The Opposites: ode aan de alcohol en aan de vriendschap

“Ik ben creatiever als ik een kater heb”

Atze de Vrieze ,

De ragboeren zijn terug. Allebei solo, maar toch niet alleen. Willem en Big2 (Twan) van The Opposites brachten vorige week een dubbelalbum uit, Succes en Ik Ben Twan. Uit elkaar zijn ze niet, zo bewijzen ze met een gezamenlijk interview in een Amsterdams hotel.

“Ik ben creatiever als ik een kater heb”

De ragboeren zijn terug. Allebei solo, maar toch niet alleen. Willem en Big2 (Twan) van The Opposites brachten vorige week een dubbelalbum uit, Succes en Ik Ben Twan. Willem werkte voor zijn album samen met producers SoundG8, die ook tekenden voor Kempi’s debuutalbum Du Zoon. Twan nam de ruimte om te schrijven over persoonlijke zaken, zoals de scheiding van zijn ouders. Maar ook Succes van Willem is een opvallend kwetsbare plaat, zeker vergeleken met de gigantische snackbarhit Broodje Bakpao. Uit elkaar zijn ze niet, zo bewijzen ze met een gezamenlijk interview in een Amsterdams hotel.

Het is vrijdagochtend tien uur. Zijn jullie ochtendmensen?
Twan: “Nee”
Willem: “Ik wel, maar ik hou ook van uitslapen.”
Twan: “Ik werk het liefst ’s nachts. Dan kun je ongestoord doorgaan. En als je eenmaal klaar bent, ben je zo leip dat je niet meer kunt slapen.”

Als jullie uitgaan, is Dio dan altijd de eerste die zijn broek laat zakken?
Twan: “Dat is nu zijn nieuwe imago hè.”
Willem: “Street credibility!”
Twan: “Wij waren er niet bij.”
Willem: “Die groep met Dio, Flinke Namen, wij, we zijn niet echt een soort Wu Tang Clan. We zitten op dezelfde golflengte, zitten graag in dezelfde kroeg en we helpen elkaar. Maar we sluiten niemand buiten. Twan en ik zijn wel beste vrienden. Dio is een tijdlang non-stop met ons mee geweest. Elke show brachten we hem mee. We zijn gewoon allemaal hardwerkende jongens.”

Een groot deel van jullie albums gaat over uitgaan, in jullie eigen jargon: raggen. Krijg je veel mensen op je shows af die niet famous zijn, maar wel dom en lomp?
Twan: “Ja, fokking mooi is dat. We houden van optredens in biertenten in Salou, van de Zwarte Cross. Hoe losser het gaat, hoe beter. Dat is de lompe Hollander in ons. Op onze albums staan serieuze tracks, maar als we optreden in een discotheek in Drenthe gaan we voor de jolige boerensfeer. Dan moet de tent gewoon kapot. De meeste concerten vind ik doodsaai. Ik wil vooraan staan en springen.”

Je zoekt het randje op. Raggen is leuk, maar met één biertje te veel wordt het vervelend. Bij welk nummer beginnen mensen altijd te vechten?
Twan: “Sjonnie en Anita!”
Willem: “Sjonnie en Anita inderdaad. We deden een tijdje elke keer dezelfde set. Voor Johnny en Anita zat een heel energiek nummer, waarop iedereen uit zijn dak ging. En daarna gingen mensen altijd vechten. Kan natuurlijk gebeuren, haantjesgedrag en alcohol, maar ik vind het dan wel onze verantwoordelijkheid om te zorgen dat het niet uit de hand loopt. We hebben niks met vechten.”

Waarom stonden jullie niet in het Holland Heineken House broodjes bakpao de zaal in te knallen?
Willem: “Goede vraag. Kennelijk vinden ze dat we nog een te klein publiek aanspreken. En hiphop is nog altijd de underdog in Nederland. Maar voor het WK kunnen we het nog regelen. The Opposites in Zuid-Afrika, ik zweer je, dat bevordert de strijdlust van Oranje.”

