Het lijkt op het eerste oog een normale zaterdagavond in Resistor Leiden. Vaste gezichten aan beide kanten van de bar; gasten die het veganistische menu nabespreken. Maar wie beter kijkt, voelt dat er iets broeit. Vanavond transformeert Resistor tot strijdtoneel: de allerlaatste voorronde voor de Nobel Award 2025 vindt plaats. Vijf acts geven alles om zich in de finale te spelen.

The Tommyrots

Strak uit de sixties met een knipoog naar de zeroes

Een lange, bebaarde man in stijlvolle oranje flared pants beweegt zich soepel richting het podium: de zanger van The Tommyrots, de band die de avond aftrapt. Naast hem een gitarist in blazer en trilby hat, een bassist met een klassieke Danelectro Longhorn en daarachter een drummer wiens strakke spel meteen de aandacht trekt. Hier staat een band die zich op zijn comfortabelst voelt op het snijvlak van twee iconische decennia binnen de popmuziek: '60’s & '70’s.

De nummers zijn groovy en uptempo, vol melodische gitaren en een opengeschroefde sixties-trukendoos. The Beatles liggen voor de hand als referentie, maar af en toe schuift het geluid op richting een later hoofdstuk in de Britse popgeschiedenis: de zeroes. Ineens klinken Blur en Kaiser Chiefs om de hoek.

The Tommyrots leggen meteen de lat hoog: strak, energiek en feilloos. Zanger Tom zoekt moeiteloos contact met het publiek en slingert met een aanstekelijk enthousiasme zijn karatetrapjes de zaal in.

Halverwege begint de meerstemmigheid, die zich iets te veel in dezelfde range bevindt, de energie ietwat te verslappen. Maar dan leggen de muzikanten op de gitarist na allen hun instrumenten neer en stellen zich in rij op vooraan het podium. Dat wordt ruimschoots goedgemaakt in een a capella-intermezzo van nummer ‘What I Am Today’. En dan is daar de afsluiter: een riff die zich vastbijt en een zaal die meebrult: “Call my name!”

Bloody Mama

Psychedelische rock met eyeliner

De tweede band bevindt zich qua tijdsgeest niet ver verwijderd van The Tommyrots. Ook Bloody Mama heeft de looks tot in de puntjes uitgewerkt: getailleerde maatpakken, strakke broeken, sjaals, eyeliner en een roze visnet hemd, dat nét genoeg knipoogt naar het genre zonder karikaturaal te zijn. Hiermee toont de band zich bekend met de feminiene seksualiteit van mannelijke androgynie. Dit allemaal met een vleugje lsd. Oftewel, let’s go Psychedelic.

Vanaf het eerste nummer valt vooral de energie op – ook bij deze act lijkt de karatetrap een enkele keer een comeback te maken. De ritmesectie houdt de dreiging hoog en het geheel van beat en onorthodoxe toon vult de zaal met desoriënterend geweld. Deze sound bereikt vaak het gewenste effect, maar zorgt er af en toe ook toe dat de partijen wat in elkaar overvloeien en vervagen. De zanger heeft hoorbaar moeite om boven dit instrumentale geweld uit te komen.

Bloody Mama straalt spelplezier uit en overtuigt met energie en attitude. Het is duidelijk dat de heren groot voorbeeld nemen aan een band als Led Zeppelin. Met iets meer ruimte in de mix en adem tussen de partijen kan dit uitgroeien tot een nog krachtigere live-ervaring.

DECAY/REBIRTH

Duistere elektronica met een pophart

Dan is het de beurt aan DECAY/REBIRTH. De heren hebben ruimte genoeg op het podium – logisch, ze zijn immers met z’n tweeën. Een drummer, en een zanger die tegelijk de synthesizer bedient en zijn zang en gitaar door een arsenaal aan effectpedalen en synthloops jaagt.

De muziek balanceert tussen alternatieve rock en elektronische experimenten, al trekt die laatste duidelijk aan het langste eind. Het rijke gebruik van effectpedalen en synths houdt de set energiek; de genre­mix blijft prikkelen. De nummers hebben een donkere ondertoon die zich rond melancholische thema’s wikkelen: “Deze is voor jou, als je ooit door iemand volledig aan de kant bent gezet”, zegt zanger Danny Tol ons. Ook de elektronische klanken hebben soms een duister, industrieel randje. Danny’s zoete stem, steekt fel af tegen het industriële decor en zou net zo goed niet misstaan op een willekeurige pophit. Het resultaat: Kraftwerk in gesprek met Imagine Dragons, met Justin Timberlake als bemiddelaar.

