We vinden het allemaal prettig om ons weer eens als onze jongere zelf te voelen. Het is een reis terug in de tijd als het ware. Nergens was dat duidelijker dan in de Nobel in Leiden op woensdag 19 november, toen funkrockband Mother's Finest heel de zaal in beweging wist te krijgen.

De Grote zaal in De Nobel zit al stampvol wanneer we aankomen, zelfs de twee balkons zijn al gevuld. Het is dringen om een goed plekje te scoren, en nog meer om aan de beurt te komen bij een van de twee barren in de ruimte. Het aanwezige publiek bestaat vooral uit volwassenen en ouderen, maar hier en daar valt ook een jonger gezicht te zien. De band loopt wat uit met hun show, en iedere keer wanneer een nummer op de achtergrond tot zijn einde komt lijkt het volume ervan te dempen, of is het slechts onze verbeelding? 

Excentriek 

Er klinkt steeds meer gefluit vanuit het publiek, en de minuten slepen maar door. Plotseling beginnen te lichten te flikkeren, en klinken er samples van de band hun muziek over een elektronische backingtrack. Dan, vanachter een gordijn, verschijnen één voor één de bandleden, vergezeld door twee back-up zangeressen. Wat direct opvalt is de excentrieke kledingstijl van de band voor ons: zangeres Joyce Kennedy is bijna volledig gekleed in panterprint en draagt zelfs een slipje met hetzelfde patroon over haar legging heen. Gitarist Gary ''Moses Mo'' Moore draagt een roze overhemd met reflecterende steentjes erop, en de back-up zangeressen, April Bennett en Sami Michelsen, dragen zwarte laarzen die tot over hun knieën lopen. 

Na het daverende applaus van het publiek tot zich genomen te hebben wordt het eerste nummer, 'Burning Love' ingezet. De track werdt oorspronkelijk in 1972 uitgebracht door Arthur Alexander, maar Mother's Finest bracht hun eigen versie vijf jaar op hun album ''Another Mother Further'' uit. Rockende gitaren, gevoed door drums van Dion Derek Murdock, donderen door de zaal heen. Gitaristen Gary Moore en John Hayes komen geregeld dicht bij het publiek staan, evenals zangeres Jocye Kennedy. Niet lang na afloop van ''Burning Love'' volgt het tweede nummer alweer. Hier wordt het publiek opgeroepen om zogenaamd ''de groove te duwen.'' Haast iedereen duwt de handen op en neer, naar het voorbeeld van de zangeres. 

Voor zijn leeftijd (geboren in 1952) is gitarist Gary Moore een bijzondere bezienswaardigheid op het podium. Met een staartje in zijn baard springt hij tijdens de gehele show alle kanten op en doet hij allerlei trucjes op zijn gitaar, niettemin de snaren aanslaan met zijn gebit, à la Jimi Hendrix. Tijdens zijn solomomenten laat hij zich nu en dan op het podium vallen, om vervolgens de solo weer voort te zetten zodra hij een comfortabele houding heeft aangenomen.  

''Make it funky'' 

Niet iedereen op het podium is volledig immuun van de effecten van ouderdom. Zangeres Joyce Kennedy heeft hier en daar wat moeite met noten halen, ook al is zij de gehele show over het algemeen een sterke aanwezigheid. Zanger Glenn ''Doc'' Murdock daarentegen komt soms maar moeilijk boven het niveau van de muziek uit, maar is zijn stem, met name in combinatie met die van de andere vocalisten, onmiskenbaar.  

Toch dendert de band lekker door. Hun livemuziek heeft hier en daar veel weg van hardrock, soms zelfs blues-rock. Na het derde nummer spreekt Joyce het podium toe. ''Waar zijn jullie allemaal vandaan gekomen!?'' zegt ze. ''Soms kan het wel, en soms kan het niet'' zegt ze daarna, ''maar als het kan is het goed!'' Het vierde nummer wordt ingezet, dit keer iets funkiers. Het publiek wordt opnieuw erbij betrokken door de teksten ''Do the monkey, make it funky'' mee te roepen. Hier en daar volgen enkele breakdowns met drum en bas en snauwende solos van gitaristen Gary en John. Aan het einde van het nummer wordt er zelfs een kleine stukje van Led Zeppelin's ''Rock And Roll'' ingezet, gezongen door zanger Glenn Murdock.  

