Aan het voorprogramma de schone taak om het publiek op te warmen. Vanavond is die taak weggelegd voor singer-songwriter Elke. Ooit vergeleken met een dood vogeltje, maar vanavond gaan we toch voor iets minder cru: een huismus. Zo één waarvan je het niet aan zou willen zien dat het iets overkomt, maar ja ze zijn nu eenmaal zo breekbaar. De liedjes van Elke worden elk ingeleid met een klein verhaaltje als achtergrond. Op de achtergrond in het ruim staat ook een projectiescherm waarop enkele tekeningen te zien zijn die als omhuizing bij een paar nummers dienen. Situatieschetsen van kleine momenten die grotere thema’s illustreren.
Een deel van het publiek valt er zeker voor. Een ander deel heeft meer belangstelling voor elkaar en de muziek van bovendeks die nog net iets te hard te horen is. Het is ook niet eenvoudig om over een deinende menigte heen te komen met slechts een gitaar en je stem. En voor sommigen straalt Elke misschien iets teveel een ‘ach ik weet het ook niet’-gevoel uit. Als je dat niet voor waar aanneemt voel je je al gauw een soort van bedonderd.
Je bedonderd voelen komt meteen weer terug als Skinny Living begint. Zij die de band fanatiek volgen hadden het misschien al geweten: maar dit is helemaal geen sympathiek viertal met een stel gitaren die liedjes zingen waarvan nog net niet spontaan een kampvuur ontbrandt. Sterker nog: ze hebben een bassist ingevlogen. En een drummer. Natuurlijk is het niet verboden voor een band om zich te ontwikkelen en op het podium de zaken zo te regelen dat de nummers goed tot hun recht komen. Toch valt het negatief op, zeker aan het begin druipt de geliktheid van de patrijspoorten. Het is dat de gemiddelde leeftijd vanavond wat hoger ligt, maar gillende tienermeisjes lijken niet ver weg.
Ook de muziek komt over als een potpourri van recente succesformules als Chet Faker, Jack Garrat en De Beste Singer-Songwriter van Nederland. Naarmate de set vordert komen toch de charmante gitaarliedjes tevoorschijn waar Skinny Living bij RTV Rijnmond furore mee maakte. Het mag gezegd worden dat deze nummers gewoon echt leuk zijn. Het publiek vermaakt zich ook opperbest. Uiteindelijk lijkt het optreden te ontaarden in een soort jamsessie van funky popliedjes en hier en daar zelfs een cover. Zeker niet slecht, maar vaak ontstijgt het niet het niveau van de gelegenheidsband gevormd door leraren die op je examenuitreiking stond te spelen.
Je vraagt je af waar het nu heen moet met Skinny Living. Weten ze de juiste snaar te raken met hun act en breken ze groot door? Of blijven ze hangen in de middelmaat waar ze zichzelf toe veroordelen?