Spinal en Steen brengen één groot haatfestijn

Een basement vol opgestoken middelvingers

Tekst: Jelena Barisic ,

In de lange rij op West-Kruiskade is de verscheidenheid van het publiek al te merken. Hiphoppers, studentjes, hardcoreliefhebbers en een paar hippe kids hebben zich voor Watt verzameld voor de show van Spinal en Steen. Het duo wordt dan misschien nog wel gerekend tot de underground, in 2008 heeft Steen met een aantal controversiële filmpjes op URBNN en YouTube echter een behoorlijke reputatie vergaard. De met scheldwoorden gespekte teksten en groffe optredens van het tweetal dragen alleen bij aan die reputatie, zo bleek eerder en zal ook vanavond weer blijken.

Een basement vol opgestoken middelvingers

In de lange rij op West-Kruiskade is de verscheidenheid van het publiek al te merken. Hiphoppers, studentjes, hardcoreliefhebbers en een paar hippe kids hebben zich voor Watt verzameld voor de show van Spinal en Steen. Het duo wordt dan misschien nog wel gerekend tot de underground, in 2008 heeft Steen met een aantal controversiële filmpjes op URBNN en YouTube echter een behoorlijke reputatie vergaard. De met scheldwoorden gespekte teksten en groffe optredens van het tweetal dragen alleen bij aan die reputatie, zo bleek eerder en zal ook vanavond weer blijken.

Het voorprogramma is echter heel wat anders dan een scheldpartij; de nummers van Neo en Manu hebben een diepgaande, poëtische en vaak politieke boventoon. De twee broers komen uit Gouda, maar hebben naar eigen zeggen een geschiedenis met onze havenstad. Hun aanhang is vanavond dan ook luid aanwezig. Zelden wordt een voorprogramma –vooral een hiphopact- zo goed ontvangen door het publiek, maar Neo en Manu zijn al wat jaren bezig en weten de zaal aan het springen te krijgen. Opvallend genoeg sluiten ze hun optreden niet af met Minister President, hun bekendste banger, maar met het rustigere Feniksvleugelen, wat alsnog op een pit uitdraait tijdens het drum 'n bass gedeelte van het nummer.

Het contrast tussen de hoofdact en het voorprogramma wordt duidelijk als Spinal en Steen met het nummer Haat opkomen, waarin ze alle mensen en dingen opnoemen die ze, juist ja, haten. En dat blijkt een hele waslijst te zijn; hun moeders en vaders, flikkers, hoop, zonneschijn, liefde, vrouwen, je schoenen, de kerk, Steen, Spinal, haters en vooral jou. De toon voor de rest van de avond is gezet; niets meer en niets minder dan één groot haatfestijn.

Het repertoire van de mannen is niet voor iedereen bedoeld. Ben je snel geschokt, zit je bij de Bond tegen het Vloeken of hou je niet van moshpits, dan zit je vanavond in de basement van Watt verkeerd. Gelukkig lijkt het publiek vanavond te weten wat ze kunnen verwachten en doen ze vrolijk mee met de ziekteverwensingen en opgestoken middelvingers. “Pit, pit, pit, stelletje kankerkadavers”, eist Steen tijdens de paar zeldzame momenten dat de zaal ophoudt met springen en hakken.

Voor buitenstaanders misschien wel heel lomp en smakeloos, maar toegegeven; Spinal en Steen hebben een goede flow en de op hardcore geïnspireerde beats van Shockmount (goed te horen in de tracks Blanke Rapper en Los van de Vloer) zijn heerlijk hard. Bovendien is al die agressie eigenlijk een hele goede manier om je frustraties en spanningen binnen een uur te lozen. Niet ieders meug, maar wel genoeg om de basement te vullen met driehonderd Rotterdamse kadavers.