3VOOR12 recenseert Disque Pop (week 12): Beck

Met Guero splits Beck ons eindelijk weer iets lekkers in de maag

Met Beck Hansen weet je het nooit. Dan komt hij met een electropopalbum, dan weer met een Braziliaans tussendoortje en dan heeft hij weer een treurige countryplaat bij elkaar gespeeld. En dat terwijl we allemaal de Beck van de samplepop à la Loser zo leuk vonden. Op Guero wordt gelukkig weer flink gesampled. Door The Dust Brothers nog wel. En o ja, Jack White doet ook nog mee. Wat een Disque Pop De La Semaine!

Met Guero splits Beck ons eindelijk weer iets lekkers in de maag

Fans van de New Yorkse comedy Seinfeld kennen hem vast nog wel: The Soup Nazi. Deze soepkoker hield er in zijn eigen restaurant een strak regime op na. Klanten moesten maar slikken wat ze werd voorgezet. En ondertussen nog uitgescholden worden ook. Ga ergens anders soep halen, zou je zeggen. Maar dat is het probleem met die soepnazi: zijn brouwsel is onovertroffen het beste van de stad. Becks eerste cd die in Nederland verscheen, Mellow Gold, stond vol huiskamervlijt die hij op een 4-sporenrecorder had opgenomen. Het hitje Loser zorgde voor instant indiesterrendom. Mellow Gold was enerzijds om te swingen, anderzijds om te luisteren. Opvolger Odelay kan gerust een flop genoemd worden. De single Where It’s At? kon niet verhullen dat Beck bleef hinken op twee gedachten: superfunky muziek maken voor de heupen of bloedstollende country tunes voor het koppie. Was je net lekker ingedanst, moest je weer met een zakdoek op de bank gaan zitten grienen om vervolgens, hup, weer de dansschoenen aan te trekken. En zo is het gekomen: Beck denkt tegenwoordig goed na voordat hij een album op ons af stuurt. Mutations was een ode aan de Braziliaanse ‘mutante’. Geen funky hoofdknikkers of beukende punkuitstapjes, maar een duidelijk album met één sfeer en één band. En net toen we dachten dat mannetje Beck zijn wilde haren kwijt was, kwam hij een jaar later met een album vol knetterende electropop. En toen we dus begonnen te denken dat de nieuwe Prince was opgestaan, kwam Beck met het loodzware akoestische album Sea Change. En zo dringt zich dus de vergelijking met de besnorde Soup Nazi op. Beck maakt platen en wij hebben ze maar te kopen. Ondanks dat we bij thuiskomst niet weten wat er uit de speakers zal schallen. Anno 2005 blijkt Beck op Guero ineens weer de eenmanssampleband. Gelukkig, want die akoestische gitaarplaatjes van Beck willen nog wel eens zwaar vallen. Hij heeft wel de hulp van productieduo The Dust Brothers ingeroepen. Deze wondersamplelaars plakten ooit Beastie Boys’ Paul’s Boutique in elkaar. De vriendschap met de drie blaaskaken heeft lang stand gehouden want opener E-Pro wordt mede gecredit aan de Beasties. En wat een aftrap trouwens! Een vette baslick à la Sabotage met daaroverheen een lekker meezing koortje. Zo moet dat! Op Qué Onda Guero laat Beck horen dat hij aan zijn Zuid Amerika periode nog een flink woordje Spaanse heeft overgehouden. Ondanks de taaldrempel ook hier weer lekker meezingen in de refreintjes. Waarom die Dust Brothers zo heten, mag Joost weten, hun beats klinken namelijk ook hier weer alles behalve stoffig. Girl is de eerste gitaarpopsong van het album, terwijl de eerste klanken doen vermoeden dat je naar LCD Soundsystem luistert. Na veertien seconde gaat de stroom van het keyboard af alsof Beck een lange neus maakt naar James Murphy: “Ge eens weg!” Black Tambourine heeft niet meer dan bas en drums nodig om de voetjes van de vloer te krijgen. De tamboerijn doet natuurlijk de rest en als een losjes gespeeld gitaartje erbij komt –hoor ik daar American Woman?- is het feest compleet. Hell Yes kan natuurlijk alleen maar heel erg hiphop zijn. Effe voorstellen: Jack, Beck, Beck, Jack. En dat het inmiddels weer lekker gaat met de handjes van Jack White Stripe is te horen op Go It Alone. Hij legt een wel heel erg relaxed basmatje neer en trapt precies op het juiste moment de vervormer in. En zo kun je eigenlijk over alle veertien tracks iets aardigs zeggen. Misschien klinkt het raar, maar Guero is verassend genoeg juist weer heel erg Beck. De Beck die we zo leuk vonden. De Beck van Loser. En de Beck van de grote swingende band. En niet die moeilijke Beck van die treurwilgencountrygitaarliedjes. En dus zullen we ook de komende jaren in de muziekwinkel staan om blind de nieuwe Beck te kopen. En dan maar weer afwachten wat ons in de maag wordt gesplitst.