'Het leven is één grote reis' zegt de vrijwilliger die het quintet op het podium aankondigt in de microfoon, 'en soms kom je anderen tijdens tegen die een stukje met je mee reizen.' In dit geval kruisen onze paden op zaterdag 15 november, bij Hot House Jazz in Leiden.

Eerste set

Vrije klanken

We beginnen met een voorstelrondje: Op piano de Oostenrijker Aseo Friesacher, op bas Cas Jiskoot, op drums de uit Bulgarije afkomstige Martin Hafizi, op trombone de Belg Nathan Surquin en als laatste de bandleider, op diverse blaasinstrumenten, Loek van den Berg. Het concert van vanavond is onderdeel van de 'Seafarer Tour', een reeks concerten vernoemd naar het meest recente album 'Seafarer' van de bandleider. We komen er later achter dat de muzikanten elkaar op het conservatorium in Rotterdam ontmoet hebben, a sign of things to come.

Zodra ze allen het podium betreed hebben checken ze nog even snel hun instrumenten, waarna ze het eerste nummer, of stuk, zoals Loek ze noemt, inzetten. Een wind-achtig geluid komt uit de trombone van Nathan, dromerige pianoklanken druppelen door de zaal, waarna de volledige band samen hun instrumenten bespelen. Al gelijk merk je de free jazz sound, en geen jazzconcert is compleet zonder stukjes improvisatie. 

Bassist Cas Jiskoot is daarmee als eerste aan de beurt. In zijn handen heeft hij een reusachtige contrabas, waar hij haast overheen moet buigen om bepaalde noten te kunnen halen. Zijn vingers kronkelen behendig over de hals van het instrument heen. Dan is het Loek zijn beurt. Gewapend met een clarinet neemt hij de voorgrond, en begint met spelen. De vele noten die hij uit zijn instrument krijgt worden steeds wilder, en zijn gezicht begint rood te zien door de inspanning. Loek z'n lichaam blijft op zijn plek, maar beweegt alle richtingen in, alsof hij een kooi probeert te komen die alleen hij kan zien. Tegelijkertijd worden de impro's goed ondersteund door piano en drums.

Er volgt een tweede stuk, die opent met een wat sneller tempo. Dankzij het pianospelen van Aseo Friesacher is de overgang erg vloeiend, een blijvend thema voor de gehele show van vanavond. Het is soms lastig om te zeggen waar een stuk begint en eindigt, tenzij het aangeduid wordt wanneer Loek naar de microfoon stapt. De pianist zingt tijdens dit stuk wat backingvocals, wat het stuk een serene ondertoon geeft. Ook trombonist Nathan Surquin mag een stukje improviseren. Hij trapt zijn moment af met kalme klanken die hij wat langer aanhoudt. Less is more. Maar dan volgen er steeds meer noten, en begint ook zijn lichaam allerlei kanten op te bewegen. Heeft Loek hem misschien aangestoken?

Cas trekt een strijkstok voor zijn contrabas tevoorschijn, en na Nathans improvisatie komt het gehele quintet weer samen. Ze zetten meer kracht achter de muziek, en ronden na nog even spelen het tweede stuk weer af.

Door de ander beïnvloedt

Loek stapt naar de microfoon, en verwelkomt iedereen in de zaal. Het publiek heeft voorafgaand de act plaatsgenomen op een aantal rijen rode stoelen of op verhoogde banken achterin de ruimte. Hij vertelt wat over de albums die hij tot nu toe heeft uitgebracht, 'Wayfarer' en 'Seafarer'. De namen van beide projecten hebben veel gemeen met elkaar, omdat het eerste album het tweede album heeft beïnvloedt. Net als tijdens de aankondiging, haalt Loek het motief van dat het leven een reis is aan. Hierna komt het derde stuk, genaamd 'When We Weep'.

Opnieuw klinken dromerige, vrije klanken door de ruimte. Loek heeft inmiddels zijn clarinet ingewisseld voor de saxofoon die sinds het begin van de show op een statief voor hem stond. Het nummer is zacht van aard, en prettig om naar te luisteren. Dan volgt er een solo moment door Loek. Hij laat zijn virtuositeit keurig zien: de saxofoonnoten volgen in rap tempo en bereiken alle hoogtes en dieptes. Je zou haast zeggen dat je bij een show van John Coltrane bent.

