“Vier trappen. Vier. Trappen!” Hijgend strompelt een bezoeker de laatste treden op, pakkie shag nog in zijn hand. Ja, het is best hoog die Rabozaal van de Melkweg, maar áls de modulaire synthgod Colin Benders een ADE-feestje organiseert, kan dat bijna niet anders dan hier. In 2018 opende hij hier het festival met het Metropole Orkest, een jaar later gaf hij een spectaculaire audiovisuele show met lichtkunstenaars Nick Verstand en Boris Acket. En nu dus scheepsrecht: een clubavond met gast-dj's.
Colin Benders is altijd een geboren gastheer geweest. De Utrechter brengt als geen ander mensen samen, of het nou als dirigent van een hiphoporkest is, of als spiritueel leider van zijn eigen creatieve broeiplaats Kytopia. En het meest recent natuurlijk bij zijn ambitieuze Etmaal-festival in Tivoli Vredenburg, waar hij zijn visie van een non-stop technodroom van 32 uur eindelijk in vervulling zag gaan. Ook voor ADE heeft hij weer een bonte boel geestverwante dj’s uitgenodigd. En hoewel die muzikaal niet altijd aansluiting met elkaar weten te vinden, schitteren ze op hun eigen eilandjes.
Op zijn eigen ADE-feestje geeft modulaire synthgod Colin Benders alle ruimte aan geestverwante dj’s, maar gaat er zelf met de hoofdprijs vandoor.
Verknipte polyritmes
Want wow, we kennen de Rotterdamse dj/producer Nadia Struiwigh weliswaar van haar broeierige ambientsets, die ze soms nét over het randje van techno trekt, maar op vier hoog in de Melkweg is het vannacht andere koek. Duistere trapbeats, verknipte polyritmes en onherkenbaar vervormde amen-breaks buitelen over elkaar heen. De BPM en ritmesoorten blijven geen twee tracks hetzelfde. En als Blawan het stokje overneemt, trekt hij een klein uurtje de meest megalomane stofzuigergeluiden en ritmische narigheden uit zijn usb. Hij mag dan gehuld zijn in een grijze kimono, dit is bepaald geen ochtendmuziek.
Al even uiteenlopend zijn de types in het publiek. Oude rockers met sleutelbossen aan de riem van hun skinny jeans staan achterin goedkeurend te knikken. Veertigers met glowsticks om hun nek dansen een wilde wals, en blonde studenten met haarbanden om hun hoofd zetten snelle zonnebrillen op elkaars neus. Wel opmerkelijk: minstens tweederde hier is man, waarvan het grootste deel vooral komt om te luisteren, of hooguit wat heen en weer te schuifelen. Het blijft allemaal wat tam, en met die ritmische grilligheid op het podium kan dat ook niet echt anders.
Totdat JakoJako verschijnt, en het hele feest zo de Atlantische Oceaan over tilt. Met opgewekte technobeats die ‘gewoon’ door vieren zijn te delen toont de Berghain-resident zich een echte crowdpleaser, in elk geval vergeleken met de slimme obscuriteiten van haar voorgangers. Haar eigen roots liggen ook in de hoek van de liveshows met modulaire synths, maar als dj is de Duitser niet vies van wat lol. Met dit soort stevige acidplaten krijgt ze zelfs de meest verzuurde traploopbenen van de vloer.
De gastheer steelt de show
Al die tijd staat Colin Benders’ gevaarte achter op het podium verleidelijk mee te knipperen. De muur van modulaire synthmodules lijkt wel mee te luisteren, zich op te laden, te beloven: “daar kom ik nog wel overheen”. En inderdaad, wanneer Colin Benders zelf onder luid gejuich het podium betreedt, even plagerig over zijn schouder het publiek in kijkt en aan zijn eerste knop draait, rolt meteen een salvo snoeiharde kicks de zaal in. Met gestrekt been erin: Benders en zijn bakbeest zijn hier om te knallen.
Ondersteund door de spectaculaire visuals van trouwe metgezel Boris Acket, die gisteren nog zijn tentoonstelling TIJDSDUUR presenteerde in De School, bereikt hij hoogtepunt na hoogtepunt. De machine gromt en maakt stoombootgeluiden. Resolutie ingeruild voor pure kracht. Maar Benders blijft de balans opzoeken, en weet op het randje te doseren. Soepel fade hij suggesties van melodieën in en uit, tot hij de arpeggio’s het laatste kwartier helemaal uit de klauwen laat lopen. Headbangend zoekt hij de blikken van de inmiddels totaal losgekomen voorste rijen, zo van ‘ja toch!?’. De meest uitzinnige gast op zijn eigen feestje, zoals het hoort.