Maria McKee schittert in back-to-the-roots concert

één van de pareltjes van dit concert-seizoen

Hans van der Linden, ,

Maria McKee stond afgelopen woendag in Paradiso. Hans van der Linden zag haar voor het eerst in 1987 met de band Lone Justice en was haar daarna enigzins uit het oog verloren. Hij was zeer benieuwd naar Maria McKee in 2005 en werd niet teleurgesteld.

één van de pareltjes van dit concert-seizoen

De laatste keer dat Maria McKee in Nederland optrad is al weer bijna tien jaar geleden. Ik was haar eerlijk gezegd uit het oog verloren. Ik zou mijzelf niet een echte fan van haar willen noemen, maar toch beschouw ik haar als een artiest die elk moment een waar meesterwerk op de proppen kan komen, dus ik was zeer benieuwd naar dit optreden. Ze is in Europa op tournee om haar nieuwste album “Peddlin’ Dreams” te promoten. Haar muzikale carrière kent een wat grillig verloop. In 1985 was ze daar ineens, 18 jaar jong, en frontvrouw van de energieke country-punkband Lone Justice. De band had alles in zich om groot te worden en over belangstelling uit de platenindustrie viel niet te klagen, wat resulteerde in een platendeal met Geffen Records. Muzikale vrienden als Tom Petty, Steven van Zandt en producer Jimmy Iovine waren niets te beroerd om dit jonge talent een handje te helpen. Na de debuutplaat wordt, op keyboardspeler Bruce Brody na, de hele band ontslagen. In 1986 verschijnt het tweede album van een bijna nieuweLone Justice, Shelter, die wordt geproduceerd door Steven van Zandt en is veel meer een poppy country-rockplaat. Maria McKee bewijst met deze wat overgeproduceerde plaat wel degelijk goede liedjes te kunnen schrijven en de singles “Shelter” en “I found love” zijn redelijk succesvol. Ik zie Lone Justice voor het eerst op een verregend Pinkpop in 1987, waar zij als tweede band die dag spelen. Ook deze versie van Lone Justice overleeft de bandperikelen niet en vervolgens gaat ze verder als solo-artiest. De eerste soloplaat is een mix van country-rock, blues, gospel en ballads en toont de nogmaals het vooral veelzijdige vocale talent van Maria McKee, want ze kan ook nog eens fantastisch zingen. Met de rootsy opvolger “You gotta sin to get saved” levert ze weer een plaat met lekkere liedjes af, hoewel die soms lijdt onder een wat matte productie. De tournee die volgt brengt haar in juni 1993 in Paradiso, waar ze een uitstekend optreden geeft. Het duurt maar liefst 3 jaar tot de volgende plaat, Life is sweet, uitkomt. Ik kan me voorstellen dat de echte fans het als haar meesterwerk beschouwen, maar ik vond dit album en het concert in de Melkweg destijds nogal “over the top”. Het was mij iets teveel melodrama en hysterie. Met haar nieuwste plaat, waarvoor zij de nummers samen met haar echtgenoot Jim Akin schreef en heeft opgenomen, is zij weer terug bij haar country-roots. Op “Peddlin’Dreams” een aantal uitstekende liedjes. Bij het optreden in Paradiso wordt ze prima begeleid door dezelfde band als op de plaat. Een lekker rocknummer als “Shelter” klinkt ineens veel beter dan destijds op de plaat dankzij deze droomband en hetzelfde kan gezegd worden van de Carole King/Gerry Goffin-cover “I can’t make it alone”. Juist de meer verstilde nummer en ballads komen door het zeldzaam mooie zaalgeluid bijzonder goed uit de verf. In de nummers waarin ze alleen zichzelf begeleid op gitaar of piano krijgt haar stem alle ruimte om te laten horen wat ze kan. Dan blijkt dat ze ook nog beter is gaan zingen. Verdwenen is de hysterie uit de tijd van “Life is Sweet” en alles wat ze met die ongelofelijke stem doet is prachtig en beheerst. Als ze alleen op piano dan ook nog een mijn meest favoriete Neil Young-liedjes (Barstool Blues) zingt, kan voor mij de avond niet meer stuk. “Peddlin’ Dreams” is nog niet het absolute meesterwerk waarop ik zit te wachten, maar dit optreden was wel één van de pareltjes van dit concert-seizoen.