Doordat ik niet goed op het blokjesschema had gekeken, en toen maar de achteraf foutieve aanvangstijd van de site van Paradiso had aangehouden, bleek de eerste band bij mijn binnenkomst al uitgespeeld te zijn. Dus begint mijn avond niet met Soundsurfer, maar met Lilian Hak. Het is jammer dat zij al zo vroeg geprogrammeerd staat, want haar elektronische muziek, versterkt met live gitaar, had het wat later op de avond waarschijnlijk beter gedaan. Toch heeft Lilian er zin in en speelt ze enkele aanstekelijke nummers. In het laatste nummer heeft ze wat last van technische problemen juist dat nummer komt wat geforceerd over. De beats zijn net even te gemakkelijk, de gitaarritmes net te veel en te lang en haar zang te geforceerd. Want waar haar zang in enkele voorgaande nummers juist zo mooi aansloot bij haar muziek, zijn de kreten ditmaal net iets te veel. Het publiek is nog niet helemaal warm en sluit Lilian nog niet in de armen, maar in een herkansing zal Lilian dit zeker voor elkaar gaan krijgen, want ze liet zien over veel talent te beschikken.
Een minder getalenteerde band, maar wel degelijk werk afleverend is het Belgische Hulk. Gedurende de set is het bij ieder nummer opnieuw de vraag wie als eerste de rifjes bij de passende invloed weet te plaatsen. Alles lijkt op iets bekends. En of dat nu The Stooges, Led Zeppelin, AC/DC of Danko Jones is, Hulk gebruikt het en beukt er vervolgens met een eigen variatie aardig op los. Het gebrek aan originaliteit overschaduwt echter het geheel. En hoewel Hulk tijdens de show zeker op sympathie rekenen, is veel direct na het optreden al weer net zo snel vergeten.
Dan wederom een Belgische band, die vanavond toch al in de meerderheid blijken te zijn. Er staan drie gitaristen op het podium, maar ik vraag me af waarom, aangezien de band uiteindelijk een vrij oppervlakkig geluid produceert. Tijdens het concert verneem ik van een andere toeschouwer dat de meervoudige zang een van de grootste troeven van de band is, maar dat dit er vanavond niet lekker uitkomt. Een terechte opmerking, want de zang kabbelt wat met de muziek mee. Zodra de band meer lagen in de muziek weet aan te brengen, zoals in enkele nummers al enigszins gebeurt, zal dit de spanning tegoed doen. Voor vanavond is het echter nog niet voldoende om het publiek te overtuigen.
Wat tussendoor bijna vergeten zou worden is dat de avond is bedoeld om tussen de bedrijven door een aantal awards uit te reiken. Het wordt door veel aanwezigen dan ook als een soort bijzaak gezien, en het is jammer dat niet alle genomineerden deze avond spelen. Voicst krijgt de kans een zeer kort optreden van een nummer te geven, nadat ze de award voor beste album nationaal door Hans Dulfer overhandigd hebben gekregen. Op het langdradige verhaal van Dulfer zit echter niemand, inclusief band, te wachten. Tijdens het wel erg korte verrassingsoptreden laat Voicst wel weer even horen waarom ze de terechte winnaar van deze award zijn.
Even later speelt in de grote zaal Green Lizard, de band waarvoor veel mensen zijn gekomen. De band heeft op mij nooit een grootse indruk weten te maken, en vanavond komt daar geen verandering in. Vooral het jongere publiek wordt door deze band aangesproken, wat onder andere blijkt uit een spontane groupshug on stage door drie jonge vrouwelijke fans met de gitarist, die vanavond voor het laatst met Green Lizard meespeelt. De muziek is zoals bekend is van Green Lizard, en een degelijke set wordt door de fans zeker enthousiast ontvangen, maar de spetters vlogen er niet af.
Iets wat even later wel gebeurt in de bovenzaal, waar The Rhythm Junks met de originele bezetting van vier blazers, drums, bas en Steven de Bruyn in een glansrol op mondharmonica een swingende set neer zet. Hans Dulfer speelt even mee, waarbij een saxonfoon battle het geheel tot grootse hoogten laat stijgen. The Rhythm Junks weet in de rest van de songs misschien nog wel meer te overtuigen, en ze hebben de kleine zaal enthousiast weten te maken voor nog meer Belgische muziek van deze avond.
