Rauw, experimenteel, schril, meeslepend. Zo zou je het debuutalbum van LIJO kunnen omschrijven. Voor LIJO maakt Visser verrassende melodieën vol grote sprongen, hoewel het ook prima dans- en meezingbare muziek is. Het is het contrast tussen een kwetsbare, hoge lead, warmte van koortjes en akoestische instrumenten en de kilte van dynamische synths en diepe drums, dat haar muziek avant-garde ofwel artpop maakt.
Persona’s
In haar teksten onderzoekt Visser de verschillende verhalen die wij onszelf vertellen, de persona’s die we creëren. We spelen een rol in de show die ons leven is. In het nummer ‘Dog Eyes’ ontzegt de ik-persoon zich een liefde omdat ze die toch kwijt zal raken, net als haar sleutels, haar eetlust en haar geduld (Visser bewijst haar poëtische kracht met teksten zoals: I lost my manners to birth controle, I lost my appetite to tv-shows). In ‘Love, Please’ is ze een personage dat zichzelf zo uniek en speciaal vindt, dat alles binnen handbereik lijkt. Uiteindelijk is de druk om perfect te zijn en erkenning te krijgen echter zo groot dat het moeilijk is om de schijn op te houden.
“Al die songs gaan over dingen die we onszelf wijsmaken”, vertelt Visser. “Het is niet zozeer dat ik al die personages bén. Vaak juist het tegenovergestelde. ‘Future Memory’ gaat over de drang naar (economische) groei. Daar ben ik helemaal niet zo voor, het is een experiment met bepaalde sentimenten. Vaak zeg ik in de liedjes juist het tegenovergestelde van wat ik zelf vind. Hoe noem je dat? Sarcasme?”