In de serie 'Limburg Spotlight' belichten we Limburgse artiesten, groot of klein. In de picture of juist in de luwte, 3VOOR/12/Limburg spoort ze op en biedt een kijkje in hun muzikale wereld. In deze editie Gregoor van der Loo aan het woord. Van complexe rock tot trip hop. Veelzijdigheid is het sleutelwoord.
Op een druilerige dinsdagavond fiets ik door de Roermondse binnenstad op zoek naar Gracerooms. Ik plaats mijn stalen ros tegen een appartementen complex in hartje Roermond en bel aan bij de voordeur. De deur klapt parmantig open. Juist nadat ik in de gaten heb dat de bewegwijzering in het trappenhuis niet aan mij is besteed, komt Gregoor van der Loo, Gré voor intimi, mij tegemoet met de geruststellende woorden “Je bent niet de eerste, die hier de weg kwijt raakt”.
Het eerste wat, naast het arsenaal aan synthesizers, opvalt bij het binnenlopen van het appartement zijn de in reggae kleuren geverfde wanden, een plafond met grote blauwe stippen en gezellige lichtslingers. Dit moet Graceroom zijn, een ruimte om heerlijk in weg te trippen. Ik wordt vriendelijk begroet door grijze kater Lemmy. Deze naam is niet de eerste, die bij je opkomt bij het beteden van zo’n hippie ruimte. De meeste mensen leggen immers bij het horen van de naam Lemmy als eerste de link met Motörhead. Gré maakt echter duidelijk, dat diezelfde Lemmy, ten tijde van space-rock band Hawkwind, dichter bij zijn muzieksmaak komt en destijds helemaal niet gek klonk. De toon is gezet. We gaan het vanavond hebben over het muzikale leven van spiritueel-virtuoos Gregoor van der Loo. “Ga zitten, maak het jezelf gemakkelijk, kopje koffie?” klinkt het gastvrij vanuit het keukentje als ik mijn vragenvuur op hem loslaat.
Hoe is je liefde voor muziek ontstaan? ”Ik denk dat muziek in m’n genen zit. Mijn moeder kan goed zingen. Ze zong vroeger vooral franse liedjes. Al vroeg herkende ik bij mezelf de potentie te kunnen zingen. Nummers die ik hoorde zong ik meteen mee. Ik merkte dat ik melodieën snel oppikte en goed de toon kon houden. Toonklanken zijn voor mij erg belangrijk! Ook mij boers en zussen zijn muzikaal aangelegd. Mijn oudere broer Vince is een begenadigd rock-gitarist en heeft in diverse bands gespeeld en nu in Involved. Mijn jongere broer en zus zijn tweeling. Laury speelt in de metalband Ripsaw en Leentje vormt samen met Juliën van de Loo het duo Eskimono, dat ook wel door de wereld gaat als Vande(R)Loo.”
Hoe ben je in de muziekwereld terecht gekomen? ”Samen met een paar middelbare schoolvrienden richtte ik de band No Exit op. We speelden met name covers en traden op bij dorpsfeesten en festivals. Ons repertoire richtte zich bepaald niet op één muziekstijl. Zo speelden we nummers van Fates Warning en Queensryche, maar net zo makkelijk van Pearl Jam en U2. Al snel kreeg ik van de band Aura de vraag of ik bij hen wilde zingen. Ik vond het een hele eer gevraagd te worden door Marcel Coenen, Nathan van de Wouw, Barend Tromp en Franck Faber. Aura speelde symfonische rock. De zweverige elementen in dat soort muziek spreken mij erg aan. Onder deze naam brachten we één demo cassette uit. Omdat bandnaam Aura reeds stond geregistreerd moesten we op zoek naar een ander naam. Dat werd Lemur Voice. Een naam die z’n roots vindt in de Akasha Chronicals: “In het tijdperk vóór Atlantisch leefde het Lemurisch ras, dat emoties overbracht middels klanken”. Nathan (van der Wouw, drummer, red.) zou het je precies kunnen uitleggen. Voor meer details verwijs ik je dan ook graag door naar hem. We maakten twee albums: Insights uitgebracht door Magna Carta en Divided uitgebracht op Telstar label. Lemure Voice is een zeer leerzame periode voor mij geweest, waarin ik veel lol heb gehad. Alhoewel ik het artwork van Insights bedroevend slecht vind, is het album muzikaal het beste van de twee. We hadden zelf een abstractere cover in gedachte, maar nee; Magna Carta regelde een fotograaf. Hij maakte 800 foto’s en precies de, naar ons oordeel, minst geslaagde werd gekozen voor de hoes. Bezwaren van de band werden in de wind geslagen. Het label heeft ervoor gezorgd dat het album wereldwijd op de markt kwam. Binnen enkele maanden zijn meer dan 20.000 exemplaren verkocht en we hebben nu nog wereldwijd fans, met name in Zuid Amerika.
