Nobody Beats The Drum in Amerika: fotodagboek week 5

Iets met memorials, de verjaardag van Professeur Du Joie De Vivre Extraordinaire en glowsticks in het bos

Nobody Beats The Drum ,

Het gaat goed met de dance in Amerika. Niet alleen met grote kanonnen als Armin van Buuren en Afrojack, maar ook met acts die meer uit de underground komen, zoals Noisia en Nobody Beats The Drum. De laatste verkent de States zeer uitgebreid. Wekenlang bevinden Jori Collignon, Sjam Sjamsjoedin en vj Rogier van der Zwaag zich aan de andere kant van de plas. Ze sturen wat Instagrammetjes en vakantiekiekjes naar huis om een beeld te geven. Deze week vertelt Sjam over de doldwaze avonturen aan de overkant van de oceaan.

Washington heeft iets met memorials. Aan "The Mall" liggen het Jefferson Memorial, het Lincoln Memorial en uiteraard het Washington Memorial. Het zijn deze Romeins aandoende bouwsels die de Amerikanen er aan moeten herinneren dat ze een geschiedenis hebben. The Mall wordt verbouwd. Er ligt geen water in de reflective pool voor het Lincoln Memorial. We kunnen goed zien dat de scene uit Forrest Gump, waarbij Tom Hanks en zijn meisje tot hun middel in het water staan tijdens de speech van Martin Luther King, er in realiteit anders uit had gezien, want het water zou hen slechts tot de enkels zijn gekomen. Van die dingen.

We spelen een show in U-hall - het kleine broertje van de bijna legendarische 9:30 club - waar we daarna hartelijk ontvangen worden voor een afterparty met heel veel drank. We proberen alles op te drinken. Dat is heel slim, want de dagen daarna zitten we in New York City en daar gebeurt nooit wat.

Met een kater die dansjes doet en konijnen uit een hoge hoed tovert komen we de Webster Hall in New York binnen. We bouwen op en soundchecken, eten wat, en net als ik denk dat ik even een uurtje ga liggen wordt er een blik backstagevolk opengetrokken waar je alsjemenou tegen zegt. Uiteraard ons management, de booking agent, eerder gemaakte NY-vriendjes en -vriendinnetjes, een delegatie Collignons, pers, broertjes van management, vriendjes van broertjes van management, de zus van je moeder en een paardekop.

De eerste uren van het feest zijn er meer mensen in onze kleedkamer dan op de dansvloer. Ik vlucht. Maar niet te lang, want om twaalf uur is Jori Collignon, Professeur Du Joie De Vivre Extraordinaire, jarig. En dat vraagt om hysterie en bubbels en Happybeursday en Langzaldieleven. Het is de eerste keer dat we onze 333" show in New York doen. Hij gaat lekker.

Een dag later komen we lichtelijk krokant aan bij Governors Ball, een festival in New York met onder andere Beck, Major Lazer, Passion Pit en Duck Sauce op de line-up. We doen een setje in de Silent Disco. Voor Nederlanders inmiddels een bekend tafereel, in Amerika lijkt het nog nieuwig. Het blijft ook wel een geinig fenomeen. Bij "Girls Suck" staat een grote groep mensen in de tent de tekst mee te schreeuwen. Wij zijn blij verrast. Het is nog steeds Jori's verjaardag, misschien dat we daarom nieuwe koptelefoons krijgen.

We spelen ook op de afterparty van het festival, in de Brooklyn Bowl, in Williamsburg. Het is een bowlingbaan en club tegelijk, maar dan niet zo stom als jij het nu in je hoofd hebt. Het is echt een vette tent en ik zou iedereen aanbevelen er eens te gaan kijken. Elke donderdag draait Questlove er (jeweetwel, de drummer van The Roots). Er wordt wederom goed doorgehaald. Daar ontkom je niet aan. We staan op een dak in Manhattan als de zon opkomt. Good times.

We hangen nog een paar dagen rond in New York, gaan op bezoek bij het kantoor van onze boeker (AM Only in Brooklyn), hebben meetings bij niet nader te noemen platenmaatschappijen, en gaan naar een optreden van Araabmusic en Baauer. Dat wat ze in Europa post-dubstep of UK Bass noemen, heet in Amerika "trap". Dikke, minimalistische beats om je nek op te knikken.

Dan is het karren geblazen naar Michigan. In Rothbury vind het Electric Forest festival plaats. Een festival in een bos, dat zo is toegetakeld dat het lijkt alsof je aan het trippen bent, zonder dat je daar de middelen voor hebt genomen. Geen enkele boom is veilig voor een strook reflecterend materiaal, een spiegelbal, een laser of een ledstrip. Het grappige is dat de overdadigheid en smakeloosheid het hele bos eruit laat zien als iets wat een radioactieve smurf zou uitkotsen, maar niemand die zich aan die kitsch explosie stoort behalve wij stomme Nederlanders. De glowstick is hier nooit weggeweest. Ze gaan tijdens shows met duizenden (echt!) tegelijk de lucht in. Na een paar dagen went alles en hoor ik mezelf denken: beswel vet eigenlijk. Alleen met die lichtgevende hoepels en handschoentjes moeten ze echt optiefen. Zaterdag doen we bij zonsondergang een dj-set in het bos, en zondag een liveshow overdag op een ander buitenpodium.