Duncan Stutterheim ziet toekomst in Studio 80

“Over twintig jaar nog steeds plaats voor kleine initiatieven”

Duncan Stutterheim heeft vertrouwen in zijn club Studio 80 aan het Amsterdamse Rembrandtplein. De club moet op de lange termijn een broedplaats van jong talent zijn. Om dat te onderstrepen installeerde Studio 80 deze week een nieuw bestuur, vol zwaargewichten.

“Over twintig jaar nog steeds plaats voor kleine initiatieven”

“Dance is een doodlopende straat.” Met die woorden nam programmeur Dick Koopman in november afscheid van Studio 80, de club aan het Amsterdamse Rembrandtplein in de voormalige Studio Amstel. Oprichter Duncan Stutterheim – vooral bekend als een van de godfathers van ID&T – is het daar pertinent mee oneens. Dinsdagmiddag sprak hij op een bijeenkomst voor medewerkers van Studio 80 zijn vertrouwen uit in de toekomst van zijn club. “Wij willen graag dat Studio 80 over twintig jaar nog steeds een plek biedt voor kleine initiatieven.”

Dat vertrouwen is vandaag bestendigd met de installatie van een nieuw bestuur. In dat bestuur heeft Stutterheim gekozen voor een breed palet aan ervaren mensen. Stutterheim woont zelf in Australië, maar neemt wel de taak van voorzitter op zich, zijn partner Wouter Tavecchio (Q-Dance, ID&T) is vice-voorzitter. Verder zitten onder meer Corné Bos (muziekpromotor en voorzitter van de Belangenvereniging Dance), Bas Stork (Greymen) Richard Zijlma (ADE) en fotograaf Erwin Olaf in het bestuur. Danceveteraan Gert van Veen is de nieuwe directeur en zal de rol van programmeur op zich nemen.”

Stutterheim benadrukt dat Studio 80 geen onderdeel van ID&T is. “Ik heb Studio 80 zelf gefinancierd”, zegt hij. “Een club als Studio 80 past ook niet bij ID&T. ID&T staat voor grote feesten.” Geld verdienen doet Stutterheim bij ID&T, met Studio 80 wil hij een platform bieden aan jong talent. De club werkt met veel verschillende organisaties, zoals Minimaal Feestmaal, Bla Bla, Katapult en Voidd, die elk hun eigen avonden organiseren. “Natuurlijk willen we wel een beetje geld verdienen.” Hij grapt: “Met het geld dat we verdienen bouwen we de mooiste rookruimte van Amsterdam!”