LL24: Punkier dan Kin’Gongolo Kiniata wordt het niet
Congolese afropunkers maken hun instrumenten van vuilnis
Traditie op de zondagavond: in de Lima ziet het groen van de gesprokkelde takken. Ze reiken tot in de nok van de tent, geven vervaarlijk tikjes tegen de spotlampen. De apparaten op het podium zijn allesbehalve traditioneel. Een oude televisie? Een vergiet? Oude pannen? Het is meer dan genoeg voor de mannen van Kin’Gongolo Kiniata, een Congolees vijftal dat het afval in hoofdstad Kinshasa gebruikt om hun eigen instrumenten te bouwen. Ze maken afropunk met een DIY-mentaliteit waar westerse punkbands nog een puntje aan kunnen zuigen.
Het is een ideale programmering zo in de vroege avond. Die opzwepende Afrikaanse ritmes met vraag en antwoord zang doet wonderen. Je verstaat er geen snars van, maar ‘WAAAAAAAH’ en ‘ALEBALALALALA’ betekenen in elke taal hetzelfde: gek gaan. De Lima is vanaf het begin helemaal aan. Spectaculair is de xylofoon van oude flessen wasmiddel, die met vergane slippers wordt bespeeld. En wie wist dat een oude televisie zo goed dienst kon doen als kickdrum? Na elke tweesnarige monsterlick trekt de bassist een gezicht alsof hij een heel vies scheetje ruikt. Het hoogtepunt zijn de wilde dansjes van de slipper/flessen-percussionist. Wijdbeens en met opengesperde ogen beweegt hij als een krab over het podium. Hij probeert zo serieus mogelijk te kijken, maar kan een glimlach niet onderdrukken. Is okay, wij ook niet.
HET MOMENT
Kin’Gongolo Kiniata heeft een eigen variant op de klassieke sit down. Heel langzaam naar beneden, dan rustig weer omhoog. Alsof we geridderd worden. In de orde van de shampoofles.