Een wisselvallige avond met the Bravery en K-Tsjoem

Maar K-Tsjoem-avonden zijn altijd leuk !

Jacqueline Reboir en Erik Verkoyen, ,

De K-Tsjoem-avonden staan altijd in onze agenda. Interessante nieuwe bands naast oude bekenden en een goede sfeer. En zelfs als het eens wat minder is, is het toch de moeite waard. Maandag 7 februari was het weer zover. Het werd een wat rommelige avond van wisselende kwaliteit met eerder op de avond (buiten het K-Tsjoem-programma) the Bravery, en daarna Melys, John Wayne Shot Me en Persil.

Maar K-Tsjoem-avonden zijn altijd leuk !

Maandagavond was zo’n avond waarop alles dreigt mis te lopen. Paradiso had zich vergist in de populariteit van The Bravery en dacht dat ze hoorden bij het later op de avond geplande K-Tsjoem. Er was even paniek toen bleek dat de bovenzaal uitverkocht was en met de gastenlijst erbij zou het overvol worden. Geen tijd om extra personeel in te schakelen en het optreden naar de grote zaal te verplaatsen. De nog gereed liggende honderd kaarten kunnen niet meer uitgegeven worden en een aantal mensen komt voor niets. Gelukkig bleek men zich verteld te hebben. Iedereen paste in de bovenzaal, maar deze was dan wel helemaal vol. ’s Middags bij de soundcheck liep het ook al niet lekker. De backline voor The Bravery was niet compleet. Dat werd verholpen door wat spullen te lenen van één van de bands van k-Tsjoem. Later bleken de aantekeningen voor de geluidstechnicus van de K-Tsjoem avond verdwenen te zijn. Als ik net voor het optreden naar boven loop, kom ik The Bravery tegen op de gang. Ik begrijp alleen al door hun uiterlijk dat deze jongens op London Calling van afgelopen november hebben gestaan. Ze zien er met hun trendy kapsels en bleke gezichten uit als Engelsen. De bleekheid kan ook veroorzaakt zijn door het lange reizen, want ze zijn net uit thuishaven New York gearriveerd voor een bijna geheel uitverkochte tour door Engeland. Vanavond is hun enige optreden in Nederland. Ze hebben er zin in. Al tijdens het eerste nummer gaat de zanger letterlijk door de knieën voor het publiek. The Bravery maakt rock met new wave invloeden. Het geluid doet denken aan The Cure en Duran Duran. Een beetje jaren 80 met de techniek van nu. Met dus een enorm enthousiasme gebracht. Het begin van het optreden verloopt niet zo soepel. Ik sta helemaal vooraan en met m’n neus bovenop de pedalenkoffer van de gitarist. 8 pedalen. Eén van die pedalen moet ter plekke gerepareerd worden door een technicus van de band. De microfoonstandaard van de zanger is niet tegen het geweld bestand en begeeft het tweemaal, maar wordt door dezelfde man met tape geplakt. Ondanks het enthousiasme komt de band er pas tegen het eind van de show echt in en gaan steeds beter spelen. Slechts één liedje als toegift. Precies als op de setlist aangegeven. Binnen 50 minuten is het allemaal weer voorbij. Als ik de jongens later op de buitentrap van Paradiso nog even spreek, zeggen ze dat ze London Calling te gek hebben gevonden. De zanger was nog nooit zo dronken geweest. Ze vonden het fantastisch dat de bovenzaal vanavond uitverkocht was en als ze hun album komen promoten: graag in de grote zaal! Het album komt waarschijnlijk eind maart uit. Het idee voor de clip van hun eerste single "An Honest Mistake" kregen ze afgelopen zomer in een Amsterdamse coffeeshop, toen ze daar toevallig het wereldkampioenschap dominostenen omgooien op de televisie zagen. Ook nu gaan ze weer op zoek naar een coffeeshop die laat open is… De K-Tsjoem avond van Transformed Dreams begon voor de verandering eens op tijd. Meestal zijn de andere programma’s dusdanig uitgelopen, dat de later op de avond geplande zaken erg laat beginnen. De eerste band, Melys, komt uit Noord-Wales. Hun ep "Suikerspin" en een split single (met Seedling) zijn uitgekomen op het Transformed Dreamslabel. De bandleden zijn sinds 1996 bij elkaar en hebben bijna alleen goede kritieken gehad. In Engeland eindigde de band in 2001 boven bands als The Strokes en The White Stripes op nummer één in de John Peel’s Festive. Regelmatig wordt de grote doorbraak van de band voorspeld. Waarom is dat dan (nog) niet gebeurd ? Als ze vanavond beginnen met spelen, vind ik het meteen goed klinken. Ze zien er leuk uit. De muziek is ok. Het zijn allemaal aardige popliedjes met aardige geluidjes eromheen. Maar ik mis iets. Ik ben niet overtuigd. Een soort van saaiheid slaat toe en dat is jammer (JR) John Wayne Shot Me klinkt daarna nog rommeliger dan anders. Deels dankzij de weggeraakte soundcheckaantekeningen (vooral de toetseniste kijkt de eerste nummers erg ongelukkig) maar ook dankzij het onzalige idee om een vriend mee te laten spelen als tweede toetsenist. Zonder te repeteren nog wel dames en heren ! Nou, dat was te horen. Maar het is ook wel typerend voor de band die mijns inziens (en ik blijk daarin niet alleen te staan) één van de leukste in Nederland is. De onvaste stem van Thijs van den Broek, de schelle samples en keyboardgeluidjes van zijn zus Marieke (die tegenwoordig, als ik het goed heb, in België woont en ook plots een smakelijk Vlaams accent heeft ontwikkeld) de rammelende drumpartijen van Geert van Beers kunnen niet verhullen dat de liedjes bovengemiddeld goed en to the point zijn. En dat rammelende geluid (en podiumpresentatie) ondersteunt de teksten over jaren 70 filmhelden en oude computerspelletjes eigenlijk alleen maar. (Beluister nu hun nieuwe plaat The Purple Hearted Youth Club in de Luisterpaal !) Ik was erg benieuwd naar wie er vanavond zou gaan bassen bij Persil. Het duo werd voorheen live ondersteund door Kasper Gerlach op basgitaar en nadat die ermee ophield een blauwe maandag door George van Wetering van de band Monokino. Daarna stond de vacature een tijdje open. Het is dan bijna een anticlimax om the hardestworking man in lo-fi-bizniz Bas Jacobs (Seedling, Pfaff, That Damn) maar weer eens het podium te zien beklimmen. Incest ! Dat is het. Voor het geluid van Persil live is het niet slecht. Bas is een goede solide bassist. Sowieso is de muziek dik in orde, al kijken de bandleden elkaar geregeld aan met lichte paniek in de ogen en een grote grijns op het gezicht, alsof ze hebben afgesproken te blijven glimlachen, wat er ook gebeurd. Er is dan ook wel een technisch missertjes hier en daar, maar echt storen doet dat niet. Het pijnpunt is de nagels-over-een-schoolbord-zang van Martine Brinksma. Er blijkt toch een verschil te bestaan tussen charmant onvast zingen (Thijs van den Broek) of lekker schel en af en toe dissonant (Elisabeth Esselink) enerzijds en lelijk schel en vals anderzijds (Martine Brinksma) (EV)