Welke prijs betaal je voor je idealen? Belangrijke vraag voor The Murder Capital, de furieuze post-punkband die de afgelopen jaren een belangrijke stem werd voor Gaza. Ze kregen weerstand, verloren shows en kansen, en betalen die prijs met liefde: als Ierse band voelt het vijftal een sterk verwantschap met de onderdrukte Palestijnen. In gesprek met frontman James McGovern vertelt de zanger over de risico’s van engagement, de link tussen Palestina en Ierland en het verlangen om de muziek te laten spreken. The Murder Capital is in augustus te zien op Lowlands.

Rondom hun gecancelde shows in Duitsland ontstond enorme ophef die door heel Europa het nieuws haalde. Maar wat was daar nou precies aan de hand? ‘We hingen onze Palestijnse vlag op tijdens de soundcheck en gingen wat eten. Toen we terugkwamen was het opeens: vlag naar beneden of geen optreden,’ legt zanger James McGovern uit. De band hangt die vlag tijdens hun shows steevast op, zo ook in Berlijn, maar dat mocht dus niet. ‘De hele band reageerde daar instinctief op met afschuw en het besef hoe verkeerd dat zou voelen.’

Een vrij normaal optreden veranderde al snel in iets veel groters. ‘Er was een filmpje online gezet, waarin ik buiten die zaal aan de fans uitleg wat er aan de hand was. Dat kreeg veel aandacht,’ legt hij uit. ‘Toen we de volgende ochtend in Keulen aankwamen voor een andere show, deden ze de deuren van de zaal niet eens voor ons open.’ Volgens James heeft de band geprobeerd zo bedachtzaam mogelijk te handelen. ‘Het waren moeilijke gesprekken met mensen die denken dat ze het juiste doen. Daar heb ik begrip voor, maar ik ben het er niet mee eens.’

Eén band, één standpunt

The Murder Capital brak door als sensatie tijdens het festivaljaar 2019, in het spoor van postpunkbands als Fontaines D.C., Shame en IDLES. Al vanaf het begin sprak de band zich openlijk uit over maatschappelijke onderwerpen zoals mentale gezondheid en verwaarlozing door de staat. Op hun nieuwste album Blindness klinkt een scherpe aanklacht tegen een maatschappij die wegkijkt en zwijgt in tijden van oorlog en onderdrukking. 

De zichtbaarheid en intensiteit van hun activisme is inmiddels geëscaleerd tot iets onontkoombaars, en ze zijn niet de enigen die de prijs betalen voor hun uitgesproken steun aan Palestina. Het Britse punkrapduo Bob Vylan schreeuwde veelbesproken leuzen op Glastonbury, werd beschuldigingd van opruiing en antisemitisme en verloren hun openingsslot in de tour van Gogol Bordello. De Ierse rapgroep Kneecap wordt achtervolgd door campagnes van pro-Israelische lobbygroepen, en kan door een inreisverbod van Hongarije niet op Sziget spelen. Hoe deal je als jonge act met zulke consequenties, als je ook wilt bouwen aan je carrière? ‘Met die zakelijke consequenties zijn we niet veel bezig,' zegt frontman James McGovern resoluut. 'Als groep zitten we op een lijn, vooral als het gaat om het grotere plaatje. We hebben continu gesprekken over hoe we ons willen uitdrukken.' Het blijven erkennen en herinneren vormt de kern van hun benadering. ‘Ik vind het belangrijk om de genocide te benoemen, en dat die vlag daar hangt. We moeten ons er continu bewust van zijn dat dit nu speelt.’ 

James zegt het uiterst bedachtzaam, alsof hij elk woord wil wegen. ‘We willen ons ego opzij zetten, en proberen alles te benaderen vanuit de vraag: waarmee helpen we het Palestijnse volk nu het meest? Soms zie je dat andere artiesten heel star worden in hun principes of overtuigingen, alsof die onveranderlijk zijn. Maar elke situatie vraagt iets anders, daarin moet je meebewegen.'

Het Ierse DNA

Afgelopen week sprak een groep artiesten onder leiding van Massive Attack zich gezamenlijk uit tegen de Israëlische onderdrukking en genocide in Gaza. Opvallend: onder de ondertekenaars bevinden zich veel (Noord-)Ierse acts, waaronder Fontaines D.C. en Kneecap. Geen toeval, aldus McGovern, want er is een duidelijk verwantschap tussen het lot van de Ieren en de Palestijnse geschiedenis. ‘Ierland stond acht eeuwen lang onder Brits koloniaal bestuur, en Palestina leeft vandaag nog steeds onder koloniale bezetting.’

Die verbinding is niet alleen symbolisch of emotioneel, maar ook historisch tastbaar. ‘Na de Ierse onafhankelijkheid stuurde de Britse regering de Black And Tans naar Palestina, dezelfde paramilitaire eenheid die Ierland eerder met bruut geweld onderdrukte.' Ze gebruikten daar dezelfde terroriserende methoden om het Britse gezag te handhaven: brandstichting, marteling en moord met als slachtoffers onschuldige burgers, de meest brute oorlogsvoering die je kunt bedenken. ‘Die parallellen zitten in ons collectieve geheugen,’ zegt hij. ‘We werden laatst uitgenodigd op de Palestijnse ambassade in Dublin, waar we spraken met de ambassadeur. Zij groeide op in Gaza, en vertelde hoe het was om op straat te leven met het Israëlische leger om haar heen. Wat zij beschreef leek zó sterk op de verhalen uit onze eigen geschiedenis.’

Die gedeelde ervaringen creëren empathie, denkt de zanger. ‘Wanneer je als jongen opgroeit in Ierland leer je die geschiedenis, verhalen worden doorgegeven en creëren een natuurlijke empathie. Die Ierse link is een enorme reden waarom wij ons zo openlijk uitspreken.

‘Laat de muziek het woord doen’

Nu wordt The Murder Capital bijna meer gezien als een politieke stem dan als band, en James merkt dat het in interviews (zoals nu!) daardoor wat minder over hun eigen muziek gaat. ‘Dat is soms behoorlijk ongemakkelijk,’ zegt hij. ‘Niet dat ik het vergelijk met waar we het nu over hebben, er is natuurlijk écht lijden aan de hand.’ Toch is het soms zwaar. ‘Ik wil niet overkomen als een of andere preker of cliché. Maar soms schieten mensen in gesprekken zo snel in de kramp, en dat is emotioneel vermoeiend. Dan heb ik ook momenten dat ik denk: laat de muziek maar gewoon het woord doen. Dat houdt me verbonden met mezelf, met de jongens, en het is precies waarom we überhaupt de kans hebben om iets te zeggen.’


The Murder Capital speelt zaterdag 16 augustus op Lowlands om 21:00 in de India