Wie is op dit moment het grootste hiphoptalent van Nederland?
Twan: “Kleine Viezerik. Hij heeft een vette stem. Hij stond met twee tracks op de Zin In mixtape een half jaar geleden. Sindsdien is het hij een exploderende bom. Elk jaar is er zo iemand waar de hele game op focust. Kempi had dat, Sjaak, nu Kleine Viezerik. Het kan alleen maar meer worden. Hij heeft alleen nog een hit nodig.”
Willem: “Ik ben nog steeds een hele grote fan van Kempi. Ik wacht met spanning op zijn nieuwe album. Zijn mixtapes zijn tof – Rap en Borie is een classic – maar ik hou gewoon van albums. Kempi kiest altijd beats die ik nooit zou kiezen, maar als hij er eenmaal mee klaar is vind ik het altijd gruwelijk.”

Jullie hebben samen een dubbelalbum gemaakt, met dubbele gevoelens. Heb je wel eens het gevoel gehad dat je geleefd werd?
Willem: “Ik wel. Dat is ook het verhaal van Succes. Op een gegeven moment ging het niet meer om mij, maar om de bekende persoon. Het is leuk om aandacht te krijgen, maar op een gegeven moment vraag je je af: hoe echt is deze shit? Dan liep ik met mijn chick door de stad en wilden mensen met me op de foto. Dan stond ik daar soms met een nepsmile.”
Twan: “Succes is vooral leuk als je nieuwe dingen uitbrengt. Als je het wat rustiger aan doet, pissen mensen direct op je. De weg naar de top is zwaar, maar het is nog zwaarder om de top bewust weer te verlaten.”

Twan, jouw plaat is nog persoonlijker dan die van Willem. Het gaat veel over heftige dingen die in je familie gebeurd zijn. Heb je getwijfeld of je dat wel uit wilde brengen?
Twan: “Ja, sommige nummers heb ik ook niet uitgebracht. Zo is er een bonustrack op iTunes waarvan mijn moeder eerst liever niet had dat ik hem uit bracht. Uiteindelijk vond ze hem toch te mooi om op de plank te laten liggen. Er zijn ook andere tracks die over hetzelfde onderwerp gaan, maar die gaan net iets minder diep. Van sommige tracks heb ik liever niet dat mensen ernaar luisteren als ik er bij ben. Ik stel me misschien kwetsbaar op, maar ik heb gewoon de drang om mijn verhaal te vertellen. Onze fans moeten een compleet beeld van ons krijgen. Hoe meer albums we uitbrengen, hoe beter dat lukt.”
Willem: “Daar ben je tijdens het schrijven trouwens niet mee bezig. Zo heb ik een nummer dat Haat heet. Toen ik dat schreef, schrok ik een beetje. Het klinkt behoorlijk depressief, maar het was wel wat ik op dat moment voelde.”
Twan: “Hopelijk bereiken we zo weer nieuwe mensen, die nu nog helemaal niet naar onze muziek luisteren. Als ik zelf muziek luister vind ik het altijd belangrijk om me te kunnen identificeren. Ik luisterde al jaren graag naar gangster rap, maar toen Eminem rapte over ruzie op school en gezeik met zijn moeder, dacht ik: hé, hier kan ik ook wat mee.”

Jullie albums omschrijven een vicieuze cirkel: knallen kater, knallen kater. Tot het moment dat je niet meer zo goed weet wat nu eerst is. Die kater zie je ook bij Flinke Namen. Wolken is nota bene een hit.
Willem: “Klopt. Er zit ook een emotionele kant aan het knallen. Het is tof om in de club te zijn met je vrienden, maar het heeft ook te maken met niet thuis willen zijn. Ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Ik voel me soms vies van al het burgerlijke. Dan is keihard los gaan een noodzaak. Ik schrijf trouwens het best als ik een kater heb.”
Twan: “Ik ook. Ik weet dat het heel alcoholistisch klinkt. Mijn hersenen werken creatiever als ik een kater heb dan wanneer ik uitgeslapen ben. Je immuunsysteem is zwakker, je kan overal net minder goed tegen en je kunt je emoties minder snel onderdrukken. De gedachten blijven maar door je hersens gaan, en daar moet je dan iets mee doen.”

