Malibu staat vrijdag 3 februari in dB’s met een cassetterelease. Dat lees je goed, een cassetterelease. Bij Malibu bestaat dat nog! Genoeg reden voor een interview dus.

Volgens de half Utrechtse band Malibu doet hun muziek ‘denken aan vergeelde vakantiefoto’s uit de jaren ’60. Aan clips op TMF van rappers in een zwembad én aan een Lamborghini die staat te verroesten in Tilburg Noord’. Of zoals Martijn Zuidweg, de trombonist en bassist, het treffend omschrijft: een ‘retroallegaartje’.

Martijn zit voor dit interview met een kopje koffie aan zijn keukentafel, in een rijtjeshuis in Voordorp in Utrecht. Samen met drummer Berend vormt hij de Utrechtse helft; zanger en toetsenist Twan woont sinds kort in Rotterdam en gitarist Gerrit komt uit Tilburg. Martijns zoontje Otto zit met een boterhammetje op de bank Sesamstraat te kijken en de kat ligt naast de koppen koffie op de keukentafel.

“We proberen nu wat meer voet aan de grond te krijgen in Utrecht, om daarna het hele land te veroveren” vertelt Martijn. “Het loopt nu allemaal heel lekker in Brabant, Twan en Gerrit hebben daar een netwerk in de theater- en cultuurwereld en het klinkt ook gewoon lekker Brabants. Daarom is het nog wat lastig om hier in Utrecht meer te spelen.”

Met de Brabantse stem en Nederlandstalige teksten is de muziek van Malibu niet makkelijk in een hokje te plaatsen. Het is een soort slackerrock met rap en een hoop surf. “Iemand zei laatst dat we eigenlijk gewoon sixties hiphop maken, ook al bestond dat toen nog niet,” zegt Martijn. Dat de muziek niet echt te categoriseren valt en daarmee vrij uniek is komt omdat alle bandleden heel verschillende achtergronden hebben. “Twan is van huis uit een rapfan en loopt altijd weg met Extince. Maar hij is recent van surf gaan houden en Gerrit, de gitarist, houdt ook heel erg van surfloopjes. Berend is gewoon een menselijke drumcomputer en ik kom zelf uit de punkhoek.”

Huub Smit (bekend van New Kids) stopte met contrabas spelen in een vorig stadium van de band. Toen dacht Martijn: ‘fuck it, ik heb nog een punkbas op zolder staan'. Sindsdien is hij de bassist van de band en speelt hij nog trombone als het moet. Huub doet wel nog mee in de laatste clip: ‘Countrymuziek’.

“Eigenlijk is het ook wel lekkerder met z’n vieren, het lost een stuk meer op qua logistiek,” zegt Martijn. Dat is nog steeds wel een probleem, repeteren gaat nu niet elke week. De band pendelt heen en weer tussen Utrecht en Tilburg om te repeteren. “Maar binnenkort gaan we een weekendje naar Texel, daar hebben we een huisje met een studio gehuurd. We gaan dan nummers afmaken en nog meer nieuwe nummers schrijven. Ergens dit jaar denk ik dat we wel een nieuw album opnemen en dan moet die, hoop ik, volgend jaar uitkomen.”

De stijl van de band gaat wat veranderen: het enorme seventies Philicorda-orgel met rijen weerstanden en condensatoren en een enorme bak van een transformator wordt grotendeels vervangen door een klein synthersizertje. Dat is niet alles. “Berend heeft een nieuw drumstel en ik heb een nieuwe bas gekocht,” zegt Martijn. “We blijven trouw aan de nostalgie, maar de nummers worden wel steeds dansbaarder,” vervolgt hij.

En van die nostalgische debuutplaat komt dus een vernieuwde release, in cassettevorm. “Ja waarom een cassette? Wie heeft daar nu behoefte aan? Ik heb zelf niet eens een cassettedeck, dus ben afgelopen week maar naar de tweedehandswinkel gegaan om een walkman te kopen,” lacht Martijn. “Zelf heb ik de cassette grotendeels gemist. M’n vader werkte bij Philips dus we hadden meteen al een cd-speler. Ik ben opgegroeid met het idee dat de cassette zwaar inferieur is, slechte geluidskwaliteit heeft – waarom zou je daar in ’s hemelsnaam aan beginnen? Maar nu, in 2017, ga ik dan eindelijk aan de cassette. Dat is gewoon grappig!”

Te zien: Malibu, vrijdag 3 februari 2017 @ dB’s