We keken er lang naar uit, mijn muziekvriendinnetje en ik. Devendra Banhart, de talentvolle singer-songwriter met Venuzuelaanse roots, kwam weer naar Nederland. In het kader van het Holland Festival kwam hij twee avonden in het heerlijk intieme Bimhuis spelen, met begeleidingsband. De avond van te voren kwam hij al naar Club 3voor12 om zijn lief met CocoRosie te zien spelen. Maar hij was al een week in Amsterdam, onder andere om nieuwe nummers op te nemen. En die vervolgens deze avond te testen.
Zo opende hij gelijk met drie nieuwe songs, waarvan de tweede in het Spaans. Dapper, maar hij kon het maken. Want verdomme nou, wát een liedjes. Het redelijk goed gevulde Bimhuis hield zijn adem in. Men hoopte dat de magie van ’s mans platen maar enigszins in de buurt kon komen. Daar had Devendra niet lang voor nodig. Al bij de eerste nummer wist de zanger in zijn eentje de zaal naar elkaar te laten knikken met een blik waaruit opluchting straalde. Ja, dit ging heel speciaal worden. En dat werd het ook. Zijn band was eveneens voorzien van een baard, waardoor je soms het idee naar een jaren 60 band te kijken. Afgezien van de drummer, maar met een (zelfgebreide) baard werd dat euvel verholpen. Het zorgde voor een van de vele komische noten tijdens een briljant concert. Al tijdens het tweede nummer kreeg hij bovengetekende in tranen, en dat was al lang niet meer gebeurd. Dat dat niet eens door de teksten kwam (want: het nummer was in het Spaans) zegt al genoeg. Het is die Stem. Met zijn timbre, timing, zeggingskracht en bovenal Gevoel is de jonge Banhart in staat om zelfs te ontroeren door het telefoonboek voor te dragen. Daarmee hebben we gelijk een van de kenmerken van de free folk beweging te pakken. Want niet alleen Devendra heeft een aparte en hemeltergend mooie stem, ook Antony en CocoRosie hebben bijzondere (mooie) stemmen.
Des te grappiger was het om tussen de nummers door Devendra te zien geinen met zijn bandleden en het publiek. De tranen zaten nog nat op de wangen terwijl je zat te ginnegappen om aankondigingen dat ze ‘Watskeburt’ gingen coveren, of om de onbeholpen dansbewegingen van Banhart zelf. Hartverwarmend, zelfs. Hoewel hij er dankzij zijn uiterlijk uitziet als de fluitspelende kraker die voor de deur van je AH zit, zou je hem gelijk in de armen willen sluiten. Is het niet door zijn verschijning dan toch door zijn muziek. Fans die verwachtten dat ze de juweeltjes van de albums Nino Rojo of Rejoicing in the Hands te horen zouden krijgen, werden mager bedeeld. Wél kregen ze een hele sloot nieuwe nummers te horen, die zeker niet onder doen voor het materiaal van deze twee albums. De enige mindere nummers die vanavond werden gespeeld, waren de twee liedjes die geschreven waren door de beide gitaristen die in Devendra’s band zitten. Ook de covers (Lauren Hill, Canned Heat) waren iets minder, met uitzondering die van Simon Diaz. Helaas bleef het maar bij één toegift van twee liedjes. Maar toen was wel duidelijk dat het misschien toeval is dat Devendra qua uiterlijk op Christus lijkt, maar dat het géén toeval is dat de C van Christus de ontbrekende letter is bij Devendra’s initialen.
Devendra Banhart: een lach en een traan
Banhart en bebaarde band bespelen Bimhuis
Dat het Holland Festival veel te bieden heeft voor de popliefhebber, was met optredens van Múm en Jamie Liddel al eerder duidelijk. Maar niet alleen elektronische popmuziek was vertegenwoordigd op het festival. Devendra Banhart, waarschijnlijk de meest talentvolle gitaarspelende singer-songwriter van de free folk beweging, was ook geboekt voor het festival. Tweemaal, maar liefst.