Inbetween Colours: het popcompromis uit Zaandam

EP als mijlpaal in tijd van verandering

Stef Koenis ,

Fonkelnieuwe muziek uit Noord-Holland: het Zaanse Inbetween Colours met hun EP 'Overcome'. Vier zomerse popnummers met de nodige uitstapjes naar rock en funk, bovendien opgenomen met behulp van Moke-drummer Rob Klerkx. Wie zijn deze jonge gasten, nog maar half afgestudeerd van de middelbare school? 3voor12 Noord-Holland zocht de band op in hun thuisbasis Zaandam en sprak met zanger Geert van Bemmelen en drummer Max Dekker over hun EP en toekomstplannen.

Hoe ziet de toekomst eruit, wanneer iedereen na de onvermurwbare middelbare schooltijd zijn eigen kant op gaat? De wortels van de band gaan terug naar begin tienerjaren. Oude bekenden en klasgenoten werden bij elkaar gesprokkeld via de muziekschool, waarna ze (precies!) vijf jaar geleden hun eerste set speelden bij voormalig podium de Grote Kade. Het zelf schrijven van muziek volgde al snel. Single Sticks ’n Stones zou een voorproefje zijn om de band aan de man te brengen - “Het werd wel eens tijd voor wat degelijk repertoire” - en ook op de nieuwe EP is nog een oud nummer te betrappen. Geert: “De meeste zijn denk ik een jaartje oud, maar There She Goes viert inmiddels wel zijn derde verjaardag.”

Yorkiaanse danspasjes kunnen wachten

De stijl van Inbetween Colours beschouwen ze als een compromis, simpelweg omdat de interesses van alle bandleden nogal uiteenlopen. Pop is de voornaamste uitkomst. Max: “Geert en ik zijn Radiohead-liefhebbers, maar die koers past maar mondjesmaat in onze stijl. Iets wat net zo goed geldt voor Martin (bassist), die ook niet zijn liefde voor de blues zal proberen door te drukken. We zoeken telkens een beetje de middenweg, waarmee nu wel een vrij vaste lijn in valt te ontdekken.” Geert: “Eigenlijk ben ik het meest tevreden met de nummers die we recent geschreven hebben, maar die dus helaas niet op de EP staan. Meer toetspartijen, wat dansbaarder. We vinden het vooral léuk: dat is denk ik onze belangrijkste leidraad. Dat Radiohead-nummer in vijfkwartsmaat met Yorkiaanse danspasjes kan nog wel even wachten.”

'Nice guys!'

De EP 'Overcome' werd opgenomen in samenwerking met Moke-drummer Rob Klerkx. Geert: “Hoe we dat voor elkaar hebben gekregen? Het was vooral een mazzeltje. We zochten contact met de IJland Studio in Amsterdam, maar via via kwamen we zo aan de praat met Rob. Na het afbranden van Moke’s studio had hij voor zichzelf ook een nieuwe plek gezocht. Dat was FC Walvisch, waar we tegen een goed tarief hebben kunnen zitten. Als Moke-fan heb ik het persoonlijk best wel moeten doorduwen, maar het was het waard.” Max: “Het is zeker heel waardevol geweest. Hij heeft écht geproduceerd. Alle nummers zijn eerst goed ontleed, om zo alle partijen eens goed onder de loep te nemen. Als drummer hoorde ik in zo’n studioruimte plots dingen die je anders nooit zou opmerken, maar Rob heeft me geleerd om vooral in het geheel consistent te blijven. En ook de zang is er bij Geert woord voor woord ingeprent. Het was af en toe vrij confronterend, maar aan het einde van de opname zei Rob dan wel altijd de beroemde twee woorden: 'Nice guys!'”

De release in het Zaanse muziekhonk De Flux was een feestje, maar de gehoopte uitkomst van de EP mag zich van beide bandleden op een groter toneel gaan afspelen. Max: “We richten ons een beetje op het niveau van een bandje als Taymir, denk ik. Die spelen in een paar weken een boel shows, voornamelijk voor zaaltjes van honderd à tweehonderd man. Zoiets zou ik erg tof vinden.” Deze ietwat bescheiden, maar ook realistische doelstelling heeft zo zijn redenen. Geert: “Ik denk dat we een lastige tijd tegemoet gaan als iedereen straks gaat studeren. Nu ben ik nog vrij dicht in de buurt van Zaandam gaan wonen, maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet voor de anderen te gelden. We moeten onze werkwijze waarschijnlijk iets gaan aanpassen. Onze school en het leven naast de muziek zal namelijk wel altijd voorrang krijgen, de muziek is vooral een veredelde hobby geworden. Maar zolang we dat nog goed kunnen blijven combineren, gaan we vrolijk door.”