Album van de Week (33): Foster The People
One hit wonder uit 2011 keert terug met sterk vierde album
Het is niet vreemd als je Foster The People veilig hebt opgeslagen in het mapje one hit wonder. We moeten terug naar 2011 voor hun enige echte hit in Nederland. ‘Pumped Up Kicks' was destijd niet van de radio te slaan. Het was een opgeruimde popsong over… vuurwapengeweld. Dat zijn de beste, kauwgomballen met een verrassende bite. Het nummer kreeg de laatste jaren een tweede leven dankzij tiktok en staat inmiddels op bijna 2 miljard streams op Spotify, maar daarna leek het stil te zijn geworden.
Toch stond de band niet stil. Eerst was er een album waar demonstratief geen singles op stonden, een derde plaat volgde in 2017. En dan is er een gat van twee van 7 jaar tot het album Paradise State Of Mind. Er zat een pandemie tussen, Mark Foster raakte zijn oorspronkelijke bandleden kwijt en trouwde actrice Julia Garner (de fantastische Ruth uit Ozark) waardoor hij vaker op de rode loper dan op het podium verscheen. Die echtgenote bracht hem vanwege een filmshootook naar Londen waar hij herenigd werd met producer Paul Epworth (Adele, Florence, Bloc Party), die Foster's hoofd weer op de rails kreeg.
Dat was kennelijk nodig, afgaande op dat nieuwe album. We zien een dolende ziel die zich laat verleiden door lange nachten vol drank en drugs, die zijn heil zoekt bij de kerk maar dat niet vindt, die verward is door de staat van de wereld. In openingsnummer ‘See You in the Afterlife’ zien we al die lijntjes samenkomen een knipoog naar de onverdraagzaamheid van de kerk ten opzichte van lhbti personen en een ironische vraag: Ik zou wel naar Europa op vakantie willen, hoe is het weer in Kyiv? Dat hiernamaals, het paradijs, is de rode draad in het album. Na er in elk hoekje van dit aardse bestaan vergeefs naar gezocht te hebben richt Foster zijn blik naar boven, zonder echt geloof.
Net als in zijn superhit heeft Foster zijn getob weer verpakt in catchy songs, zoals single ‘Lost In Space’, een disco oorwurm die de goedkeuring kreeg van Nile Rodgers zelf. Foster worstelt zich door eenzaamheid en verslaving met een ontwapende soepelheid. De up tempo liedjes vallen op, maar de kracht van de plaat zit eerder in slowjams als ‘Let Go’ en ‘The Holy Shangri La’, die vol woozy synths, strijkers en gekke vocal effects zitten. Of check het trompet outro van ‘Glithzig’, dat wel wat weg heeft van Kyteman's mea culpa ‘Sorry’. Even daarvoor heeft ie zichzelf als verslaafde vergeleken met een vogeltje dat keihard tegen een ruit is geknald. Nu probeert hij de wind weer onder zijn vleugels te krijgen. Niet met een plan, maar gewoon, de kant op die de wind wijst.