DECAY/REBIRTH deed twee jaar geleden ook al mee aan de Nobel Award. Ze stonden toen pas voor de tweede keer op het podium, maar wisten het toch tot de halve finale te schoppen. Fast forward naar nu: de band is hoorbaar gegroeid, strakker, scherper en zelfverzekerder.

Moanzy

Jetlagproof popcircus

Waar de bezetting op het podium in de loop van de avond steeds verder uitdunt, staat Moanzy er uiteindelijk helemaal alleen voor. Net terug uit Japan, vertelt hij, en “voor mij is het nu eigenlijk vijf uur ’s nachts.” Of dat ten koste gaat van de energie? Spoiler: geen seconde.

De gastheer kondigt hem niet alleen aan als singer-songwriter, maar ook als performer en entertainer, en dat label maakt Moanzy meer dan waar. “Pluspunten voor publieksinteractie”, fluistert iemand goedkeurend tegen zijn vriend na Moanzy’s democratische openingsvraag: willen we eigen nummers of covers? Hij telt af van drie naar één en de zaal kiest unaniem voor originals.

Wat volgt is geen standaard akoestische set, maar een klein, zelfgebouwd popcircus. In twintig minuten bouwt Moanzy ter plekke complete tracks op met gitaar, toetsen, looppedaal en drumcomputer. Laag voor laag worden beats en melodieën gestapeld, terwijl hij er ondertussen vrolijk doorheen zingt en grappen maakt. Het contact met het publiek is minstens zo belangrijk als de muziek zelf: tussen de nummers door strooit hij met anekdotes, waardoor je hem in recordtijd leert kennen.

Muzikaal zit Moanzy in de hoek van de emo-pop: poppy meezingers met een rafelrandje, melodieën die blijven hangen, teksten die soms wringen.

Het resultaat is een eclectische overdaad aan stijlen, beats en effecten - halverwege duikt ineens een stukje Eminems ‘Without Me’ op. Soms voelt het wat verstikkend, omdat er zó veel gebeurt, maar saai wordt het in ieder geval niet. En die jetlag? Die is in geen velden of wegen te bekennen.

Zikko Lopez

Disco met kuren

Tot slot betreedt Zikko Lopez het podium van Resistor. Hij wordt voor de gelegenheid begeleid door enkele vrienden uit de Leidse muziekscene. Op het eerste gezicht lijkt Zikko Lopez zijn inspiratie uit  disco te halen: Zikko is gekleed in een hemd waarvan de knoopjes niet veel verder open hoeven en een strakke, witte broek, Maar zodra de band begint  te spelen is duidelijk dat ze zich niet in één genre laat vangen.

De nummers zijn vrolijk, dansbaar en vormen een mengeling van disco, rock en Spaanse popsongs uit de 2010’s. Het publiek is overtuigd. Er wordt enthousiast meegedanst, gezongen, gejoeld en gegild wanneer Zikko Lopez op charmante wijze de zaal toespreekt. De zanger lijkt gemaakt voor een horde groupies en speelt hier zelf ook meermaals op wanneer hij zich met een “Hi Ladies” weer enkel tot de vrouwelijke bezoekers richt.

Achter de schermen rommelt het. De drummer verliest zijn metronoom, de monitors haperen en bij het voorlaatste nummer valt de bas volledig weg. Het haalt de vaart eruit en de band heeft zichtbaar moeite de show eigen te maken. Zonde, want muzikaal zit het goed, en met iets meer flexibiliteit richting techniek had de show misschien zijn glans behouden.

Uitslag

De jury hoeft er niet lang over na te denken. The Tommyrots worden uitgeroepen tot laatst direct geplaatste finalist van de Nobel Award 2025. Songs, sound en show: alles klopt, en niemand in de zaal lijkt te twijfelen dat hier terechte winnaars staan.

De juryprijs is ook geen verrassing. Zikko Lopez krijgt als geen enkele andere act het publiek mee en het publiek heeft deze gunst enthousiast teruggekaatst. Beide bands mogen zich gaan voorbereiden op hun volgende optreden in de Nobel. Zikko Lopez wellicht zelfs tweemaal, mits de techniek volgende keer wél meewerkt.