Het is dinsdag, een druilerige doordeweekse dag als alle andere. Tram 10 tingelt over de Weteringsschans, een toerist probeert zijn paraplu recht te houden in de wind. Voor de grote houten deur van Paradiso zitten de vroege fans van popzangeres Sienna Spiro. Normaal gezien zou de show van zaterdagavond allang weer verdreven zijn door vijf, zes nieuwe concerten. Maar het concert van Bob Vylan zal niet snel vergeten worden bij Paradiso. Niet door de heisa vooraf, en al helemaal niet door de escalatie na afloop. Directeur Geert van Itallie blikt terug op een intense periode, waarin de principes van de popzaal en de vrijheid van artiesten op de proef gesteld werd.
We zijn drie dagen verder. Is het stof al neergedaald in Paradiso?
‘Ik zei net in de programmeursvergadering: dit is eigenlijk de day after, de day after, de day after. Dus nee, het is nog niet neergedaald.’
Hoe hebben die afgelopen dagen eruit gezien hier? ‘Nou, de afgelopen dagen waren eigenlijk de afgelopen maanden. En als je de concerten van Kneecap erbij rekent is Paradiso al anderhalve week een vesting, met externe bewaking. We zijn eigenlijk sinds begin juli geïntimideerd, bedreigd door een clubje van vier mannen. We herkennen ze ook steeds op de beelden: dezelfde schoentjes, dezelfde broekjes. Ze zijn gemaskerd. Ze zijn al weken bezig met banners, stickers, bekladdingen. Zelfs op de ochtend van het concert, terwijl de beveiliging buiten stond. Maar ze deden het zo snel.’
Is de gevel weer beklad?
‘Ja.’
En is dat dan met een leus? Of gewoon verf op de muur?
‘Allebei. Ze worden er ook steeds beter in. In een minuut kunnen ze heel veel doen. En daar proberen we zelf eigenlijk geen aandacht voor te vragen. In het begin kwam het online terecht, maar we willen ze niet belonen. Dus we hebben echt zoiets: zo snel mogelijk weg laten halen door de gemeentereiniging.’
Je herkent dus dat het steeds dezelfde mensen zijn. Weet je ook wie het zijn? Is het een actiegroep die zich identificeert?
‘We hebben drie keer aangifte gedaan. Ik hoor van de gemeente dat ze wel het vermoeden hebben wie het zijn. Ik weet het niet. Het idee bestaat dat het uit dezelfde kringen komt als waar Douwe Bob bijvoorbeeld door bedreigd is, maar dat weet ik niet zeker.’
En wat kun je daar dan mee? De politie kan er dus niks mee? Ze zeggen: we hebben een vermoeden, maar we pakken die mensen niet op.
‘Nee, ze vinden het geen zwaar delict. We hebben drie keer aangifte gedaan. Het OM doet er niets mee, helaas. Terwijl wij ons wel bedreigd voelen. We zijn een gerenommeerde culturele instelling. Ik denk dat je dat ook moet meewegen: een soort aanval op de vrije ruimte, cultuur, kunst. Maar het OM kijkt strikt naar: wat is er gebeurd, is dat strafbaar, en in welke mate is het de moeite en de tijd waard om in te duiken.’
Je krijgt ook veel reacties via mail, telefoon, mensen aan de deur?
‘Ja, en dat gaat in golfbewegingen. Naar aanleiding van het optreden van Bob Vylan was er weer een enorme golf.’
Hoe heb jij in die zaal gestaan bij Bob Vylan?
‘Wij hadden niet de verwachting dat ze met de IDF-leus zouden komen. Na Glastonbury hadden ze dat niet meer gedaan. We hebben zelfs een fragment gezien waarin ze het publiek vroegen om het niet meer te roepen. En toch zijn ze het gaan doen.’
Weet je waarom? Kun je dat herleiden?
‘Dat heeft met de context te maken. Er was een officiële demonstratie voor de deur, pro-Palestina-betogers. Bobby, een van de Bobbies, is zelfs even naar buiten gegaan, heeft met die mensen gesproken en mee gescandeerd. Dat riepen ze dus waar de politie bij stond. Ik denk dat hij daardoor dacht: oké, dat kan hier kennelijk gewoon. Dat is mijn vermoeden. En de zaal was het ook aan het roepen.’
Dus hij voelde zich eigenlijk uitgedaagd of geprikkeld om mee te doen?
‘Ja. We zijn nu bezig om alles te reconstrueren, ook voor onszelf, wat er feitelijk gezegd is. Hij werd getriggerd door die leuzen. Hij begon over die acties van die gasten en zei: “Ze kunnen het niet eens spellen.” Haha.’
Die leuzen die op het pand gekalkt zijn.
‘Ja. In de ochtend was er een leus, over Charlie Kirk, Rest in Peace. Dat wordt er dus ook gewoon bijgehaald door de activisten.’
Dus hij reageert in feite ook op wat er op het pand is gekalkt.
‘Je moet uiteindelijk natuurlijk vaststellen of het strafbaar is wat er gezegd wordt. Maar ik was erbij, ik zag het gebeuren. Hij zat er zo in, voelde de euforie. Voor hem was het natuurlijk ook fantastisch om voor een volle clubzaal te staan met een publiek dat helemaal losgaat. Dus hij was euforisch en benoemt dat dan op zijn manier.'