Vandaag heeft de Popcentrale een overvol programma op het menu staan. Acht bands staan in de startblokken om de oude loods, waarin de Popcentrale tijdelijk gevestigd is, rake klappen toe te dienen.
De Dordtse band Sunrider begint de dag met hun gruizige stonerrock. Het is nog vroeg en veel publiek is er nog niet, maar dat doet niks af aan de agressie en energie, waarmee de mannen staan te spelen. De zanger heeft de stemkracht om zijn microfoon aan flarden te zingen en uit de verte komt de jaren ’70s bluesrock langs drijven. Er wordt een passionele set rock voorgeschoteld en is lekkere stevige kost om een bodem te leggen voor de rest van de avond.
Het Haags/ Rotterdamse Organisms neemt het stokje over en laat er geen gras over groeien. De ronkende organische motor maait alles plat wat op hun pad komt. De energie druipt van de mannen af, net als het bier en zweet. De organist breekt in korte tijd de poten van zijn orgeltje af en is genoodzaakt zijn orgel verticaal tussen zijn benen te bespelen, ondertussen half wegglijdend in het bier wat al over het podium heen loopt. In de chaos die gecreëerd wordt, blijven ze strak doorspelen. Lopend door en liggend tussen het publiek, struikelend over elkaar, doen de gitaristen een flinke duit in dit chaotische zakje. Deze rockende rollercoaster laat een ravage achter, zowel op het podium, als in de hoofden van het publiek.
John Bob Roadshow speelt daarna een welkom intermezzo. Het naar buiten gevluchte publiek lijkt niet geinteresseerd of horen helaas niet dat ze spelen, want met banjo, gitaar en viool rijkt het geluid niet veel verder dan de geluidsman. De Rotterdamse countryklanken zijn melancholisch en het doorleefde zanggeluid van John Bob past hier perfect bij. Na een paar nummertjes houden ze het voor gezien, omdat ze later op de avond nog een setje zouden spelen.
Na een korte break vliegt opeens de Traumahelikopter langs en zet drie jonge Groningse honden op het podium. Ze doen het met twee gitaristen en een staande drummer bewapend met alleen een snaredrum, floortom en bekken. Voor het eerst deze avond horen we de typische garagerocksound die past bij de titel van deze avond.De jonge mannen zijn zeer gulzig en knallen door hun nummers heen, met hun catchy songs die me even doen terugdenken aan de begintijd van The Hives. Vol energie en overgave staan deze hongerige jongens te rammen op hun instrumenten. De microfoon doet niet wat de zanger wil, maar beiden in één microfoon tegen elkaar schreeuwen gaat ook prima.
De Keefmen uit de grotten van Drenthe zijn daarna aan de beurt en laten vanaf de eerste noot horen, waar ze zo’n lange tocht voor hebben gemaakt; het publiek blij maken! En dat doen ze met verve met hun catchy retrorock, die zo terug grijpt naar de rockende jaren ’60, alleen dan met een rauwer en robuuster randje. Ik moet zeggen dat deze mannen iedere keer weer beter en strakker klinken. Ze blijven aan hun weg timmeren om steeds weer dat stapje naar boven te zetten. Daarnaast bruisen ze van het spelplezier en dit pikt het publiek ook op. De melodietjes die ze ten gehore brengen, blijven ook zonder problemen in je hoofd hangen. Als uitsmijter blazen ze er nog een cover van Cuby and the Blizzards uit de speakers om onder luid applaus afscheid te nemen.
Het Rotterdamse trio Low Point Drains is de volgende die bewapend met bas, gitaar en drums, de eer van de garage hoog komen houden. Ze knallen door de geluidsbarriere heen en maken een vliegende start. Ze geselen het publiek met de snellere powersongs en laten hun wat rustigere repertoire achterwege. Verse bassiste Janneke maakt de energie van de band nog completer met haar spontaniteit en gedrevenheid. Na een paar nummers wordt de vaart verklaard, want ze lopen achter op schema. ‘We houden het kort’, roept Janneke, om vervolgens nog even flink door te knallen om knetterend af te sluiten met het nummer ‘White Nigger’ van the Gibson bros.
Door het uitlopen van het programma, wordt John Bob Roadshow gecancelled. Jammer, want ze beloofden een snellere set te spelen, beter passend bij deze avond. We zullen nooit weten hoe dit uitgepakt zou hebben.
Het Amsterdamse garagetrio The Anomalys staan als voorlaatste band op het podium. Speelden hun voorgangers een goeie set garagerock, the Anomalys doen daar nog een schepje bovenop. Hard, strak en met veel geweld worden de oren van het publiek getergd. Snoeiharde gitaarlijnen en superstrakke drums zijn het devies, met daar overheen de vuige stem van gitarist Bone. De muziek dendert dwars door je hersenpan als een goed geoliede stoomlocomotief. Stilstaan is geen optie. Na het nummer ‘Going down’ van Freddie King, spelen ze nog een toegift. Bone ruilt zijn gitaar in voor de mondharmonica en de drummer ruilt zijn drumstokjes in voor een setje sambaballen. Uiteindelijk klimt Bone de bar op en het concert verplaatst zich naar de bar. De floortom wordt de bar opgesleurd en het publiek schuift mee. Ze maken er een geweldige show van en de mensen die er nog zijn, genieten met volle teugen.
Afsluitende band Shaking Godspeed is heet in Holland en groeit als kool. Hun nieuwe plaat ‘Awe’ wordt zeer goed ontvangen in Nederland, maar ook daarbuiten. Fijn om deze band nog eens op zo’n knus podium te zien. Ondanks dat er al veel mensen vertrokken zijn, het is ondertussen 00:30 uur, trekt dit trio flink van leer. Er zijn veel bandjes die de jaren ’70 rock nadoen, maar Shaking Godspeed geeft er helemaal zijn eigen draai aan en tappen de bluesy rock uit een ander vaatje. De nummers klinken pakkend en origineel. Het meeslepende ‘Alive and Well’ trekt je mee in hun psychedelische wereld, om vervolgens weer te knallen met het uptempo nummer ‘Godspeed’. De krachtige stem van zanger/gitarist Wout past perfect bij dit genre. De drive, tempowisselingen en power van de drummer is ook zeer imponerend. Deze band staat als een bunker gewapend beton.
Ondanks dat er niet meer zoveel publiek is aan het eind van de avond, zijn ze niet te beroerd om op verzoek nog een nummertje te spelen. De dj’s zijn overbodig geworden, want het festival is over.
Volgepropt met een flinke dosis garagerock verlaat het publiek de oude loods om met piepende oren en zere headbangnekken huiswaarts te keren. Het was een mooi feestje. In oktober volgt waarschijnlijk een tweede editie van dit Garagefest in de Popcentrale.