Want een vergelijkbare apotheose als bij The Rhythm Junks ontstaat bij de laatste Belgische band van vanavond. Triggerfinger zet rond middernacht met gemak het beste optreden van de avond neer. Zelfs wanneer ze in een redelijk vroeg stadium te horen krijgen dat ze nog maar een nummer kunnen spelen, laten ze zich muzikaal niet uit het veld slaan. Er is op dat moment nog geen half uur gespeeld en zowel band als publiek verbazen zich dat ze zo kort de tijd krijgen om te spelen. Nog vreemder als je bedenkt dat middelmatige bands in de grote zaal redelijk veel speeltijd krijgen, maar de eerste band die op toeval van het publiek kan rekenen na een veel kortere set al moet stoppen. Zanger gitarist Ruben Block vertelt me achteraf dat ze te horen hadden gekregen dat ze als laatste zouden spelen en daardoor 40 minuten hadden, en dat zelfs nog uit mocht lopen naar een uur. Door een programmawijziging is er echter na hen nog een band, waardoor er echt nog maar plaats voor een nummer is. Triggerfinger laat zich echter niet uit het veld slaan en zet met behulp van Steven de Bruyn van The Rhythm Junks een cover van Creedence Clearwater Revival’s Commotion in. Wat volgt is een oervorm van opzwepende rockmuziek, harmonica solo’s, vibrerende gitaren en de nog immer feilloze basis van drums en bas. En als een dikke tien minuten later de song eindelijk tot een einde wordt gemaakt, is slechts de medewerker die aangaf dat er nog maar een song gespeeld mocht worden niet in zijn humeur.
Het was een waardig slot van de avond geweest, maar door het uitlopen van het programma in de benedenzaal en een wijziging in het programma beginnen er om half een nog twee bands te spelen. Dat is jammer, want ten eerste spelen beide bands tegelijkertijd, en ten tweede houdt veel publiek op te late tijdstip voor gezien omdat morgen weer een (werk) dag voor de boeg staat. Er zijn simpelweg teveel bands, te lange onderbrekingen voor de uitreikingen van de awards, en in enkele gevallen wat te lange speeltijd. Het publiek is hier de verliezer van, want velen van hen zien zodoende twee uiterst talentvolle Nederlandse bands niet.
Artefact loopt al even mee, maar staat uiteindelijk in een behoorlijk leeggelopen grote zaal. Dat is moeilijk, maar voor de geïnteresseerde luisteraars wel een mooie afsluiting van de avond. Ik zie er echter maar een klein stukje van, omdat ik vandaag besluit te kiezen voor de MeloManics, die tegelijkertijd spelen in de bovenzaal. En waar ik ze tijdens hun Grote Prijs optreden in de Melkweg nog vernieuwend, maar net niet lekker klinkend vond, blijkt dat laatste vanavond geen probleem. Het geluid is ditmaal veel beter en al zijn ook hier niet al te veel mensen gebleven om de laatste band te zien, de band weet toch een sterke set neer te zetten. Discorock lijkt weer helemaal hip te worden, en met een opzwepende mix van live drums en gitaren met elektronische geluiden weten de wederom in het mooi rood gehesen heren van MeloManics na Triggerfinger als tweede opeenvolgende band in de kleine zaal een ijzersterke indruk te maken.
Het is een goed slot van een leuke avond met (te) veel, maar vooral veelzijdige bands. Voor een volgende editie zouden minder bands voor de kwaliteit, het publiek, en de bands zelf, een verbetering zijn. Dan kunnen de getalenteerde bands eerder voor een groter publiek spelen en hoeven middelmatige bands geen grote zaal proberen te overtuigen.
Kink FM NightLiveXS Awards in Paradiso
teveel bands maar wel veel verscheidenheid
Er stonden veel bands geprogrammeerd op de eerste Kink FM NightLiveXS Awards avond in Paradiso. Te veel bands. Maar tussen enkele minder overtuigende bands, nogal melige awards en uitreikingen, en een gezellige sfeer in de kelder door, wisten enkele acts een goede set neer te zetten. Het was een avond van verscheidenheid, waarin Triggerfinger, Melomanics en Voicst de show stalen, terwijl Lilian Hak en A Brand lieten zien aardig op weg te zijn.