Het embedden van een filmpje is wel degelijk een nieuwe openbaarmaking. Dat zegt het Gerechtshof ’s Hertogenbosch in een zaak tussen C More en MyP2P. Een opvallende uitspraak, die op de burelen van de Stichting Brein en met name Buma/Stemra met gejuich zal worden ontvangen. Buma/Stemra nam vorig jaar al een voorschot op die beslissing door licenties te introduceren voor embedded muziek. Niet alleen de bedragen die daarmee gepaard gingen stonden flink ter discussie, ook het principe zorgde voor veel rumoer. Het is voor het eerst dat een rechter een uitspraak doet over dit onderwerp.

De betreffende zaak gaat eigenlijk niet over embedden. C More is een mediabedrijf dat met name sportwedstrijden exploiteert. MyP2P tapt de gecodeerde streams af en biedt links ernaar aan op zijn site. De rechter oordeelt dat MyP2P dat niet mag doen, en laat zich in een bijzin uit over embedden: “In de rechtspraak en juridische literatuur wordt betrekkelijk eensgezind aangenomen dat een embedded link wel een openbaarmaking inhoudt. Immers, het materiaal is dan te bekijken of beluisteren binnen de context van de website van degene die de link heeft geplaatst, waardoor diegene de vertoning van het achterliggende werk zozeer ‘voor zijn rekening neemt’ dat dit niet meer als een enkele verwijzing is te beschouwen.” Het is dus niet zozeer een uitspraak van de rechter zelf, maar wel voor het eerst dat deze opvatting in een vonnis belandt.

Opvallend, vindt entertainmentjurist Hans Bousie. “Waar de rechter naar verwijst begrijp ik niet”, zegt hij. “Die eensgezindheid is er namelijk niet. Dirk Visser heeft onlangs nog een artikel geschreven, waarin hij de verschillende meningen uiteen zet.” Wel denkt hij dat de uitspraak belangrijk is. “Eén zwaluw maakt geen zomer. Iedere rechter kan opnieuw en zelfstandig zijn mening bepalen. Deze uitspraak is gedaan in een kort geding en door het Hof, niet door de Hoge Raad. Toch zou ik als advocaat van Buma/Stemra bij de eerstvolgende gelegenheid absoluut met dit arrest zwaaien. Op het moment dat zo’n uitspraak een paar keer overgenomen wordt, wordt het vanzelf de geldende jurisprudentie.”