Andere kant van de medaille is, dat er helaas geen cent in onze eigen zak terecht is gekomen. We voelden ons danig in de kou gezet door Magna Carta, dat zich verschool achter de kleine lettertjes. Nog net op tijd, hebben we destijds het contract kunnen openbreken. Hadden we dat niet gedaan, dan had het platenlabel ons kunnen verplichten op gezette tijden een album te leveren. Distributie van Divided gebeurde op een veel kleinere schaal. Na zes jaar, begon het symphonische / progrock wereldje aan mij te knagen. De manier waarop de muziek wordt beleefd door muzikanten en fans ervaar ik een beetje als bekrompen. Alles draait om de individuele technische kwaliteit. Fans hebben het na het optreden over die geweldige gitaarsolo, de afstelling van de keyboards en het ruisje in de bas. Stel je dan de vraag wat ze van het muzikale geheel vonden, of hoe de muziek werd ervaren, dan kijken ze je met grote vragende ogen aan: ‘Hoe bedoel je?’ Tijdens de Lemur Voice periode nam ik voor de lol deel aan repetities van de band Mushrooms. Ik heb twee keer met hun opgetreden.
Ook speelde ik in Fusily Jerry (pop in trend van Sting/ covers, maar ook eigen nummers) en zong ik drie nummers mee op een album van Sun Caged. Ik luisterde altijd al graag naar jungle en drum&bass. De drum- en basritmes raken mij, maken mij vrolijk en geven mij het gevoel om te dansen. Ik ging mij meer op deze stijl richten. Maar het atmosferische, dat ik had meegekregen uit mijn eerdere avontuur bleef hangen. Na de split van Lemure Voice wilden Nathan, Barend en ik samen verder met experimentele, spacy, groovy muziek. Helemaal duidelijk was het voor ons op dat moment echter nog niet. Pas toen Alain Chernouh aanklampte, zijn we meer de dance kant ingegaan. Daaruit ontstond Slowpoke Rodrigo. Een gevulde dansvloer met mensen die swingen op onze muziek is voor mij het ultieme geluk. Ik wil dat mensen lol hebben en bij het horen van onze muziek niet stil kunnen staan. Tot nu toe hebben we vijf demo’s gemaakt. Barend stopte op een gegeven moment en werd vervangen door Paul Klaessen. Later werd daar de stem van Brenda Nijsen aan toegevoegd. In de huidige bezetting maken we muziek die past in het genre Basement Jaxx, Freestylers, drum ‘n' bass en breakbeat, 2-step. We hebben met Slowpoke Rodrigo tal van te gekke optredens gedaan waaronder Solar en Bospop. We willen allemaal werken aan nieuwe nummers, maar het komt er vaak niet van. Zo nu en dan ontbreekt het een beetje aan discipline en prioriteitenstelling binnen de band. We hebben nu al te lang niet op het podium gestaan. Maar ik ben nu vast beraden. Voor de zomer (2011, red.) moeten we de draad weer hebben opgepakt.
Mijn doel is volgend festivalseizoen weer op de podia te staan en dat is een hard doel! Waar het bij ons ook een beetje aan ontbreekt is iemand die het management op zich wil nemen. Iemand die alles wil regelen. Wij zijn immers muzikanten en geen bookers. Dus wie zich geroepen voelt mag zich melden. Naast Slowpoke jamde ik veel met Johan Cortooms, Paul Klaessen en Alain Chenouh onder de naam Phone Home. We waren een dance-act, met echte instrumenten maar met het effect van een dj. Als live drum ‘n' bass band waren we aangesloten bij de ‘No-Dex Crew’. We speelden door het hele land op feesten en party’s, vaak in combinatie met dj’s . Optredens verliepen nagenoeg hetzelfde als onze repetities. We improviseerden en begrepen elkaar alleen al door elkaar aan te kijken.”
