2013 was een rampjaar voor Moss. Of nou ja, een rampjaar, laten we het erop houden dat de bandleden het liever overgeslagen hadden, ware het niet dat het de basis legde voor hun vierde album, We Both Know The Rest Is Noise. Precies dat is waar de plaat om draait, even terug naar de kern, naar de zaken die er echt toe doen. Komend weekend speelt Moss op Motel Mozaique.

She's Got A Secret, de eerste single van het nieuwe Moss album, werd geschreven in vijf minuten, in tien minuten gezongen en in een kwartier ingespeeld. Zo simpel kan het zijn, moet de band gedacht hebben. Je hoort het ook wel, als je goed luistert. Op verschillende momenten vliegt zanger Marien Dorleijn bijna uit de bocht. Het moest zo zijn, al is hij er nu wel een beetje onzeker over. "Ik heb veel moeite om het los te laten. Als ik het nu hoor, denk ik: is het wel goed zo? Had ik het anders moeten doen? Met een producer had het waarschijnlijk heel anders geklonken. Maar het klopt wel zo. Er zit woede in. Normaal werken we als een gestileerde band, maar ik was de grip kwijt. 2013 was de eerste keer dat ik naar een psycholoog ben geweest om ergens uit te komen. She's Got A Secret is een verhaal over dingen doorgeven, over delen en vertrouwen."

Praatgroep
Het typeert Moss, en het typeert ook deze plaat. Met name de eerste helft van het album heeft een enorme drive, met ritmisch bijzondere songs als New Shape en Reset als hoogtepunten. Er zijn verwijzingen naar geestelijke en lichamelijke gezondheid. In As I Rest My Arms With Faith: "An acknowledgement to my health: Today is not the day." In Health: You shouldn’t listen, I don’t mind. Sure we lose sometimes, our minds." Marien Dorleijn omschrijft zijn band als een praatgroep. Er wordt veel nagedacht, en voor er noten op de band worden vastgelegd, worden ze eerst allemaal doorgesproken. Dat duidt op een soort perfectionisme, die dan weer raakt aan angst. En dat terwijl het adagio van de band toch echt 'Never Be Scared' was. "Ik ben er door een test achter gekomen dat ik licht autistisch ben. Veel mensen schijnen dat te hebben, vooral muzikanten. Het zorgt ervoor dat ik vaak veel te ver vooruit kijk, en altijd risico's zie. Ook in het creatieve proces: ik denk soms te snel te weten waar een liedje heen gaat, terwijl alles nog open is. Never Be Scared was het levende bewijs dat loslaten werkt."

Moss
Marien Dorleijn: zang/gitaar
Michiel Stam: gitaar
Finn Kruyning: drums
Koen van de Wardt: bas

Albums
The Long Way Back (2007)
Never Be Scared / Don't Be A Hero (2009)
Ornaments (2012)
We Both Know The Rest Is Noise (2014)

Met Never Be Scared/Don't Be A Hero brak Moss in 2009 onverwacht hard door. I Apologise (Dear Simon) werd zelfs een radiohit. "Het was bijna niet op de plaat gekomen. Ik en Jasper wilden hem erop, Bob en Finn niet, omdat ze het niet bij de rest van de songs vonden passen. Ik pest ze er nog steeds wel eens mee, als we er in een discussie niet uit komen." Het succes kwam destijds als een behoorlijke verrassing. Debuutalbum The Long Way Back was vrij geruisloos voorbij gegaan, en het had niemand verbaasd als Marien Dorleijn 'gewoon' weer muzikant in andere bands geworden was. Hij brak immers ook pas op zijn dertigste door. "Ik was in die tijd bang om dertig te worden, en toen ik het eenmaal was voelde ik me dankzij de muziek ineens 25. Ik voelde me vrij, kon mijn baan opzeggen en muziek maken. Dat wilde ik mijn hele leven al."

