Een uitverkochte Tivoli De Helling staat klaar om de tent volledig af te breken. Steen (a.k.a. De Vader) gaat zijn goed ontvangen laatste plaat Baby voor het eerst in Utrecht ten gehore brengen. Een zaal vol rauwe hiphopheads, die niet vies zijn van een dosis hardstyle beats, wacht met smart op hun Utrechtse held. Backstage hangt een gespannen sfeertje. Niet van nervositeit, nee, eerder van het feit dat de mannen voelen dat het straks flink los zal gaan. Als een werknemer van Tivoli tegen Steen en company zegt dat ze meer bier kunnen krijgen door een bepaald nummer te bellen, wordt dat om de vijf minuten gedaan.

 

EZG opent de show. Hij noemt zichzelf de zoon van Steen en dat maakt hij op het podium meer dan waar. Al na twee nummers ontstaat een pit in het publiek. Knap, al helemaal gezien dit pas zijn tweede liveshow is. Spinal neemt de microfoon over en vult de tent met zijn kadaverraps. Steen staat in een hoekje te genieten van het steeds wilder wordende publiek.

 

“Als ik zeg kankah, zeggen jullie Steen Steen! Kankah…” aldus de Haagse host, die zorgt voor wat vrolijke interactie met het publiek. Het publiek begeleidt de opkomst van Steen met luid geroep. “Geef het op voor je favoriete tumoren,” schreeuwt De Vader tegen zijn kinderen. Vanaf minuut één geeft Steen het publiek wat ze willen: rauwe raps, hardstyle beats, bier en humor. Bij het nummer “Euro” moet ik uit zelfbescherming een veilig plekje opzoeken, aangezien er van alle kanten euro’s worden gegooid. De nummers van het nieuwe album worden keihard uitgevoerd. Halverwege het optreden van Steen ontstaat er een grote pit, die lang aanhoudt. Dit is waar iedereen voor gekomen is. De Vader van Utrecht laat ijzersterk zien hoe je een uitverkochte zaal helemaal kapot krijgt.