Annie stelt teleur in Paradiso

…en dan drukken we ons nog voorzichtig uit

Seije Slager, ,

Frisse electropop, daarop hoopte Paradiso. Maar het werd een slechte parodie op een optreden door een charisma- en clueloze gemankeerde diva. Bovendien kreeg de geluidstechnicus zelfs de vooraf ingespeelde backingtrack niet goed afgesteld. Een verslag van een bijna kolderiek avondje Annie.

…en dan drukken we ons nog voorzichtig uit

De liedjes van de Noorse zangeres Annie zijn al maanden niet uit menig hoofd te branden. De cd Anniemal die ze eerder dit jaar uitbracht staat vol luchtige en frisse electropop, ergens in het schemergebied tussen Röyksopp en Madonna. Afgelopen zondag kwam ze enkele van haar liedjes zingen in Paradiso, en ze deed dat op zeldzaam belabberde wijze. Allereerst was daar het geluid. In Paradiso wel vaker een pijnpuntje, maar de geluidstechnicus van Annie wist het bovengemiddeld te verprutsen. Uw recensent heeft heel wat voetstappen liggen op door Dave Clarke of Luke Slater bediende dansvloeren, en kijkt dus heus niet op een bassdrummetje meer of minder. Maar het volume waarmee de lage frequenties bij Annie de zaal in werden gesmeten was dermate allesverzengend dat van ‘luchtige electropop’ geen sprake meer was; het kostte soms moeite om iets anders te ontwaren dan borstkasontwrichtende bassdrums. Het lukte Annie dan ook slecht om daar bovenuit te zingen. Wat op basis van haar plaatwerk al vermoed kon worden werd live bewaarheid: ze heeft geen heel krachtige stem, en meer dan op de juiste toonhoogte zingen zit er bij haar helaas niet in als ze zich buiten de studio begeeft. Liet ik zojuist het woord ‘live’ vallen? Daar past ook een kanttekening. Weliswaar had Annie twee muzikanten meegenomen, maar het feit dat die nauwelijks te horen waren vestigde alleen maar meer aandacht op het feit dat het merendeel van de muziek eigenlijk op band stond. Links op het podium stond iemand afwisselend de bekkens van een drumstel en een bijna onhoorbare gitaar te beroeren. Rechts werd het nog bonter gemaakt: deze meneer bespeelde de ‘play’-knop (aan het begin van ieder nummer), de sambaballen (zonder dat er een microfoon in de buurt was), de feedback-effecten (die slaagden er wél in om boven de bassdrums uit te komen, auw), en de kam (inderdaad, zo’n ding dat je door je haar haalt terwijl je met een optreden bezig bent). Een optreden met geluidsband kan gered worden als de zangeres de show naar zich toetrekt met haar podiumpresentatie. Maar helaas, Annie heeft waarschijnlijk iets te vaak te horen gekregen hoe schattig ze is. En dus vertrouwde ze tevergeefs op haar ontwapenende glimlach, en maakte ze verder niet de indruk enig benul te hebben van hoe je dat doet, een liveshow neerzetten. Dramatisch dieptepunt was het praatje tussen twee nummers waarin Annie ons meedeelde dat het zo fijn was om in Amsterdam te zijn, en wel vanwege de coffeeshops. Tsjongejongejonge, hoe krijg je het uit je strot. Zoals een potentieel prachtig nummer als Heartbeat verzoop in een soep van lage frequenties, zo verzoop de potentieel prachtige zangeres Annie in een schrijnende ideeënarmoede. Al met al bekroop het publiek het gevoel dat het naar een regionale voorronde van de Kunstbende zat te kijken. Het optreden duurde drie kwartier, en na het twintig seconden durende applausje kwam nog het genante moment van de toegift waar niemand om gevraagd had... Zou Annie haar werk nou zelf leuk vinden?