Twan, Willem heeft een track over je gemaakt, Huil Voor Jou. Een track over jullie vriendschap en over alle ellende waar je mee te maken had. Was het nieuw voor je wat hij in die track zegt?
Twan: “Dat stukje van ‘net nichten’? Ik voelde me wel een beetje ongemakkelijk toen ik die track voor het eerst hoorde. Als ik dat soort dingen zelf zeg, ben ik een zeikerd, als iemand anders het zegt bén ik ook echt zielig. Ik heb twee dagen een goed gevoel gehad van die track.”
Willem: “Ik ga nu heel eerlijk zijn. In die tijd was ik heel druk met TMF en allerlei andere dingen. Ik was naar Griekenland gegaan, en op de dag dat ik terug kwam was Twan jarig. Ik was zo kapot dat ik niet naar zijn verjaardag gegaan ben, en ik heb ook niet echt gebeld. Je weet op zo’n moment dat je dat niet hoort te doen. Je hoort als vrienden voor elkaar door het vuur te gaan. Twaalf jaar lang zijn we elke dag met elkaar bezig geweest. Als het dan door omstandigheden even wat minder is, ga je daar over nadenken. Daarom wilde ik een ode aan hem brengen.”

De meest ontroerende zin in die track is ‘als iemand je schoenen steelt, dan loop maar op de mijne’. Een mooie omschrijving van jullie vriendschap, afgeleid van Negativ’s bekende
Schijtlijst filmpje, waarin hij je Nikes afpakt. Op je plaat draai je er niet omheen dat je vroeger gepest bent op school. Als ik naar dat filmpje kijk, denk ik: volgens mij vindt Twan het lang niet zo grappig als Negativ.
Twan: “Het was inderdaad precies zoals vroeger op school, het recht van de sterkste. Ik had voor mijn gevoel niets te verliezen. Ik ben geen mietje, maar ik heb me nooit voorgedaan als een vechtersbaas of een straatsoldaat. Als iemand je Nikes wil pakken, dan doe je daar weinig aan, tenzij je offers wil brengen. Er is geknipt in het filmpje. In eerste instantie probeerde ik rustig weg te lopen, maar Negativ dreigde me te beuken als ik mijn schoenen niet gaf.  Uiteindelijk was het filmpje alleen maar reclame voor mijn beats. De mensen die dat filmpje leuk vonden zijn dezelfde die alleen naar onze shows komen om te vechten. Die hoeven van mij niet te komen.”
Willem: “Ik dacht toen ik dat filmpje zag: het is Twan, hoe makkelijk is het. De rapper die zichzelf al zo vaak zelf onderuit haalt. Dat is ook hoe wij in de muziek staan. Hiphop is vol van misgunnen, met een knipoog naar de straat.”

Twan, wat is de beste line op het album van Willem?
Twan: “’Zin om te zuipen’. Echt. Dat zit in Ego. Het brengt je terug naar de essentie van het leven. Ik zat naar die track te luisteren, vond het wel tof en zo, tot hij op een gegeven moment zei: ‘zin om te zuipen’. Dit is dope, dacht ik.”
Willem: “Ik zal je zeggen: ik zat al drie kwartier voor me uit te staren. Ik wist echt niet meer hoe het verder moest, maar ik wist dat er iets tofs moest komen. Toen dacht ik: ‘fok, zin om te zuipen’. Zo is het letterlijk gegaan.”

Vanaf het begin hebben jullie je steeds afgezet tegen jullie achtergrond, in de Noord-Hollandse polder. Ook op je nieuwe plaat. Hoe zit het met het warme plekje in je hart?
Twan: “Als we af en toe terug komen, zie ik hoe mooi het is. Eindeloos gras, bossen. Als ik daar doorheen loop, mis ik het. Maar na drie uur heb ik zin om de stad in te gaan en uit te gaan.”
Willem: “Er is een periode geweest dat ik het dorp waar ik vandaan kwam enorm haatte. Van mij mocht er een bom op. Vooral op De Fik Erin hoor je dat goed. De mensen waar ik op haatte dachten niet ‘fok hem’. Ze dachten: ‘wij haten het hier ook, maar toch houden we ervan’. Voor je mijn dorp binnen komt heb je een heel lange dijk. Soms regende het en kwam uitgerekend dan de bus niet. Dan moest je lopen, en dat was eigenlijk best wel lekker. Gewoon genieten van die regen op je gezicht.”

Succes en Ik Ben Twan verschijnen bij TopNotch/Universal.