Dat jaar speelde de Amsterdamse instrumentale band in het voorprogramma van de legendarische surfgitarist Dick Dale in Paradiso. De VPRO nam de show op. Gerritsen: ‘Ik denk eigenlijk nooit meer terug aan die tijd. Instrumentale gitaarmuziek was populair in Amerika, maar in Nederland nog onbekend. De begintijd was voor ons dan ook het leukst. Eerst wilde geen enkele boeker ons hebben en konden we nauwelijks optreden. Toen de muziek door Pulp Fiction in Nederland aansloeg, hadden we inmiddels genoeg ervaring om live een heel erg strakke band te zijn. Toen kwam er wel interesse van boekers en kregen we ook een platencontract. Maar de lol was er vrij snel af. Het voelde toen al als werk.’
Begin jaren 90 raakte het clubleven uit en ‘cocooning’ moest het helemaal worden: gewoon thuis op de bank met vriend of vriendin en luisteren naar gezellige ‘easy tune’ muziek. Dj’s als The Easy Aloha’s en Richard Cameron (later met Arling) hadden jarenlang de instrumentale parels uit de tweedehands platenbakken gevist en traden veel op. De muziek van The Treble Spankers paste hier prima bij. Optredens beperkten zich niet tot het clubcircuit. The Treble Spankers speelden geregeld op zondagmiddag in een huiskamerachtige setting. Prima om een zakje borrelnootjes bij open te trekken, en een flesje rosé te laten ploppen. Als de band op een regulier podium speelde verkoos zij de meegebrachte versterkers boven de zaalversterking. Immers, een microfoon was niet echt nodig.
De zegetocht van het kwartet duurde een paar jaar en twee albums. Na optredens op onder meer Lowlands en Pinkpop werd een begin gemaakt met de opnames voor een derde album. Maar Gerritsen werd geplaagd door RSI en het album werd nooit afgemaakt. ‘Dat is maar goed ook,’ zegt Gerritsen nu. ‘We voelden ons uitgemolken en de ideeën waren op.’ Zelfs van een afscheidstournee kwam het niet meer: ‘Ik kon niet meer. De rest is nog op zoek gegaan naar een vervanger, maar dat is niet gelukt.’
De RSI, opgelopen door het vele gitaarspelen, is nooit meer verdwenen. ‘Mijn arm is ondertussen flink beschadigd. Lekker oefenen is er tegenwoordig niet meer bij. Vroeger kon ik makkelijk zes uur achter elkaar spelen.’ En dus is Gerritsen blij dat de Phantom Four het tegenwoordig van een andere frontman moet hebben. ‘Ik heb het album samen met Patrick geschreven. De liedjes zijn ook echt helemaal op hem afgestemd.’
Terugverlangen naar de tijden van easy tune, Treble Spankers en volle zalen doet Gerritsen niet. ‘Voor je het weet sta je weer Popcorn te spelen. Op het ogenblik kan ik naar hartelust experimenteren en mensen hebben geen idee wie ik ben. Ik kan weer lol maken op het podium. Nu voelt optreden niet meer als een baan.’
Hoe klein en relatief het succes van The Treble Spankers ook was, Gerritsen ziet toch iets terug van zijn eigen nalatenschap: ‘Over de hele wereld wordt instrumentele muziek nog steeds gemaakt. Vaak worden The Treble Spankers als invloed genoemd. We zijn van invloed geweest.’
3voor12 classic: The Treble Spankers live in Paradiso (1995)
Gitarist Phantom Frank: ‘Ik kon niet meer’
Afgelopen week verscheen het debuut dubbelalbum Sounds From The Obscure / Morgana van Phantom Four & The Arguido. The Arguido kennen we eigenlijk beter als Rudeboy Remington of Patrick Tilon van Urban Dance Squad en Junkie XL. Aanvoerder van de Phantom Four is Phantom Frank Gerritsen, die bepalend was voor het succes van The Treble Spankers, midden jaren 90. Een mooi moment dus om een live opname van de Spankers uit 1995 uit het archief te halen en af te stoffen.