Lost Bear vertelt 3VOOR12/Utrecht over Limshasa, de reputatie die de band op het podium heeft en hoe het nou zit met de combinatie van gitaristen en twee drummers. Welkom bij het hardste gezellige zooitje van Utrecht.

“Een gezellig zooitje, zo zou je het wel kunnen noemen”

“We speelden pasgeleden op een zaterdag met wat bevriende bands een huiskamershow in het huis van de zanger van Grizzly Adams. Het was geen officiële releaseshow. Dat was het optreden in Theater Kikker eigenlijk. Dit was een optreden met en voor vrienden. Weer heel gezellig, maar ook wel een aparte set. Omdat we niet te luid mochten mochten staan, speelden we semi-akoestisch. Een gezellig zooitje? Ja, zo zou je onze show wel kunnen beschrijven.”

Zanger Casper van Lost Bear kan zich wel vinden in de omschrijving die hen voorgeschoteld wordt. De livereputatie van de band gaat hen vooraf en is het eerste wat ter sprake komt. Het contrast tussen de oorverdovende liveshows en de net uitgebrachte plaat Limshasa is groot. “Dat we live zo hard spelen, dat is uit noodzaak”, aldus gitarist Gino. “Anders komen we niet boven de drums uit. Twee drummers hebben is natuurlijk een eigen keuze geweest. Ik denk niet dat we er destijds bij stil stonden dat we dan extra hard zouden moeten spelen. We hadden gewoon twee vrienden die wilden drummen en kiezen is zo moeilijk.”

Dat de band op Limshasa zoveel rustiger klinkt dan live is volgens Gino en Casper een bewuste keuze. “Er moet verschil zijn tussen de twee. Dat maakt het boeiender. We houden allemaal wel van bands die spelen met de grote verschillen tussen zacht en luid: Dinosaur Jr., My Bloody Valentine, The Pixies. Dat soort bands. In de toekomst zullen we bij het schrijven van nieuwe nummers daar zelf ook veel meer op letten.” Dat nieuwe materiaal, dat kan er al snel aankomen. “De opnames van Limshasa hebben een jaar geduurd, dus sommige nummers zijn best al wel oud en we hebben ook al nieuwe nummers ”, zegt Casper. Een jaar lang opnemen is geen pretje.

Toch was het voor Lost Bear een bewuste keuze. Het huren van een studio is een dure zaak en bovendien heeft de band met drummer Tammo een ervaren geluidstechnicus in de gelederen. Gino vertelt over het opnameproces: “Het is fijn om de touwtjes in eigen handen te hebben, maar er zijn ook nadelen. We hadden geen vaste ruimte waar we konden opnemen, dus waren we steeds afhankelijk van de beschikbaarheid van ruimtes, maar ook van mensen. Je schema is veel losser en dan kan het proces wel eens uitlopen.”

Met het eindresultaat zijn Casper en Gino blij, maar de blik blijkt ook al op de toekomst gericht. “Ik denk dat we met de release van deze plaat vooral een periode afsluiten”, aldus Gino. “We spelen deze nummers heel graag, maar we zijn ook al volop bezig met volgende releases, eerst een EP en daarna de volgende full length. Wat mensen dan kunnen verwachten? Eigenlijk meer van hetzelfde.

Misschien wel wat meer pop.” Nineties indierock dus. Veel bands willen krampachtig vermijden in hokjes gestop te worden, maar daar hebben de jongens van Lost Bear niet zoveel last van. Gino: “Dat is inderdaad vanaf het begin wel het idee geweest. We zijn toch wel beïnvloed door grungebands en indierockers zoals Cap’n Jazz en Texas Is The Reason.”

“We willen mooie nummers blijven schrijven en live hard blijven spelen. En we willen nog wat meer in het buitenland spelen. Nog eens terug naar de Balkan gaan, wat we vorig jaar gedaan hebben, zou fantastisch zijn. Mensen zijn daar zo open en dankbaar. Dat was echt vet. Maar we beginnen dichter bij de deur met Duitsland, België en het noorden van Frankrijk. We willen in ieder geval nog een hele tijd verder met deze band. Zolang dat leuk blijft en we het voor ons zelf interessant kunnen houden, zullen we dat ook wel blijven doen.”

Te zien: Lost Bear acoustic instore, vrijdag 22 april, 17.00 @ Plato en Lost Bear en Parts & Labor, dinsdag 24 mei, 21.00 @ dB's