Conor O'Brien (Villagers): 'I'm a moody bastard, a moody fucker'

Ierlands hoop beleeft bange dagen

door Tomas Delsing ,

Zichtbaar geëmotioneerd gaat Villagers-zanger Conor O'Brien zitten. De Ier staat erom bekend zich met hart en ziel in te leven in zijn liedjes en heeft een paar minuten nodig om op gang te komen na zijn optreden in de Charlie tent.

Ierlands hoop beleeft bange dagen

Zichtbaar geëmotioneerd gaat Villagers zanger Conor O'Brien zitten, vlak na zijn optreden in Charlie. De Ier staat erom bekend zich met hart en ziel in te leven in zijn liedjes en heeft even nodig om op gang te komen. De eerste paar minuten van het interview verlopen stroef. Als de woorden eenmaal komen slaat de rozigheid van een Lowlands-zaterdagmiddag al snel om in verbazing. Vanaf de eerste vraag ('Hoe ging het optreden?') is duidelijk dat het interviewformat aan de kant kan.

O'Brien blijkt het nodige met zich mee te dragen: 'Soms heb ik tijdens een optreden het gevoel dat ik mezelf niet meer ben, een ander persoon word. De persoon waar een liedje over gaat, of waar ik het voor geschreven heb, neemt mijn hoofd dan over. Dat kan dan een zware stempel drukken op mijn humeur: ik doe mezelf immers anders voor dan ik ben. Toch zijn dat voor het publiek vaak goede shows. Daar voel ik me dan weer ontzettend blij, dankbaar en vereerd van.'

'Soms zie je aan mensen in het publiek dat ze iets in de gaten hebben gehad, dan staan ze me een beetje vreemd aan te kijken. Dan lach ik, krijg een blik van verstandshouding terug en dan weten we beiden dat het weer goed gaat. Vaak is dat ook zo, maar ik kan me ook zo'n ongelofelijke huichelaar voelen. Dan ben ik bang dat het een trucje lijkt en voel ik me een leeuwentemmer in het circus: het publiek is de leeuw die ik kunstjes laat doen. Overigens kan ik ook heel erg euforisch uit een optreden komen, al vind ik dat nog veel enger. Dat gevoel is zo fijn dat ik bang ben dat ik er niet meer uit kan komen, er in kan verdwalen. Het zijn twee uitersten die ik kan doormaken, het liefst zou ik er precies tussendoor laveren.'

Op dat moment lijkt O'Brien op te schrikken uit zijn overpeinzingen: 'Don't worry, I'm just lying, this was all a lie. That's all I do.' 

Het moment lijkt daar om over te schakelen naar een iets luchtiger onderwerp, maar voor er een vraag gesteld kan worden gaat het gesprek (of is het inmiddels een monoloog?) verder. Over muziek maken: 'Ik weet echt niet waarom ik doe wat ik doe. Men zegt soms dat ik er goed in ben, maar dat kan niet de enige reden zijn. Ik wil niet als een aap kunstjes opvoeren zodat mensen kunnen klappen. Toch vind ik die waardering wel weer fijn. De moeilijkheid zit 'm in het aanbrengen van genoeg variatie, zodat ik me geen machine ga voelen na een paar avonden.'

Na dit relaas wordt de toon ineens opgeruimder, en is er zowaar plek in het gemoed voor een lach: 'Je hebt me gewoon op een slecht moment getroffen, ik kan beter vóór optredens geïnterviewd worden. Misschien stop ik wel helemaal met het geven van interviews, het voelt onnatuurlijk. I'm a moody bastard, a moody fucker.'

Meer Lowlands op de speciale festivalsite