Happy Camper, Into The Great Wide Open, de Bolder, donderdag 4 september
ITGWO14: Happy Camper lichtzinnig vermaak voor jong en oud
Giga-indie-revue stijgt niet boven zichzelf uit in de Bolder
Was rond twee uur 's middags het veer van Harlingen naar Vlieland gezonken, dan waren we een flink deel van Nederlands indiepopland verloren. 'Supergroep' Happy Camper zat op de boot, dit jaar artist in residence van het festival. En laten we wel wezen: geen act kan beter Into The Great Wide Open-en dan die grote, supersympathieke, aanstekelijke Nederlandse (grotendeels Excelsior-) indierevue, hartstikke geschikt voor jong en oud.
HET CONCERT:
DE ACT:
Hoeveel man telt Happy Camper vandaag? Een stuk of 16? Een indrukwekkende rij vocalisten stak over naar de Waddenzee en komt vandaag voorbij in de Bolder: Marien Dorleijn (Moss), Tim Knol, Maurits Westerik (ex-GEM, Bewilder), Ricky Koole, Janne Schra, Bouke Zoete (The Kevin Costners), David Pino (El Pino and the Volunteers), Odilo Girod (kennen we Coparck of Chop Wood nog?) en Leine. Het uiteindelijke geluid van de 'supergroep' wordt echter bepaald door geestelijk vader en sleutelfiguur Job Roggeveen, links in de hoek op piano. Hij maakte een veelvoud aan korte films en twee albums voor Happy Camper, het eerste over de tragikomische kamperende yeti Manfred, het tweede rondom een iets vager concept van grappige slurffiguurtjes die proberen het ritme van het leven bij te blijven. Het zijn ambachtelijke liedjes, die met veel zorg, liefde en aandacht in elkaar zijn gestoken, maar ook wel wat oubollig en gezapig. Niets ten nadele van Happy Camper, maar met dat systeemplafond voelt de Bolder toch een beetje alsof je in het lokale buurthuis naar de basisschoolmusical aan het kijken bent waar iedereen een liedje mag zingen.
HET NUMMER:
Iedereen zingt zelfs een liedje of twee, voordat we bij slotstuk The Daily Drumbeat aankomen. Alle vocalisten komen nog één keer voor op het podium, lekker kneuterig meezingend en klappend. Het is zo'n vrolijk hobbelend niemendalletje met aanstekelijke piano-lijn, goede koortjes en licht-melancholische tekst over die dagelijkse tromroffel die het leven eigenlijk is. Ja toch?
HET MOMENT:
Dan heeft Happy Camper al een tikkeltje te lang gespeeld (een dik uur!), maar wat blijkt? Aanvankelijk had Roggeveen 20 (!) liedjes op de setlist staan, en dat was echt teveel vrolijkheid voor één avond geweest. Soit, de stagemanager is streng: er mag nog één liedje gespeeld. Dat spelen ze dus meteen akoestisch aan de oude piano midden in de Bolder. Het is een simpel trucje, middenin het publiek en onversterkt, maar ook vandaag werkt het o-zo-goed.
OOK OPMERKELIJK:
Laten we ook de backing-band even voorstellen: Excelsior-ster-drummer Jeroen Kleijn beroert die dagelijkse trommels, we herkennen Joost van Haaren (ex-Krezip) op bas, Jelte Heringa (ex-Eefje de Visser en Most Unpleasant Men) speelt toetsen en een hele aandoenlijke kinderpiano, maar wie zijn die gestoorde violist en blazer? Zij doen het allerhardst hun best met vrijwel ieder nummer een solo of een uit de bocht vliegende riedel. Die laatste toetert zelfs zó hard, dat het onderstel van zijn klarinet er tijdens een zoveelste solo af dondert.
HET PUBLIEK:
Je zou er een leuk drankspelletje van kunnen maken, of zelfs een #gwobingo14: een slokje juttersbitter uit je heupflacon voor ieder kindje met lang blond haar en een grote koptelefoon dat je weet te spotten. Bij Happy Camper zou je er vrolijk aangeschoten van kunnen worden, want hier staan de allerjongsten en de alleroudsten met een grote glimlach mee te fluiten. Daarmee kun je ook zeggen: echt happening is het hier niet, het hippere middensegment wil duidelijk liever ondervinden hoe Magnus van Tom Barman er anno 2014 bij staat.
HET OORDEEL:
In zo'n groep hoop je dat de individuele leden zichzelf ontstijgen en zich door het grotere geheel laten optillen naar nóg grotere hoogten. Happy Camper brengt in sommigen het beste naar boven (de melancholische ballads met Janne Schra), in sommigen een onverwachte crooner (Maurits Westerik) of melodramatische ween-zang (Marien Dorleijn) en in anderen wat, nou ja: dweperigs (Tim Knol en Odilo Girod), maar de indierevue van Happy Camper is niet zo sterk als de som der delen. Het is allemaal nét iets te braaf en stichtelijk, maar ook supersympathiek en aanstekelijk. Fijn vermaak voor jong en oud, en een prima Into The Great Wide Opener.