Voor even in een andere wereld, voor altijd verloren en ontheemd: Van Reykjavik to Rotterdam

Lost In Hildurness op een Seabear met Rökkuro en je Múm

Tekst: Harold Herrieson Fotografie: Lisa Mortilli, ,

Denkend aan IJsland zie ik fjorden en geisers, warm water bronnen en lagoons met fluorescerend melk blauw water tegen een achtergrond van git zwart vulkanisch gesteente. Bergen van gravel en puimsteen opgestuwd door kruiend ijs in de laatste ijstijd. Vulkanen zo oud als de eeuwigheid en een landschap met uitgestrekte vergezichten zonder boom of huis, bedekt met een dikke laag mos als was het een hoogpolig tapijt. Een landschap zo sprookjesachtig mooi dat zelfs de grootste scepticus wil geloven dat er elfjes zijn. Maar hoe klinkt de muziek uit IJsland?

Lost In Hildurness op een Seabear met Rökkuro en je Múm

Lost In Hildurness levert de perfecte soundtrack om in een ruig IJslands landschap rond te reizen. Lost In Hildurness is Hidur Ingveldardóttir Gudnadóttir die gewapend met een cello een gamelan nog wat instrumenten plus een laptop in haar eentje prachtige soundscapes creëert die perfect bij het landschap van IJsland aansluiten, je doet je ogen dicht en je bent bijna daar. Denk aan Espers zonder zang gemengd met Efterklang en een drupje Jackie-O Motherfucker. Een heel goed begin van de vrijdagavond in het Lantaren/Venster. Na Lost In Hildurness was het aan Seabear om onze harten te verwarmen met hun Amiricana/Nu-folk. Het is een bandje dat bestaat uit drie gasten twee meiden en een elfje op viool. Ze spelen zoetzure liedjes met een melancholische ondertoon waar je toch eigenlijk best wel vrolijk van wordt. Het klinkt een beetje als Billy Callahan (Smog) Gekruist met Conor Oberst (Bright Eyes) aangelengd met Lou Barlow's New Folk Implosion en voor de goede orde nog een klein beetje Bonnie 'Prince' Billy. De kenners weten nu genoeg, zou ik zo zeggen. Het enige minpuntje wat ik zo zou kunnen bedenken, is dat het geluid een beetje onevenwichtig was uitgemixed en de viool niet zo goed naar voren kwam. Maar verder was dit een hele aangename kennismaking met deze zeebeer. Jammer allen dat hij niet zo bekend bleek met het fenomeen toegift. Want hoe hard er ook geklapt en geschreeuwd werd, het enige wat er na afloop vanaf kon was een extra buiging voor het publiek en dat was het. En zo kwam er een eind aan de vrijdagavond van Reykjavik To Rotterdam. We gingen maar naar buiten, waar het enige wat me nog aan IJsland deed denken de temperatuur was. Als je in een land geboren bent dat drie keer zo groot is als Nederland, met slechts een fractie van de bevolking (plus minus 300.000), waar de winter lang en de zomer kort is en waar de mensen zo ver uit elkaar wonen dat je haast niks anders te doen hebt tijdens die lange winters, als je zelf te vermaken op een instrument. Is het toch niet gek dat er uit zo'n kleine groep mensen zoveel bekwame en geïnspireerde muzikanten voorkomen. Natuurlijk kennen we allemaal IJslands bekendste muzikale exportproduct Björk wel. Maar op dit half bevroren eiland schuilt zoveel talent dat het haast oneerlijk wordt. Of zou het zo zijn dat mensen zich daar meer aan hun fantasieën en mijmeringen durven over te geven dan wij hier in deze gejaagde wereld. Het kan natuurlijk ook gewoon aan het feit liggen dat omdat er maar zo weinig mensen wonen, talent eerder boven komt drijven dan hier. Punt is wel dat ze veel trotser zijn op hun culturele erfgoed dan wij hier in het vlakke land dat Holland heet. Maar dat is ook niet gek met mensen als Hildur Kristin de zangeres en celliste van Rökkurro, slechts negentien jaar, maar wat een talent! Zij heeft een hele mooie fragiele stem van een soort etherische schoonheid en speelt daarbij ook nog een aardig stukje cello. Nou moet ik zeggen dat ze er ook niet uitziet om op te spugen dus dat laat je ook niet onbewogen. Maar muzikaal is dit wel niet van zo'n verstilde schoonheid dat je niet anders kan dan door de muziek te worden afgevoerd naar een wereld hier ver vandaan. Het deed me op sommige punten een beetje denken aan bands als Mogwai, Godspeed You Black Emperor! en Explosions In The Sky maar dan met een wat folkie inslag. Je weet wel van die prachtige soundscapes maar dan iets ingetogener en met het volume niet zo hard als bij Mogwai. Neen, deze vijf lieden hebben een behoorlijke indruk op mij gemaakt. Het is verwonderlijk dat een taal als IJslands die als gesproken woord niet altijd even dichterlijk klinkt kan transformeren tot iets van totale schoonheid als het gezongen word. Ik heb mij ook wel vermaakt door op Arnor de links handige gitarist te letten. Die buiten het feit dat hij een aardig stukje weg kan pingelen af en toe stond te bewegen als of die in een heftige rock band stond te spelen. Ze hebben sinds twee weken hun eerste full length cd uit met de naam Thad Kolna I Kvold, waar ze deze avond flink wat van gespeeld hebben. Het was de eerste keer dat deze mensen van het eiland af waren maar van mij mogen ze zeker nog een keer terug komen. Dit vind ik zeker een bandje om in de gaten te houden. Als afsluiter van het festival had men Múm geprogrammeerd en dat was een goede zet want het was totaal uitverkocht. Ik kan me niet herinneren dat het zo vol was in het Lantaren/Venster. Múm was deze keer weer in een nieuwe bezetting met onder andere Hildur Ingveldardóttir Gudnadóttir in de gelederen die even liet zien dat ze behalve cello ook nog viool en klarinet kan spelen. De bassist van de band had zo’n foute gouden cape en stropdas aan, dat die van lelijkheid weer mooi werden. Hij gebruikte meer de plug van zijn bas dan de snaren en dat leverde even een ongewilde geluidsuitbarsting op toen hij het verkeerde effect pedaal intrapte. Ook dit was weer zo’n multi instrumentalist, want hij kon dus ook nog piano spelen. Een stage show hebben deze gasten niet echt, maar het was een genot om te kijken naar het ontwapenende plezier dat ze hebben in het spelen van hun muziek. De set bestond hoofdzakelijk uit nummers van het nieuwe album Go Go Smear The Poison Ivy met hier en daar een moldy oldie. En speciaal voor de jarige in de zaal zongen ze nog even Lang Zal Ze Leven. Na een toegift van twee nummers was het helaas allemaal alweer over en gingen we weer naar buiten, waar wederom het enige wat me nog aan IJsland deed denken, de kou was. En terwijl ik daar zo buiten liep kreeg ik een gevoel van ontheemd zijn en van heimwee naar die vulkanische rots in de noordelijke ijszee. Ik denk dat ik maar ga emigreren en me daar ga laten naturaliserentot Harold Herrieson...