Singer-songwriter zijn betekent in de omschrijving van de organisatie van de Grote Prijs van Nederland, dat het draait om; de schrijver, het lied, in een akoestische uitvoering met maximaal één begeleider. Zeven solo-artiesten en één duo traden aan in Paradiso en lieten hun eigen persoonlijke invulling hiervan zien.
Erik Vandenberge had de lastige taak de middag te openen en sloeg zich daar goed doorheen ondanks wat technische problemen. Erik Vandenberge is een man die het liefst speelt op biologisch geteelde gitaren, zo dicht mogelijk bij de Hollandse klei. Zoals te verwachten wordt zijn muziek dan ook niet gekenmerkt door vernieuwing. Het is erg traditionele op blues en country gebaseerde, half geïmproviseerde muziek. Erik heeft drie gasten meegenomen, een mondharmicaspeler, een mondharpspeler en een percussionist/drummer. Het is allemaal erg gemoedelijk en gezellig en juist daardoor weet hij te overtuigen. Hij blijft dicht bij zichzelf en dat maakt hem toch één van de interessantste kandidaten vanmiddag.
In contrast daarmee staat Anderson. Ik heb drie woorden voor Anderson : Kings of Convenience. OK, er valt nog wel wat meer over te zeggen. Muzikaal lijkt het weliswaar allemaal erg op het Noorse duo, vooral tekstueel gaat het mis. Ze weten regel na regel feilloos mijn kitschzenuw te raken. "I'll be your president for today, you'll be my queen for eternity. Why don't we get married today..." etc. Nergens een verrassende observatie of een rake verwoording van een persoonlijk doorleefd gevoel, maar een aaneenschakeling van weeige, puberale romantische clichés. Misschien heeft een groot deel van de aanwezigen ook een huilend zigeunerjongetje boven de schouw hangen want ze wonnen uiteindelijk de publieksprijs.
Daarna maakt Egbert van der Werff, onder de naam William Seen's Transport Music, weinig indruk. Hij heeft, in zijn grijze pak, al weinig uitstraling en zijn muziek blijft netjes binnen de gebaande paden van de traditionele melancholieke-man-met-gitaar-muziek. Hij verwerkt de melodie van Happy Birthday in één van zijn liedjes en zijn laatste liedje is een slaapliedje.
Waarna White Sands aan de beurt is. De fransman Pascal Hallibert, die ook in de band Tempo Diez speelt, heeft een stem die een beetje klinkt als een voorzichtige versie van die van de zanger van 16 Horsepower. Onder de naam White Sands maakt hij vanmiddag met een contrabassist alternatieve country die soms aan Calexico doet denken.
Kim werkt daarna een technisch zeer verantwoorde maar ook nogal steriele set af. Het is duidelijk dat ze een acteeropleiding achter de rug heeft, ze communiceert zelfverzekerd met het publiek, en hoogstwaarschijnlijk heeft ze ook wel de nodige zanglessen gehad, maar ze zingt de, op zichzelf al niet zo opzienbarende liedjes, op R&B-achtige wijze een beetje kapot.
Roy S is dan weer een ander uiterste. Ook hij wist mijn kitschzenuw moeiteloos te raken. Er wordt in zijn teksten veel gehuild; "I cry all the way home", "and softly she cried" etc. en dat vertaalt zich in zijn zang die afwisselend zachtjes snikkend klinkt en luid huilend als een gewond dier. Sommige aanwezigen vonden het zeer indrukwekkend.
Arthur ten Cate, uit Amsterdam, laat daarna iets van zijn kunnen horen. Hij heeft van alle deelnemers vanmiddag de mooiste stem en een heel natuurlijke muzikaliteit die maakt dat het er allemaal erg gemakkelijk uitziet. Hij heeft ook het beste liedje van deze middag. Happy Hangover heeft een memorabele melodie en een rake tekst en wordt feilloos uitgevoerd.
De jury besloot echter dat de laatste kandidaat Charlie Dée de beste van vanmiddag was. Ik had in mijn opschrijfboekje genoteerd : Hollands accent, kabbelende verantwoorde Joni Mitchell-radiosoftpop, een tweede Kim, maar minder geschoold, af en toe zelfs lichtelijk valszingend. Ik werd terecht gewezen door een succesvolle singer-songwriter in de zaal. Hoe kon ik dat nu beweren ? "Charlie Dée heeft een veel betere stem dan Kim en die zong technisch helemaal niet goed"
Mensen uit de industrie, en die kunnen het toch weten he, zien Charlie Dée blijkbaar wel zitten. Ze deed ook niet op eigen initiatief mee, zo meldt het programmaboekje, maar de Rotterdamse werd als "gouden tip" aanbevolen door een programmeur. De gerenommeerde sessie-gitarist Martijn van Agt (o.a. van Ilse de Lange) begeleidde haar op gitaar en won zelf de prijs van de beste muzikant.
Charlie Dée wint finale singer-songwriter GPVNL
tussen de gevoelige snaar en de kitschzenuw
Zaterdagmiddag 4 december was Paradiso de arena waarin de finalisten van de Grote Prijs van Nederland, in de categorie "singer-songwriter" hun kunsten mochten vertonen ten overstaan van een jury. Die besloot dat Charlie Dée met de prijs naar huis mocht gaan.