Als er iets duidelijk is geworden bij de presentatie van het advies van de Raad voor Cultuur afgelopen maandag, is het dat slechts weinig poporganisaties de weg naar de Cultuurnota van het ministerie weten te vinden. Van de 392 miljoen euro per jaar neemt de popsector een schamel procentje voor zijn rekening. Maximaal 25 aanvragen van de 833 zijn te herleiden naar de popmuziek. Trek je van die vijfentwintig de ondersteunende organisaties en fondsen zoals het NPI of het FPPM af, dan blijven er nog vijftien over. En dan wordt er nog iets duidelijk: bijna de helft is direct of indirect afkomstig van de Amsterdamse Paradiso. Maar liefst zeven aanvragen, die in de komende cultuurnota samen goed zijn voor 632.511 euro, vergeleken met de vorige een stijging van meer dan 200.000.
Dat Paradiso zoveel subsidies weet binnen te slepen, komt volgens adjunct directeur Geert van Itallie niet door het feit dat zijn directeur Pierre Ballings ook voorzitter is van de commissie Muziek en Muziektheater. Die commissie adviseerde de staatssecretaris ook over de aanvragen van Paradiso. Van Itallie: "Alle commissieleden hebben wel ergens belangen. Maar de Raad voor Cultuur is daar heel voorzichtig mee, juist omdat het zo gevoelig is." Renee Jonker, vervangend voorzitter van diezelfde commissie bij de Raad voor Cultuur bevestigt dat: "Als je ook maar zijdelings bij een aanvraag betrokken bent, of een relatie hebt met iemand die erbij betrokken is, mag je er niet over stemmen en moet je tijdens het overleg over die aanvraag de vergadering verlaten."
Blijft het feit dat Paradiso zo'n beetje de enige popzaal van Nederland is die succesvolle aanvragen weet in te dienen. Voor de komende periode van vier jaar probeerden alleen Nighttown en de Amsterdamse Melkweg het. Nighttown faalde, de Melkweg lukte het wel, in samenwerking met - inderdaad - Paradiso. Van Itallie heeft daar wel een verklaring voor: "Wij zijn natuurlijk een heel belangrijk cultureel podium in het land. Ik denk dat wij ook bij incidentele subsidies de grootste aanvrager zijn. We nemen daar bewust een heel actieve houding in aan."
Als tekenend voorbeeld noemt Van Itallie Marmoucha, een stichting die zich vooral richt op het stimuleren van Noord-Afrikaanse popmuziek in Nederland. "Dat begon met twee pas afgestudeerden die een idee hadden. We zouden dan kunnen zeggen: 'Leuk, regel het geld maar, dan kun je de zaal huren.' Maar het was een goed idee. Dus hebben we besloten ze te helpen. Er is een stichting opgericht en hebben we een aparte subsidie-aanvraag ingediend. We zijn in die zijn eigenlijk een beetje cultureel projectontwikkelaar."
Ook is Paradiso een zeer ervaren aanvrager, die mede dankzij directeur Pierre Ballings heel goed weet hoe de Raad voor Cultuur werkt. Van Itallie: "Neem het positief advies voor Fabchannel, onze eigen webcastclub waar we nu ook buiten Paradiso concerten willen gaan webcasten om meer mensen te bereiken. Dat kun je in een paragraafje van je algemene aanvraag meenemen. Maar je moet daar niet te bescheiden in zijn vind ik. Wij hebben ervoor gekozen van Fabchannel een nieuwe stichting te maken en een apart plan in te dienen. Dan is je kans van slagen veel groter."
Toch verandert niet alles wat Paradiso aanraakt in goud. De aanvraag voor het Sonic Acts festival is bijvoorbeeld afgewezen: te lokaal en te zeer onderdeel van de normale programmering. Van Itallie is het daar niet mee eens en zal nu verder op zoek gaan naar andere subsidiemogelijkheden. Lukt dat niet, dan zal Sonic Acts voorlopig gefinancierd worden uit de het potje voor de regulier programmering. Overigens vindt Van Itallie dat ondanks de bij elkaar geharkte subsidies Paradiso het heel netjes doet: "95% van de programmering bij Paradiso bedruipt zichzelf. Alleen voor die kwetsbare projecten hebben we de financiele steun hard nodig."
Paradiso weet goed de weg in subsidieland
Adjunct directeur Geert van Itallie: "Je moet niet te bescheiden zijn"
Als we de ondersteunende instellingen wegstrepen, blijkt bijna de helft van de aanvragen voor structurele rijkssubsidie op popgebied direct of indirect van de Amsterdamse poptempel Paradiso afkomstig. En dat is volgens adjunct directeur Geert van Itallie helemaal niet vreemd: "Je zou ons kunnen zien als een cultureel projectontwikkelaar." Een blik op de wereld die subsidie-aanvraag heet.