Uit ruw hout gesneden
De paar jaren daarvoor versterkte hij de gelederen van Caesar, een van zijn favoriete bands. Dorleijn kwam uit Zeeland, volgde een vakopleiding tot meubelmaker in Rotterdam, en trok naar Amsterdam voor de muziek. "Ik ben vrij technisch aangelegd", zegt hij over de combinatie tussen die twee. "Ik vind het mooi om dingen te maken, en mij geeft het dezelfde voldoening om een liedje te schrijven of een muurtje te bouwen. Wat dat betreft zou je kunnen zeggen dat deze nieuwe Moss plaat uit ruwer hout gesneden is dan zijn voorgangers. Gek genoeg kostte het daardoor minder moeite. Normaal ben ik na het opnemen van een album een week ziek, letterlijk. Ik luister zelfs naar deze plaat in de auto. Ik rijd tegenwoordig veertig minuten naar Amsterdam, precies genoeg."

Jazeker, Marien Dorleijn woont tegenwoordig in de provincie. In Boskoop, om precies te zijn. In een huis met een gigantische tuin en ruimte genoeg voor een kind. Zijn twee rechterhanden komen ineens meer dan van pas. Na zijn opleiding als meubelmaker en voor het succes met de band, werkte Dorleijn zes jaar bij de Praxis. "Mensen voorlichten over wat ze wel en niet moeten kopen, leuk hoor. Dat deed ik drie dagen in de week, zodat er genoeg tijd overbleef om te spelen. Zo heb ik nu zelf in 2,5 maand mijn huis verbouwd. Ik zit nu midden in het Groene Hart, alle ruimte, met een tuin van 35 meter diep. Heerlijk. Ik houd wel van de rust van een dorp. Mijn leven is druk genoeg, liedjes maken doe ik graag thuis in alle rust. Ik ga nog een chaletje maken achterin de tuin, waar ik kan werken."

Jonger dan ooit
Thuisbasis van de band blijft Amsterdam, waar Dorleijn de drie andere leden een paar keer per week ontmoet. Bassist Jasper Verhulst vertrok vlak voor het begin van album nummer 4. Hij werd vervangen door Koen van de Wardt. Een jonge gast, letterlijk twee keer zo jong als drummer Finn Kruyning. Dat klikt goed, zegt Dorleijn. "We voelen ons jonger dan ooit. Maar het vertrek van Jasper was wel pittig. Hij koos ervoor met Jacco Gardner op tour te gaan. Ik heb altijd gedacht: als Jasper stopt, stop ik er ook mee. Hij was zo belangrijk voor de band. Niet alleen als muzikant, maar ook om zijn ideeën. Hij kon echt ergens pal voor gaan liggen. Dan zei hij: dit speel ik niet."

"Door het vertrek van Jasper werd de band met Finn en Michiel wel sterker. We zijn eerst even met zijn drieën verder gegaan. In die periode overleed ook een vriendin van ons, we hebben als band gezamenlijk haar kist gemaakt. Dat heeft de band nog dichter bij elkaar gebracht. De woede en de onmacht van zo'n gebeurtenis hebben ook hun plek gevonden in de plaat, al is een liedje dat letterlijk over haar ging er uiteindelijk niet op gekomen. Maar je denkt over dat soort dingen na. Zij is niet de enige. Hoe ouder je wordt, hoe vaker het voor gaat komen. Er zijn mensen die dat los kunnen laten. Die zeggen: ik ga dood, het is nu eenmaal zo. Ik denk: ik wil nog heel veel muziek maken."

Dorleijn wil niet te veel zeggen over de privé-zaken die de bandleden uit balans brachten. Privé is privé, ook als het overduidelijk doorsijpelt in de muziek. Neem opener Today's Gold, waarop Dorleijn begint met een strenge blik in de spiegel: "You’ve got to erase & destroy what destroys you. You’ve got to think for yourself and what matters to you." Of neem titels als New Shape, Bruised, Reset en This Is The End Of Everything. "Laat ik het erop houden dat je als mens per jaar eigenlijk maar drie grote 'life events' kunt verwerken. Grote dingen als dood, geboorte of verhuizing. En bij ieder van ons gebeurde het afgelopen jaar meer dan goed voor ons was."