Waar ben je naast Slowpoke nog meer mee bezig? ”Na de split van Filthy Red Horse vroeg Michael Heffels aan mij of ik zin had om, samen met hemzelf, Marijn Munnecom en Roel van der Zalm, mee te werken aan een vervolg op FRH. Met z’n vieren zijn we een project gestart. Dit bevindt zich allemaal nog in een zeer prematuur stadium. Je moet het een klein beetje zien als vervolg op FRH maar dan zonder paaldanseressen en geen rock image. Dus wel theatraal en de gebruikelijke glitter glamour. Het is meer fragmentarisch in Zappa-stijl (maar geen Zappa-achtige muziek). Het project wordt gevoed met ideeën die ontstaan als ik weer eens een avond heb doorgebracht samen met Michael. Een flinke dosis humor, veel onzin, overdreven walgelijk. We combineren bijvoorbeeld een serieuze melodie met een belachelijk stemmetje en we springen van de hak op de tak. Met Johan, Brenda en Barend timmer ik aan de weg met een combinatie van experimentele triphop, drum 'n' bass, reggae-dub, af en toe jazzy. We hebben een aantal keer gerepeteerd. Ook dit bevindt zich nog in een pril stadium. Het kan nog alle kanten op. En dan natuurlijk mijn eigen persoonlijk project Gracerooms. Na vier albums in eigen beheer, vind ik de tijd rijp voor mijn eerste professioneel gedrukte audio cd, met als titel It’s All Good. De tracks zijn helemaal klaar, het ontwerp artwork van de hoes is klaar. Het is alleen nog maar een kwestie van persen. Maar helaas de financiële middelen zijn momenteel niet toereikend. Daar baal ik echt van. Het leven van een muzikaal artiest gaat niet over rozen. Dus het zal nog even duren voordat de cd op de markt komt. Liefhebbers kunnen wel al fragmenten van het album beluisteren op m’n myspace. Op deze cd komt mijn hele muzikale leerproces tot nu toe samen. Ik ontken allerminst, dat mijn zwak voor Ozric Tentacles duidelijk te horen is op dit album. Zie het als een ode aan deze band, zoals ik ook een nummer op het album heb genoemd. De band creëert de tonen waar ik het eerder over had. Tonen die me in het hart raken en waar ik uren aaneengesloten naar kan luisteren en op kan wegtrippen.
Muziek van LTJ Bukem doet hetzelfde met mij. Op It’s All Good leg ik de basis met de spacey tonen en basritmes. Ik zet een toonsfeer neer zonder stops en in lopende, voortgaande beweging. Ik gebruik daarvoor analoge key-boards, omdat het geluid daarmee net iets voller klinkt. Deze sfeer behang ik met lagen van zelf gecreëerde samples. Zo leg ik bijvoorbeeld mijn telefoon in de opname stand in het bos en ga lekker achteroverliggen. Thuis bewerk en vervorm ik de opnames tot onherkenbare samples en gebruik dit als behang rond mijn basis. Mijn vriendin speelt dwarsfluit maar stopt altijd met spelen als m´n vinger richting opname knop gaat. Natuurlijk heb ik een ongecontroleerd moment gevonden, waarop ik haar spel heb kunnen vastleggen. En natuurlijk zit dit nu ook verweven in het `behang`. Met dit alles creëer ik mijn eigen muziekwereld en vind ik mijn zelfbewustzijn. Noem het ‘Grace-bewustzijn’. In die wereld voel ik me thuis en de muziek geeft mij positieve vibes. Het nummer 'Hippy memory' geeft de hippie gedachte weer. Het springt er qua stijl een beetje uit vergeleken met de overige tracks. Iets minder spacey, met zang en korter, met single potenties. Hierin wordt de ‘age of innocence’ bezongen waar liefde en verdraagzaamheid centraal staan. De tekst, geschreven door Chris Mekern, ligt helemaal in het verlengde van mijn manier van leven en denken. Mijn grote droom is ooit met deze muziek op een groot podium te staan achter mijn keyboards. Lekker actief bezig zijn met analoge klanken; flink aan die knoppen draaien om het gevoel op een goede manier over te brengen. Op de achtergrond een groot scherm met allerlei projecties en, voor de actieve invulling, in fantasie-pakken verklede dansers en danseressen op het podium. Het publiek staat in die droom uitaard uitbundige te dansen en uit hun bol te gaan.”
Het is inmiddels bijna middernacht en ik besef dat we al vier uur aan een stuk zitten te kletsen. Ik schiet nog wat kiekjes van Gré te midden van zijn instrumenten. Dan nemen we afscheid. In ’t naar buitenlopen krijg ik nog wat kopjes van Lemmy. Ik pak mijn fiets en rij de duisternis in met, nagalmend in mijn hoofd, de klanken van 'It’s All Good'...
Meer informatie over en tracks van Gracerooms zijn nu al te beluisteren via: http://www.myspace.com/gracerooms.