Wayne Krantz Trio trekt alle registers open in Paradox

Gary Novak meer dan capabele vervanger van reguliere drummer

Wouter de Waal ,

Jazzrock gitaarheld Wayne Krantz stond afgelopen donderdag voor zijn enige Nederlandse concert van deze Europese tour op de planken van muziekpodium Paradox. Daar demonstreerde hij dat een vrij complexe muzikale aanpak prima samen gaat met elementaire rockenergie.

Gary Novak meer dan capabele vervanger van reguliere drummer

Jazzrock gitaarheld Wayne Krantz stond afgelopen donderdag voor zijn enige Nederlandse concert van deze Europese tour op de planken van muziekpodium Paradox. Daar demonstreerde hij dat een vrij complexe muzikale aanpak prima samen gaat met elementaire rockenergie.

FEL
Hoewel het tamelijk beschaafde uiterlijk van deze vijftiger misschien anders doet vermoeden, bewijst de stevige aanvang van de eerste set direct al dat er wel degelijk een kloppend rockhart schuilt onder het zwarte linnen waarin Wayne Krantz zich vanavond gehuld heeft. Waar andere door de jazz beïnvloede gitaristen zich soms laten verleiden tot notengeneuzel zonder al te veel emotionele lading, verspilt Krantz geen tijd met wijdlopige technische exercities. Zijn gitaarwerk klinkt vaak compact en fel, alsof hij zo snel mogelijk tot de kern van de zaak wil doordringen. Krantz zet met behulp van de krachtige bas van Tim Lefebvre en het imponerende getrommel van Gary Novak (overigens niet de reguliere drummer van dit trio) vanaf het begin een sterke performance neer.  Hij weet het innovatieve karakter van jazz en het primitieve geluid van rockmuziek op een welhaast vanzelfsprekende manier met elkaar te verenigen.

DIVERS
Belangrijke troef daarbij is het grote arsenaal aan geluiden dat Krantz en ook Lefebvre met behulp van de nodige pedalen uit hun respectieve instrumenten toveren gedurende beide sets, van melodieuze tonen tot metaalachtige klanken die behoorlijk herinneren aan Tribal Tech. Ook de composities zijn zowel op zichzelf genomen als onderling zeer divers opgezet, met naast het dominerende heftige, regelmatig funky werk ook ruimte voor ingetogener momenten. Een klein minpuntje wordt gevormd door het monotone ‘gezang’ waartoe Krantz zich een heel enkele keer tijdens een ongecompliceerd rocklied geroepen voelt. Daarnaast zorgt de relatieve onervarenheid van dit specifieke trio in de tweede set voor wat kleine muzikale misverstanden (wat Krantz op een bepaald punt zelfs doet besluiten een bepaald stuk opnieuw te spelen “op het juiste tempo”, wat nogal overdreven lijkt). Neemt niet weg dat dit optreden als geheel zonder meer een enerverende ervaring mag heten.