijdens het concert dan ook langs, zoals het titelnummer met zeer fraaie samenzang. Nog zo een handelsmerk van the Brothers, want zingen kunnen ze allemaal. Een aantal swingende favorieten als "Voodoo", "Iko, Iko" en "Yellow Moon" passeren de revue. Als publieksfavoriet Aaron in de wat verstilde momenten een fraaie soulklassieker inzet, is er geen houden meer aan: Sam Cooke's "A change is gonna come"', Marvin Gaye's "What's going on?" en zijn eigen grote hit "Tell it like it is" worden op zijn eigen typische wijze gezongen. Ik heb me er altijd over verbaasd dat zo een grote man zo een merkwaardig hoog trillend stemgeluid heeft. Nee, dan is Cyril toch mijn favoriete vocalist van het stel. Zijn stem is robuuster en zijn stijl van zingen is veel uitbundiger en meeslepender. Zo serieus, stijf en stoïcijns als de voordracht van Aaron is, zo veel vitaliteit en plezier straalt eraf van het saxofoonspel en de zang van broer Charles. Maar de grootste verrassing van het concert is toch wel de oudste zoon van Aaron, Ivan Neville die Art vervangt. Hij speelt niet op van die modieuze digitale keyboards, maar heeft zich verschanst achter een analoge, heilige drie-eenheid, waarmee je deze soort muziek hoort te spelen: Fender Rhodes piano, Hohner Clavinet en Hammond B3 orgel. Wat hij uit dit laatste instrument voor klanken weet te toveren, grenst aan het onwaarschijnlijke. Daarnaast blijkt hij fantastisch te kunnen zingen en dirigeert hij het hele orkest. Midden in de set speelt de band een van hun New Orleans-nummers. In dit nummer is ruimte voor alle leden om te soleren en te improviseren en daarmee demonstreert de band zijn virtuositeit, waarbij een glansrol voor de ritme-sectie is weggeleged. Van mij mogen ze hiermee hele albums vullen. Enige hilariteit is er als ze de Melodians-klassieker "Rivers of Babylon" inzetten. Ze weten natuurlijk niet dat het nummer hier een wat dubieuze reputatie heeft door Boney M. In de toegiften zingt Aaron een prachtige uitvoering van "Amazing Grace", slechts begeleid door Ivan op het orgel. Waardig wordt er afgesloten met Bob Marley's "One Love". Een mooi einde waarin de Neville Brother alle scepsis wegnamen.