De zaal loopt steeds voller, en de mensen in het publiek staan vóór de show gezellig met elkaar te kletsen onder het genot van een glas bier of een flesje frisdank. Er zijn vooral volwassenen en ouderen, maar hier en daar zijn ook jongere gezichten te zien. Plotseling klinkt er een gong en dempen de lichten. Zachtjes hoor je vogelgekwetter en dan, conga's! De bandleden van Shakatak betreden in stijl het podium, vergezeld door luid applaus en gejuich van het publiek.
De Britse band die voor ons opgesteld staat is de originele incarnatie die in 1980 hun carrière startte:; Jill Saward als lead-zangeres, Bill Sharpe op de toetsen, Roger Odell, aangekleed met een fedora hoed en zwarte leren handschoenen achter de drums, George Anderson op basgitaar en Keith Winter op gitaar. Daarnaast is er een zangeres bij die de band enkel op tournee versterkt: Jacqui Hicks. Naast hun zang bespelen Jacqui en Jill ook diverse instrumenten, zoals dwarsfluit, saxofoon en percussie.
Na een warm onthaal van het publiek zetten ze het eerste nummer 'Invitations' in. Dwarsfluit en percussie vullen de zaal, en de ruimte barst los. Je hoort per direct de ervaring van de band, die met zichtbaar plezier erg strak spelen. Wel hoor je dat de stem van Jacqui Hicks nog een beetje warm moet worden, want bepaalde hoge noten haalt zo nog maar net.
''Maar één nummer?''
Na het nummer loopt toetsenist Bill naar de microfoon. ''We hebben de afgelopen drie weken door Europa getourd, en vanavond is onze laatste show hier,'' zegt hij, ''en daarom gaan we maar één nummer spelen.'' Het publiek moet lachen. ''Nee grapje, twee'' zegt hij daarna. ''Het volgende nummer wat we gaan spelen heet 'Easier Said Than Done', een van hun grotere hits. Met slappende bas en goede funky groove zetten ze hem in. Gitarist Keith Winter zingt tijdens het nummer backing vocals, en waar zangeres Jill Saward eerst achter haar percussie-set stond neemt ze nu de voorgrond. Een zweverige gitaarsolo wordt op de hielen gevolgd door een synth-solo. De energie komt er goed in bij zowel publiek als band.
Na nog een nummer speelt de band een instrumentale tune genaamd 'Soul Fuego'. Drummer Roger Odell laat zien hoeveel ervaring hij met de drumstokken is, en Jacqui Hicks tovert een saxofoon tevoorschijn voor een solo moment. Bassist George Anderson heeft het overduidelijk naar z'n zin op het podium; hij glimlacht vrolijk en beweegt gepast met de muziek mee. Bill loopt opnieuw naar de microfoon toe; ''Ik loop wat langzamer tegenwoordig'', grapt hij weer. Naast lenige vingers heeft hij kennelijk ook een goed gevoel voor humor.
Daarna volgt het vijfde nummer 'Streetwalkin', oorspronkelijk uitgebracht in 1982. Dit nummer neigt meer naar soul, waardoor het voelt alsof je écht naar de jaren '80 wordt teruggezogen. Tijdens de gitaarsolo dansen de gitarist en zangeres Jill Saward rug aan rug. In de tussentijd kan het publiek zelf ook niet stilstaan, en stil blijven. Na iedere uitvoering volgt een daverend applaus en luid gejuich. De interactie tussen de band en het publiek is erg leuk en grappig. Na nog een aantal nummers, waaronder 'A Million Voices', volgt er een pauze van tien á vijftien minuten. ''Wij zitten op de leeftijd waar dat even moet,'' zegt Bill Sharpe voordat de band het podium verlaat.