Internationale klasse ondergronds

Zeal (nl), Confuse the Cat (Be), Logh (S) in Winston International

Klazien Schaap, ,

Amsterdam Underground, organisator van obscure harde bandjesavonden, pakte het afgelopen donderdag relatief zachtjes aan. In Winston International speelden Zeal uit Apeldoorn, gevolgd door het Belgische Confuse the Cat en Logh uit Zweden. Alle drie bands die zich in de ‘emo’ hoek van de onafhankelijke rock bevinden, ook al mag je dat allemaal niet zo noemen van de mensen zelf.

Zeal (nl), Confuse the Cat (Be), Logh (S) in Winston International

Altijd goed de flyer van Winston lezen ! Bands beginnen daar namelijk precies op de tijd die op die flyer staat aangegeven. Heel logisch eigenlijk, maar eenmaal afgeleerd om op tijd te komen bij andere podia, pik ik nog net het laatste nummer mee van Zeal, die slechts een half uurtje blijkt te hebben gespeeld. Het is stampvol in de Winston. De scene van de Amsterdamse ondergrondse blijkt er zo zijn eigen looks op na te houden. Altijd leuk om het in een passend hokje te stoppen: veel jongens en meisjes met asymmetrische kapseltjes en grote brillen. Wat dat betreft is mijn voorkomen, onbedoeld overigens, nog aardig gecamoufleerd in dit gezelschap. Alleen dansen, daar doen ze niet aan. Naast alle indie-rock adepten is er een onverwacht grote delegatie van de redactie komen opdagen vanavond en dat is altijd handig om een wat breder beeld te krijgen. Zo wist een van onze reporters Rianne van der Molen te vertellen dat Zeal vanavond wel met sterke en zorgvuldig gecomponeerde arrangementen kwam, maar dat de zangeres niet echt vaardig met haar stem omgaat. Als de zang niet goed is, is de lol er al snel af, dus was het helemaal niet zo’n slecht idee om slechts een half uurtje te spelen. Nog veel uren maken in de oefenruimte, dan komt het met deze band wel goed. Want het zit er echt wel in. Grote verrassing van de avond: Confuse the Cat. Dit project komt voort uit de vorige band van voorman Geert Plessers, Reiziger. Confuse the Cat liet op het laatste Motel Mozaïque festival al zien een heel relevante indie-pop formatie te zijn. Vanavond klinken ze dan ook strak. Er is helaas weinig direct contact met het publiek, of zou dat bij het genre horen? Echter, deze gerichtheid op de binnenwereld lijkt de muziek alleen maar ten goede te komen. De nummers zijn opgehangen rond sfeervolle gitaarpartijen. De naturelle zang van Geert past daar goed bij en wordt daarin af en toe aangevuld door gitarist Christophe. Dat komt vaak neer op lekker synchroon schreeuwen, zonder dat het pathetisch wordt. Toegankelijke liedjes met kop en staart. Niet te lang, niet te kort. Bijzondere, onverwachte composities zonder ‘ingewikkeld’ over te komen. Het is juist verrassend simpel en natuurlijk. Ze laten technisch wel eens een steekje vallen, maar vervallen nergens in ellenlange onzin, waar dit gitaargeoriënteerde genre toch vaak gevoelig voor is. Dan Logh. Dit optreden heeft van te voren heel wat media-aandacht gekregen en ook hun regelmatige verschijning in Nederland heeft er voor gezorgd dat veel mensen juist op deze band zijn afgekomen vanavond. Op het podium is het dringen. Zes slaperig ogende jongens vullen het samen met hun grote voorraad gitaren en andere instrumenten helemaal op. Slapen zal ook het thema worden van dit optreden. Want als je denkt dat dit lijvige sextet met al hun gitaren een muur van geluid gaat opbouwen, dan zit je er ver naast. Dit is een Minimalistische Band. Na de soundcheck met publiek vangen ze zonder aankondiging aan. Logh schildert met gitaar zeer afwisselende winterlandschappen. Trage, lang uitgesponnen slaapliedjes waar de warme stem van Mattias Friberg zachtjes overheen zoemt. In dit opzicht is het eigenlijk best lekker en het duurt dan ook niet lang voordat ik indommel en van mijn barkruk afkantel. Het is weer eens wat anders dan uitbundig dansen. Dat is ook niet echt mogelijk gezien de vele tempo- en koerswisselingen binnen de nummers, wat ze ietwat richtingloos maakt. Echter, de prijs van het zorgvuldig opbouwen van intieme sferen, is dat het grote concentratie vergt van het publiek, iets wat de meeste Winston-gangers niet kunnen opbrengen. Er wordt dan ook vrolijk, maar respectloos over de nummers heen gebabbeld. Misschien meer iets om stilletjes thuis voor het slapen gaan te beluisteren? Gaap… Enfin, na de show werd het toch nog gezellig met wat extra drank en indie-pop van de plaatjesdraaiers.