Album van de Week (8): Whispering Sons

Whispering Sons vindt zichzelf in stilte na de storm

Het noodlot sloeg toe bij de Vlaamse postpunkband Whispering Sons: pre-corona zagen we al hoe spookachtig goed ze waren op o.a. Best Kept Secret, maar in de tussentijd sloeg voor drummer Sander Pelsmaekers het noodlot toe. Hij liep een neurologische stoornis op, waardoor hij niet meer kon drummen met zijn linkerarm. Wat volgde is een stoelendans: hun bassist werd drummer, hun producer werd bassist en Pelsmaekers werd allereerst tourmanager, en neemt op album drie The Great Calm plaats achter de synths.

Misschien ligt het aan de bezettingswisselingen, misschien ook niet, maar Whispering Sons klinkt op dit album inderdaad anders dan voorheen. We kenden ze als de rusteloze postpunk-band met de dreigende maar poëtische ondertoon. Hun debuutalbum was volgens postpunk’s regels gedrenkt in galm, album twee best wel duister en theatraal, en dit derde album, The Great Calm, mocht wat speelser en meer uplifting klinken. Minder galm, drums vaak kurkdroog gemixt, en zangeres Fenne Kuppens frontaal vooraan in de mix. De band lijkt constant in beweging op de plaat. Van energieke en uplifting uitbarstingen op nummers als ‘Something Good’ en ‘Loose Ends’ via het ongewoon vrolijke ‘The Talker’ (dat wel wat aan Parquet Courts doet denken) tot prachtige mystieke ballads ‘Cold City’ en ‘Oceanic’ vol synths en qua ritme alleen een digitale kickdrum. Vooral de liefdesballade ‘Oceanic’ valt op, een dreigende liefdesballade die zowel sensueel als mystiek klinkt.

Het is tijd om het verleden los te laten, en headfirst in ‘a future still unknown’ te duiken, zingt Kuppens al op het aanzwellende openingsnummer ‘Standstill’. De uiteindelijke conclusie twaalf liedjes later: ‘I’m more of who I am and less of who I wanted to be, this is me.’ The Great Calm blijkt een state of mind te zijn. Een plek waar je vrede met jezelf hebt. 

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12