Hoe houdt Trent Reznor het spannend voor zichzelf? Da’s de grote vraag in aanloop naar deze Ziggo Dome-show. De allergrootste die Nine Inch Nails speelde op Nederlandse bodem, de allereerste in zeven jaar tijd ook, en zeker geen vanzelfsprekende terugkeer: met bandlid Atticus Ross stortte de NIN-voorman zich de afgelopen jaren op het soundtrackwerk (ze wonnen een Oscar én Golden Globe voor Pixarfilm Soul, deden o.a. Challengers, Queer en Mid90s, in totaal een dozijn soundtracks!), er is geen nieuwe Nine Inch Nails-muziek (dacht jij dat ze die twee ambientplaten zouden komen spelen ja?!), en in interviews vroeg Reznor zich hardop af wat hij met een nieuwe tour zou toevoegen, áls hij alweer zou touren.
Het antwoord: een geweldige show, met slimme productie-elementen die de show opdelen in vier delen, en een totaal eigen spanningsboog creëren. Neem alleen al het begin: middenin de Ziggo Dome staat een gigantische doos, met daaromheen looplijnen aangelegd met gele ducttape, die naar de zijkant en richting het hoofdpodium lopen. Nadat Boys Noize - die het voorprogramma doet - zijn laatste plaat oplegt, verdwijnt het doek van de doos en wat blijkt? Daar zit Reznor achter een piano. Eerst nog in zijn uppie onder de lampen, als hij een akoestische versie van ‘Right Where It Belongs’ inzet met een fragmentje ‘Somewhat Damaged’. Maar al na één liedje begint de band zich uit te bouwen op de B-stage. Eerst met elektronica-wizard Atticus Ross en bassist Alessandro Cortini, dan nog gitarist Robin Flinck voor een onderkoelde versie van ‘Piggy (Nothing Can Stop Me Now)’ met piepende, dissonante gitaarsolo. En dan knallen de drums er opeens in. Er spat een gigantische projectie van de drummer van de grote doeken voor het podium, het dondert door de Ziggo Dome terwijl de band door bewakers richting het hoofdpodium wordt geëscorteerd.