NPI: "Blijdschap over behoud subsidieregeling overheerst"

Popmuziek levert onevenredig veel in bij bezuinigingsronde

De subsidiebezuiniging van tien procent die het Nationaal Popinstituut krijgt opgelegd, gaat zeker gevolgen hebben, schat adjunct-directeur Arjen Davidse in: “Misschien moet er wel een activiteit uit.” Toch overheerst blijdschap over het behoud van het Nederlands Popmuziekplan, de subsidieregeling die de reguliere programmering in Nederlandse popzalen en festivals stimuleert. “Een dubbel gevoel.”

Popmuziek levert onevenredig veel in bij bezuinigingsronde

Een dag na het verschijnen van de Cultuurnota 2005-2008 is er nog steeds enig ongeloof op het kantoor van het Nationaal Popinstituut (NPI). Het Nederlands Popmuziekplan (NPP), de subsidieregeling die popzalen en festivals bijstaat in de reguliere programmering blijft tegen alle verwachtingen in gewoon bestaan. Ook al is het NPI vanaf 2005 niet meer verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, toch overheerst bij adjunct-directeur Arjen Davidse de blijdschap: “De afgelopen jaren vochten we met man en macht voor behoud van de regeling. Aan het eind werden we door sommigen voor gek versleten. Velen dachten dat we een verloren strijd vochten. We leken de Don Quichot van de popmuziek. Maar het is niet voor niks geweest.” Davidse ziet in het voortbestaan van de regeling ook een erkenning van de kwaliteit van de door het NPI bedachte subsidieregeling. Tot gisteren was de officiële lezing van het ministerie van OC&W dat de regeling hoe dan ook per 2005 zou verdwijnen. Het vrijgekomen geld was bestemd voor het Fonds voor Podium Programmering en Marketing (FPPM) en daarmee niet meer exclusief voor de popmuziek. Op Prinsjesdag trok staatssecretaris Medy van der Laan echter een joker uit haar hoed: de regeling blijft zoals hij is, inclusief het budget van ruim negen ton euro. Davidse: “Dat heeft ze heel goed geheim weten te houden.” Over de overdracht van de regeling naar het FPPM maakt Davidse zich geen zorgen: “We hebben morgen al overleg met de directeur van het fonds, een goede bekende van ons. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt.” Het FPPM heeft overigens niet alleen de subsidieregeling gekregen van de staatssecretaris. Ook het bedrag dat nodig is om de regeling uit te voeren, gaat van het NPI naar het FPPM. Beide organisaties schakelen het overnemen van personeel niet uit, al kunnen ze er voor het gesprek van donderdag nog niets concreets over meedelen. Toch is er niet alleen vreugde. Erg teleurgesteld is het NPI over de onevenredig verdeelde bezuinigingen: “Als je alles bij elkaar optelt, is er over de hele lijn een bezuiniging van 4,5% op cultuur. Maar bij de popgerelateerde subsidies kom je op tien procent minder uit. Juist in een sector die relatief heel karig bedeeld is en waarvan de staatssecretaris zegt dat hij heel belangrijk is. Alleen al via de BTW op concertkaartjes haalt de overheid meer binnen dan het er aan wenst uit te geven. Dat is toch raar?” De bezuiniging die het NPI zelf treft kwam minder als een verrassing. Davidse: “Als iedereen moet bezuinigen, is het logisch dat wij geen uitzondering zijn. Maar het zal zeker wel gevolgen hebben. Misschien moeten we stoppen met bepaalde activiteiten. Concreet kan ik ook daar nog niks over zeggen. We hebben morgen de eerste bestuursvergadering waarin het ter sprake zal komen. Maar zeker is dat we tot op het bot moeten gaan, want vet zit er toch al niet aan.”