Factory Floor speelt Rotown met een mathematische precisie plat

Minimale presentatie en interactie in perfect uitgevoerde analoge technoset

Tekst: Robin van Essel Foto's: Leonie Poot ,

Het Londense Factory Floor bracht vorige maand zijn gelijknamige debuutplaat uit. Daarop heeft de band zich ontdaan van de postpunk en krautrock die nog op de eerste EP's te horen was. De band nam afgelopen zomer Lowlands al in de houdgreep, donderdagavond was een vol Rotown aan de beurt. Jonge hond en multi-instrumentalist East India Youth kwam mee als voorprogramma.

East India Youth
East India Youth staat het eerste deel van zijn optreden vanavond in Rotown als een soort elektronische Mozart over zijn synthesizers gebogen, terwijl hij een four-to-the-floor beat voorziet van een repetatieve pianoriedel. East India Youth is het alias van de 22-jarige William Doyle uit Bornemouth. Zijn debuut-EP 'Hostel', uitgebracht op het nieuwbakken platenlabel van muziekmagazine The Quietus, zorgde dit voorjaar meer dan eens voor een collectief orgasme op de redacties van zo'n beetje elke danceblog. Vorige maand nog op Incubate in Tilburg, vanavond als support-act.

En wanneer je East India Youth na ruim tien minuten vage ambient elektronica alvast wil afschrijven, begint Doyle te zingen en ontpopt de Engelsman zich als een ware multi-instrumentalist. Terwijl hij druk in de weer is met zijn sequencer, samplet hij zijn stem, gaat van Pet Shop Boys-achtige elektropop naar snoeiharde noise en industriële techno en pakt er tussendoor nog even een basgitaar bij. De stuwende baslijnen in een song als 'Heaven, How Long' verraadt de postpunk- en krautrockachtergrond van East India Youth. Tussen zo'n beetje alle hippe genres door klinkt een onmiskenbare invloed van New Order.

Live productie, instrumenten en zang voor je rekening nemen en dan zo'n genre-achtbaan voortbrengen, het is erg knap wat Doyle live doet. Dat hij tot zijn eigen frustratie te kampen heeft met regelmatig haperende elektronica, doet dan ook nauwelijks af aan het optreden. Een waardig voorprogramma.

Factory Floor
De enigszins beschonken Engelsman die vanaf de eerste minuut vooraan in Rotown zonder shirt staat los te gaan, is een mooie indicatie van wat de rest van het publiek te wachten staat bij Factory Floor. Het Londense trio zat op debuut-EP 'Lying/A Wooden Box' uit 2010 nog stevig in het postpunk- en noisehokje. Des te opvallender was het dat de band op de dit jaar verschenen langspeler die stijl uitkleedde, in de richting van mechanisch klinkende techno. Ontdaan van elke melodielijn, maar weliswaar barstensvol 'hé, kijk nou'-momenten, waarop de band laveert tussen noise, minimal, industrial en acid.

Factory Floor live is in de basis de analoge vertaling van de plaat. Repetitieve samples, Roland 808 en 303-geweld, vervormde gitaar, onverstaanbare zang en oprichter Gab Gurnsey als rétestrakke drummer. De twee overige leden (zangeres/gitariste Nik Colk Void en Dominic Butler op synths) spelen duidelijk te onderscheiden partijen, waardoor de vreemde indruk ontstaat dat de drums bij Factory Floor vooral in dienst van de rest van de muziek staan.

Hoe dan ook, het werkt. Alle drie de leden van de band dragen los van elkaar bij aan het livegeluid. Dat lijkt voor de hand liggend, maar het is meer dan dat. De songs hebben een bijna mathematische opbouwen toch doet het geheel onvoorspelbaar, bijna geïmproviseerd aan. Zo word je als luisteraar keer op keer op het verkeerde been gezet zonder dat het gemaakt klinkt. Organisch – een paradoxale term gezien het kille minimalisme en het manisch aandoende priegelwerk waarmee Factory Floor zijn techno speelt.

En waar er op de plaat, op enkele interludes na weinig variatie is in de constante druk die de immer boven 120 bpm liggende beats uitoefenen, hoor je live een aandachtig opgebouwde set. De nummers hebben een kop en staart, maar er zijn geen onderbrekingen. Na de climax van 'How You Say' volgt een periode van relatieve rust, om weer nog harder terug te keren met hoogtepunt 'Fall Back'. Zo neemt de band het publiek in Rotown langzaam maar zeker met een angstaanjagende precisie in de houdgreep. Erg knap.

Door de minimale interactie met het publiek zou je je kunnen afvragen wat de toegevoegde waarde van een liveshow boven een dj-gig is. Tussen al dat geweld vergeet je soms te luisteren naar de aandacht die de band heeft voor de vele details. Maar Factory Floor live is niet zomaar het analoge equivalent van een technoset. Nummers worden gerekt, vervormd en Gurnsey speelt break na break. Dat vereist aandacht, maar de minimale interactie en statische presentatie van met name Void op het podium, zorgt ervoor dat vlak voor de laatste climax er wat eentonigheid in de set sluipt.

Maar ja, it is what it is. De dame en heren van Factory Floor zijn geen crowdpleasers. Op zich is juist die minimalistische presentatie natuurlijk op zijn plek bij een band die zo'n Spartaanse plaat afleverde, ontdaan van iedere emotie. De vraag is wel wat je daar als bezoeker op een donderdagavond aan de Nieuwe Binnenweg precies mee kan. De band stond een dag na Rotown in de Berlijnse technotempel Berghain. We kunnen ons zomaar voorstellen dat dit daar nog beter tot zijn recht kwam. Neemt niet weg dat de thuisblijvers vanavond iets bijzonder indrukwekkends hebben gemist.