Album van de Week (40): Geese
New Yorkse rockband trekt rock uitelkaar met ongrijpbaar derde album
Cameron Winter is niet alleen de frontman van de New Yorkse rockband Geese en sinds zijn succesvolle solodebuut Heavy Metal een culticoon, hij is ook een behoorlijk mysterieus figuur. In het interview dat we deden naar aanleiding van het derde album Getting Killed heeft hij geen zin om z’n camera aan te doen, bijvoorbeeld. Maak een grapje over de albumtitel en vraag hem wat hem op dit moment “kapotmaakt”? Droogjes: ‘Ik moet heel nodig plassen.’ De 23-jarige zanger is ontwijkend, laconiek, moeilijk te peilen. Een beetje irritant, maar tegelijkertijd ook heel erg passend.
Getting Killed is minstens net zo ongrijpbaar: het album is een plakwerk van onconventionele rock-’n-roll: gefragmenteerde gitaren, drums die klinken alsof ze elk moment uit elkaar kunnen vallen en Winters stem die ergens tussen preek en koortsdroom zweeft. Zijn teksten zitten vol bijbelse symbolen en apocalyptische doodsbeelden, altijd met een unieke absurdistische ondertoon. ‘If you want me to pay my taxes / you’d better come over with a crucifix / you’re gonna have to nail me down,’ zingt hij op leadsingle ‘Taxes’. Op andere momenten is Winter ontroerend kwetsbaar, zoals in tranentrekker ‘Au Pays Du Cocaine’: ‘Baby you can change and still choose me.’
Geese trekt zich niets aan van structuren, hokjes of regels. Op Getting Killed hoor je echo’s van Dylan, Waits, Cohen, Cave en Yorke, maar het klinkt nergens als imitatie. Soms lijkt het alsof de band recht voor je staat te spelen, dan weer als een collage van wrange akkoorden en stotterende samples. Onheilspellend, raadselachtig en razend origineel.
Geese werd al eerder ‘the future of rock ’n roll’ en ‘New York’s most exciting band’ genoemd. Grote woorden, maar inmiddels kunnen zelfs de grootste cynici niet meer ontkennen dat het viertal de belofte waarmaakt. Getting Killed laat horen dat Geese niet zomaar een hype is, maar een band die rock opnieuw uit elkaar trekt en in nieuwe vormen terugplakt.