Mono en Soda P in Pakhuis Wilhelmina : Postrockemoindiecore

Mono walst genadeloos overal overheen

Ernst-Jan Jonkman, ,

Het was een beetje Ajax/Feyenoord afgelopen donderdag in Pakhuis Wilhelmina. Mono, uit Rotterdam en Soda P, uit Amsterdam speelden, waarbij die laatsten te kampen hadden met technische problemen en de eersten overal genadeloos overheen walsten (eh...ik weet niet of die voetbalvergelijking daar mank gaat. Ik heb eerlijk gezegd geen verstand van voetbal)

Mono walst genadeloos overal overheen

Als een redelijk onbeschreven blad kom ik terecht bij Mono en Soda P in ’t Cafe Pakhuis Wilhelmina. Van Mono heb ik afgelopen december twee nummers gezien in Club 3voor12, waaronder een covermedley van twee hip hop/r ’n b-nummers. Daar was ik erg van onder de indruk. Intens, hard, beetje Sonic Youth en zeer energiek en agressief. Soda P ken ik alleen van de stickers die al jaren door heel Amsterdam op vrijwel iedere lantaarnpaal en kroegplee te vinden zijn. Soda P heeft het moelijk. Na een goed begin, een sterke (post)rocker met aangename Amerikaanse indie-inslag, beginnen de technische problemen. Die vervolgens het hele optreden blijven doorwerken. Gitaarversterker kapot, weigerende electronica, het zit de band niet mee. Desondanks is de eerste helft van het optreden erg mooi. Dynamische nummers met gedragen en zeer zuivere zanglijnen, die bij mij de ‘emo-irritatiegrens’ geen moment bereiken, maar juist af en toe voor kippenvel zorgen. De nummers zitten duidelijk intelligent in elkaar, maar juist de jazzy Karate-neigingen zorgen ervoor dat de verveling ongeveer vanaf het midden van het optreden toe begint te slaan. De frisheid en dynamiek slaan om in soms oeverloos gepiel en te lange nummers. Het lijkt ook wel of de technische mankementen Soda P de moed in de schoenen doet zakken. Jammer. Mono walst vervolgens genadeloos overal overheen. Het Rotterdamse powertrio overdondert zoals ook verwante stadgenoot Feverdream dat kan. Muzikaal ongelooflijk strak en mathematisch groovend, terwijl de zang er manisch monotoon overheen schreeuwt. De ritmesectie is van doorslaggevend belang in dit genre. Bij Mono is dit aspect dik in orde. De metalige (jazz)bassound en de kale, maar steeds doeltreffende hardcore drumpartijen zorgen voor een flinke dosis adrenaline. Ook de inventieve noisy gitaarpartijen, voornamelijk gespeeld op een prachtige Fender Jaguar, kloppen als een bus. De reden dat ook dit optreden niet altijd volledig blijft boeien is de eerdergenoemde monotone zang. Als je twintig minuten murw gebeukt en overdondert bent, wat Mono absoluut fantastisch doet, wil je (uw recensent in ieder geval) ook wel eens wat variatie en melodie horen. Uiteindelijk brengt de band dan ook een erg goed rustiger nummer, met een veel toevoegende tweede stem van de drummer. Mede hierdoor eindigen ze weer ijzersterk. Goede band.