Nu Of Nooit 2010, voorronde 5: Get fonky!

Fenix, Sittard: Wild Bill & Alabama Steamers, SonA, Fisk, Moose Da Beat, Clock

Geert Smeets, Bas Stienen, Pierre Oitmann ,

De lat ligt hoog tijdens de laatste voorronde van Nu Of Nooit 2010, getuige het feit dat er maar liefst drie bands uit deze voorronde door zijn naar de finale. Of dat terecht is, is natuurlijk een mooi discussiepunt...

Fenix, Sittard: Wild Bill & Alabama Steamers, SonA, Fisk, Moose Da Beat, Clock

De laatste voorronde van Nu Of Nooit 2010 wordt gehouden in poppodium Fenix in Sittard. De lat ligt hoog, getuige het feit dat er maar liefst drie bands uit deze voorronde door zijn naar de finale. Of dat terecht is, is natuurlijk een mooi discussiepunt, maar ’t aantal popacts is nog nooit zo hoog geweest in de finale van Nu Of Nooit.

Het kost slechts een oogopslag om erachter te komen welk vlees we in de kuip hebben als Wild Bill & his Alabama Speed Steamers op het podium staat. Zonnebrillen, leren jasjes, stoere rockposes en vechtlustige grimassen verraden dat we een portie onversneden rock-’n’-roll voor de kiezen gaan krijgen.

En jawel hoor, de razende instrumentale binnenkomer bevestigt de vermoedens. Wild Bill staat namelijk bol van het soort testosteronrock waarmee groepen als Peter Pan Speedrock, Motörhead en AC/DC fortuinlijk zijn geworden. Grensverleggend? Natuurlijk niet, maar Wild Bill & his Alabama Speed Steamers levert hier een verschroeiend stukje vakwerk, oerdegelijk en behoorlijk overdonderend en dus nemen we al die bijhorende clichés maar op de koop toe.

Belangrijkste troef van de band is Wild Bill in eigen persoon die met zijn falsettostem en indrukwekkende bereik de nummers aan flarden zingt. Les gehad van Bruce Dickinson misschien? Als zanger staat deze Wild Bill in ieder geval op eenzame hoogte wat betreft de voorrondes. Ook de ejaculerende gitaren, mokerende drums en ronkende basloopjes zijn traditiegetrouw aanwezig. Kortom, een rock-’n’-roll show volgens het boekje: smerig, luid en strak. (GS)

Na al dat metal geweld, is het tijd voor de meer relaxte luisterliedjes van SonA. De band start met een korte Elvis Presley-cover, om daarna echt te openen met het nummer ‘This Song’, waarvan de intro zo gestolen zou kunnen zijn van Ramses Shaffy’s 'Pastorale'. Inhaken maar! De rest van de set bestaat uit semiakoestische nummers, waar folky close-harmonyzang en een ietwat irritant klinkende digitaal gecreëerde klassieke piano centraal staan. Soms wordt er een iets steviger nummer ingezet maar de sfeer en het gevoel blijft gedurende het gehele optreden hetzelfde.

Het laatste nummer is nog een klein beetje verassend omdat het een fragment van een gouwe oude van Technotronic ('Pump Up The Jam') bevat. Aan het eind van hun optreden kunnen we concluderen dat de heren van SonA best aardige nummers ten gehore brengen, die helaas niet altijd overtuigen in originaliteit. Op hun website staat vermeld dat ze geïnspireerd zijn door onder andere Jeff Buckley, Muse, Pearl Jam, Foo Fighters, John Mayer en Faith No More. Jammer genoeg is van deze inspiratie niet veel terug te horen in de nummers. (BS)

Geheel tegen verwachting in, kwamen we dit jaar wederom Fisk tegen bij de voorselectie van Nu Of Nooit. De afgelopen twee edities van deze bandwedstrijd deed het rocktrio uit Roermond ook al mee, maar wist ’t toen telkens net niet naar de finale te schoppen. Ook dit jaar pist Fisk naast de finalepot, al is de band overduidelijk één van de favorieten van de Roermondse bezoekers.

Na twee jaar dezelfde liedjes gespeeld te hebben tijdens Nu Of Nooit, laat Fisk ditmaal een okselfrisse, nieuwe set horen. Nog steeds staan de mannen van Fisk garand voor een portie Mentosrock waarbij Danko Jones zijn vingers zou aflikken. Vreemd genoeg laat Fisk ’t tijdens bandwedstrijden altijd een beetje afweten, al behoort het drietal beslist tot de tien beste bands van Nu Of Nooit 2010. De jury beloonde gitarist Arjan Rijnen niet met een felbegeerde finaleplek, maar riep hem wel uit tot ‘muzikant van de avond’. (PO)

Tweederde van rockband Fisk vinden we even later terug op ’t podium. Samen met één van de (andere) leden van The Filthy Red Horse (finalist in 2007) vormen Arjan en zanger Sam het discodrietal Moose Da Beat. Met voornamelijk moderne elektronica en conventionele instrumenten levert Moose Da Beat een eerbetoon af aan de jaren ’70 en ’80, terwijl eigentijdse beats het geheel naar 2010 vertalen.

Muzikaal blijft deze grap – want zo is Moose Da Beat begonnen – opvallend goed overeind. De discodeuntjes met raps en pakkende refreinen doen denken aan de solo-uitspattingen van The Members-lid Captain Sensible, al gaan de heren gehuld in smokings waar zelfs Spandau Ballet nog niet dood in gevonden zou willen worden. En het aller mooiste is dat Moose Da Beat een statement maakt met dit optreden. Ze gaan de andere vier finalisten ’t vuur aan de schenen leggen, zoveel is duidelijk. Get fonky! (PO)

Clock zou volgens de geruchten wel eens een belangrijke outsider kunnen zijn in de strijd om een finaleplaats. Het Weerste kwartet bestaat nog geen jaar, de set die ze in de Fenix laten horen, klinkt echter als een klok. Dit klokje klinkt als een mix van Placebo, Muse en bij vlagen komt ook Therapy? om de hoek kijken. Met Zwitserse precisie laat Clock frisse powerpopsongs horen die er heerlijk op los stuwen, niet in de laatste plaats door het strakke, en potige drumwerk. De opzwepende gitaarakkoorden neigen soms wat meer naar punkrock en resulteren in frisse, ‘meeknikbare’ nummers.

Vooral in het prachtige, emotioneel geladen ‘The Perfect Line’ bewijst Clock het songschrijven onder de knie te hebben. Door de speelse ritmes, onderbrekende gitaarloopjes en soms vindingrijke akkoordschema’s wordt het nergens hapklare poprock, terwijl Clock toch toegankelijk blijft. Als de balans in de samenzang nog wat evenwichtiger gaat klinken, is Clock met zijn fijne, beweeglijke, muzikale verhaaltjes zeker een band om rekening mee te houden. (GS)

 

Marlon Penn, Sungrazer, Moose Da Beat, Sona en Clock gaan door naar de Nu Of Nooit finale, 21 februari in Muziekcentrum de Bosuil Weert.