Het volgende nummer komt met een persoonlijke boodschap van de band. ''Dit nummer heet 'Don't Stop Lovin'', zegt zangeres Joyce. ''In de Verenigde Staten hebben wij daar een klein probleempje mee'' gaat ze verder, ''we zijn in de war''. Voordat het nummer ingezet wordt spreekt ze het publiek nog even verder toe, bijvoorbeeld over hoe lang de band al samen is, en maken ze grapjes over hun leeftijd. ''Ze hebben mij een kaartje gegeven met tekst erop'' zegt Joyce. ''Het is voor nu nog niet nodig gebleken, maar het zit er wel aan te komen'' vertelt ze lachend. Wanneer het nummer van start gaat zijn de drums van het nummer soms zo luid dat ze je bijna van je plaats laten verschuiven 

Achter het nummer daarna zit ook een verhaal, maar of het klopt? Glenn Murdock pakt de microfoon vast en vertelt over een astronaut die in een raket naar de planeet Mars gestuurd werd, maar per abuis terecht kwam op Pluto. ''Hij kon die Plutoniërs totaal niet verstaan'' zegt hij. ''Door de atmosfeer zijn het ook geen grote wezentjes. Toch hebben ze een nummer voor hem geschreven die wij nu voor jullie gaan spelen: ''Thank You For The Love Earthling, I Love You''. Weer donderen de drums en gitaren door de zaal, en natuurlijk is bassist Jerry ''Wyzard'' Seay ook niet te vergeten. Gedurende de show voorziet hij ieder nummer van steady baslijnen.  

Toegift? Natuurlijk! 

Het publiek kan tijdens dit alles hun gelijk niet te boven. Geen lichaam staat stil tijdens de show, en ieder lied wordt gevolgd door een daverend applaus, met hier en daar de toepasselijke ''Oh yeah!''. Er volgt een intiem moment wanneer de lampen gedempt worden, het gros van de band zich naar de zijkant van het podium verplaatst, en zangeres Joyce en gitarist John de voorgrond nemen. Ze zingt erg gevoelig en mooi, en heel het publiek wordt er stil van. Een iemand duwt zichzelf naar voren toe om het moment vast te leggen met de camera van zijn mobiele telefoon. Plotseling zet de band één van hun grootste hits in: ''Baby Love''.  

Luid gejuich volgt wanneer de band alle remmen losgooit. Het nummer wordt expres lekker lang aangehouden. Wanneer ze het podium na bijna anderhalf uur verlaten blijven de lampen gedempt. Hier en daar volgt de oproep ''We want more!''. Krijgen we een toegift? Natuurlijk wel! Met nog daverender applaus betreedt de gehele band opnieuw het podium. Ze zetten daarna het allerlaatste nummer in: ''Niggiz Can't Sang Rock & Roll'', uitgebracht in 1976. Zangeres Joyce plaatst zichzelf tussen de backing-zangeressen om samen met hen te zingen, ook al komt ze maar net bij één van de microfoons vanwege haar kleinere lengte.  

Tegen het einde van het nummer aan wordt het tempo opeens verhoogd naar een haast duizelingwekkend tempo. De funkrockband transformeert spontaan in een punkrockband! Met een uitbundig einde wordt het nummer, en daarmee het optreden, tot een conclusie gebracht. ''Dankjulliewel, God zij met jullie'' zegt Glenn Murdock voordat hij het podium verlaat. Ook drummer Dion Derek Murdock neemt afscheid van het publiek. Hij kreegt meerdere maal een boks of een handdruk van publieksleden, en sluit af met ''I love all of you!''