Het korte voorprogramma van Lester Osbourne, een in het verlengde van de Finn Brothers liggende band bestaande uit drums en zang/ gitaar weet even te boeien, maar wordt halverwege de set van een half uur toch wat saai en eentonig. Iets wat van de hoofdact niet te zeggen valt, want hoewel er vooral aan het begin ruimte is voor enkele songs van de nieuwste cd, is er vanavond vooral een gevarieerde set. Stukken van zowel de solocarrières van beide broers, als materiaal uit zowel de Spilt Enz en Crowded House periode komen voorbij. De set is goed uitgebalanceerd, waarbij er ruimte is voor de uitvoering van elke song en er nergens iets overhaast gedaan wordt. Het langzame wisselen van de gitaren na werkelijk iedere song en de daarbij vrolijk doorbabbelende broers, is daarvan het ultieme voorbeeld.
Zowel Neil als Tim spelen afwisselend elektrische en akoestische gitaar of piano, waarbij de zang soms net zo mooi tweestemmig is als we van de plaat kennen, maar op andere momenten ruimte voor een van beide wordt vrijgemaakt. Four Seasons in One Day wordt vervolgens opgedragen aan Paul Hester, waarbij Neil slechts met behulp van zijn akoestische gitaar, en onversterkt de zaal toezingt en mee laat zingen. Het is een van de songs van het alom gewaardeerde Woodface, wat vaak als Beatlesque wordt omschreven. Een karakterisering die ook vanavond duidelijk hoorbaar is, waarbij een instrumentaal stukje van enkele minuten een opbouw heeft die zelfs aan het beroemde einde van A Day in the Life van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band doet denken. Het is een leuk moment van de avond, waarbij beide mannen opgaan in hun muziek en beide meeknikken met de muziek: Neil knikt van wel, Tim van niet.
Na een wisselende set in gevarieerde songs is er na vijf kwartier tijd voor twee toegiften, waarin de krakers uit de kast gehaald worden. Weather with You, It’s Only Natural, Message To My Girl en zelfs Fraction Too Much Friction komen voorbij. Dit tot genoegen van het publiek, vooral voor de vrouw die net achter mij stond en het concert het niet waard vond als ze haar favoriete meezingers niet hadden gespeeld. Of ze daarbij refereerde aan de toegangsprijs van 35 euro weet ik niet, maar het is jammer dat de Finn broers het nog moeten of willen doen voor publiek wat verwacht het jeugdsentiment te krijgen. Ook de laatste Finn Brothers plaat, Everyone is Here, is namelijk een heel goede plaat, waardoor je jezelf af kan vragen waarom er nog zoveel oude hits gespeeld moeten worden. Want soms was het toch wel hoorbaar dat er met meer enthousiasme een nieuwer en onbekender lied werd ingezet dan een uitgemolken kraker als het overigens nog immer briljante Don’t Dream It’s Over.
The Finn broertjes in de Bijlmer Bierhal
Ook de Split Enz en Crowded House-hits kwamen voorbij
De Europese tour van The Finn Brothers verliep verre van vlekkeloos. De zelfmoord van oud Split Enz en Crowded House drummer Paul Hester zorgde in eerste instantie tot het verzetten en afzeggen van enkele van de geplande concerten, en vervolgens tot aanpassingen van het tourschema. Zo vond het geplande optreden voor het Utrechtse Vredenburg uiteindelijk plaats in de Amsterdamse Music Hall.