En dit is nog maar het begin. Dit weekend gaan zij terug voor een festival a la Lowlands; Festival 'La Route du Rock'. Ze doen Popkomm in Berlijn tussendoor alsof het niks is, om vervolgens terug te gaan voor een tour langs allerlei grote podia. Kriskras knallend door Frankrijk dus. Zanger Ralph Mulder en gitarist Leonard Lucieer zitten er opvallend relaxt bij. Ze kunnen het zelf allemaal nog nauwelijks geloven; ‘Ja het gaat goed, we beginnen daar nu langzaam iets op te bouwen. We geven veel interviews en we hebben veel positieve recensies, iedereen is enthousiast. Al die positieve reacties geeft echt inspiratie om verder te gaan met nieuwe nummers schrijven. Het is een fijn gevoel te merken dat het gewaardeerd wordt wat je doet’, zegt Mulder.
In de Franse pers worden ze omschreven als Nederlands trots en een van de weinige bands ‘die er toe doen’. Lof alom dus. Wat is dat toch? Waarom lukt het Nederlandse bandjes zo goed in het buitenland? Mulder: ‘In Frankrijk kijken ze heel erg op tegen muziek uit Nederland en België. Het lijkt wel alsof ze daar veel meer bezig zijn met een alternatieve muziekscene op zich. Ze zijn wat serieuzer dan in Nederland. Je merkt het zowel in interviews als bij het publiek. Journalisten stellen kritische vragen over het album en de teksten. Misschien is Nederland wel te cynisch als het om bandjes uit eigen land gaat. Je moet hier als band cool zijn om gehoord te worden. Ik heb sterk het gevoel dat het in Frankrijk veel meer draait om de muziek. In het publiek staat ook echt iedereen geïnteresseerd te luisteren. Als je goeie muziek maakt, vinden ze je te gek’.
Hoe is het om voortdurend oude nummers te spelen, terwijl je al bezig bent met een nieuwe plaat?
Lucieer; ‘We spelen voornamelijk nummers van de eerste plaat, maar om de set voor ons ook interessant te houden spelen we nu ook nieuwe nummers. Wat overigens heel goed werkt. Voor ons gevoel is dit nu een goede set; het is wisselend en interessant genoeg, met voldoende rustpunten’.
Over de Nederlandse muziekscene, en dan met name de Amsterdamse alternatieve scène is Mulder kritisch; ‘Beginnende bandjes mogen best wat positiever benaderd worden. Dan krijg je als band namelijk het gevoel dat je muziek ertoe doet. Amsterdam zou ook meer op eigen bands moeten letten. Op die manier krijg je ook een rijkere popcultuur binnen de stad. Er zijn namelijk genoeg goeie bands. Er zou minder cynisch gekeken moeten worden’.
Mulder hoopt dat er met deze tour in Frankrijk een goede basis wordt gelegd voor de komende plaat. ‘Keihard werken en heel veel spelen’. Welke richting deze op gaat staat nog niet vast, maar dat de komende plaat beter wordt dan het debuut kunnen we vast aannemen. ‘Door zoveel op te treden, leer je zoveel sneller. Ik vind het belangrijk dat je constant op zoek gaat naar eigen geluid. Het moet geen kopie worden van de eerste plaat. Alles wat we nu meemaken in Frankrijk werkt enorm inspirerend. We zijn ook nog steeds aan het schrijven. Ik heb ook ontzettend veel zin om straks de studio in te duiken. Daar heb je onbegrensde mogelijkheden en komen al onze ideeën samen. Ja, de studio heeft toch wel mijn voorkeur, daar gebeurt het’.
Begin volgend jaar verschijnt het nieuwe album op het Excelsior label.
Alamo Race Track verovert Frankrijk
In gesprek met zanger Ralph Mulder en gitarist Leonard Lucieer
Het debuut album ‘Birds at Home’ van Alamo Race Track, één van de grote beloftes van het Amsterdamse platenlabel Excelsior, doet het goed in Frankrijk. Niet het eerste land waar je aan denkt om naam te gaan maken. Tijdens een optreden vorig jaar op het ‘South bij South West’ festival in Texas werd de band ontdekt door een invloedrijke Franse platenbaas van het label Fargo. Sindsdien speelt Alamo Race Track op verschillende uiteenlopende festivals en ligt het franse publiek aan hun voeten. Daar sta je dan, te spelen tussen grote helden als Sonic Youth en the Cure voor een uitzinnige franse menigte. ‘Helemaal te gek’.