Het vierde stuk volgt, die enkel opent met percussie. Martin Hafizi lijkt wel in een soort trans, aangezien hij met zijn ogen dicht speelt. De overige bandleden kijken afwachtend zijn richting in. Aseo Friesacher is vanachter zijn piano opgestaan en beweegt ritmisch zijn hoofd mee op de muziek, en trekt hier en daar een vies (lees goedkeurend) gezicht. Loek begint op de maat mee te klappen, en kort daarna begint heel de band te spelen. Door de hoornsectie krijgt het stuk haast midden-oosterse kenmerken. Later maken Nathan en Loek ruimte voor de overige drie leden van de band, die het publiek vermaken met een acid-jazz achtig geluid. 

Hoge verwachtingen

De band gaat over naar het vijfde stuk, genaamd 'Balancer's Tale'. Hier zit een verhaaltje achter, vertelt Loek na afloop. ''Ik begon met een flamenco-gitarist te spelen, die vroeg of ik een stuk voor hem wilde schrijven. Daar is dit nummer uit voortgekomen.'' Het gros van de stukken die vanavond gespeeld worden staan op het album 'Seafarer'. Er komt meer swing in dankzij de piano- en drumritmes. 

''We gaan nu een stuk voor jullie spelen die we net voor het eerst in de soundcheck gespeeld hebben'' zegt Loek na afloop van 'Balancer's Tale', ''dus de verwachtingen zijn hoog nu. Maar wij gaan het voor jullie proberen!' Er klinkt wat gelach na die uitspraak. Hij vertelt verder dat het stuk oorspronkelijk in twee delen is geschreven, maar dat enkel de eerste helft nu gespeeld gaat worden. 

De uitvoering voldoet aan de verwachtingen: het stuk is bouwt zich langzaam op en neemt je bijna mee naar een andere wereld. Het heeft een vrijwel hypnotiserend effect. We worden uit die hypnose gehaald wanneer Loek aankondigd dat de band nu even een break gaat nemen, maar al te graag wat kletsen en drinken met de publieksleden. 

Tweede Set

Boos op zichzelf

De bandleden nemen na een pauze van vijftien á twintig minuten opnieuw hun plekken op het podium, en zetten direct het volgende stuk in. Aseo steekt zijn hand in het klankbord van zijn piano en slaat handmatig de snaren aan, terwijl een basloopje die in een '60's spionnenfilm past door Cas gespeeld wordt. Martin bespeeld zijn drumkit eventjes met zijn vingers, en door de saxofoon van Loek krijgt het stuk haast een Zuid-Amerikaanse sound. Dat is geen toeval: het stuk heet namelijk 'Bodrum Bolero'. ''Vorig jaar waren wij op tour in Turkije, maar onze drummer was te laat bij de gig aangekomen'' legt Loek later uit. ''We hebben de eerste helft van de show dus zonder drummer moeter spelen. Het stuk heette eerst 'Bolero', maar de eigenaar van de plek zei later dat wij het 'Bodrum Bolero' moesten noemen, omdat het een speciale versie was'

Achter het volgende stuk 'Samnayah' zit ook een verhaal. ''Ik was in het verleden erg vaak boos op mezelf'' vertelt Loek aan het publiek. ''Ik luisterde in die periode veel naar een Georgische componist die volksmuziek met metal combineerde, waaruit dit stuk is gekomen.'' Wat volgt zijn haast onheilspellende pianonoten en krachtige, volle drums, waarin vollop gebruik wordt gemaakt van de bekkens. De piano wordt later een stuk duizelingwekkender, en door de drums komt er zo hier en daar een soort groove in het stuk. 

Tussen het spelen door zwaait Loek gematigd zijn hoofd mee, evenals zijn lichaam. Hij lijkt uit de kooi te zijn ontsnapt. Dan volgt er een improvisatie moment op de drums. Martin draait zijn hoofd met gesloten ogen weg van zijn drumstel, en zit diep in concentratie. Allerlei soorten ritmes klinken door de zaal, ondersteun door diepe pianonoten en bas. Er volgt applaus, en zelfs het eerste gejuich, als Loek en Nathan opnieuw beginnen met spelen. Het stuk wordt steeds hectischer. Hier en daar klinkt de stam van Aseo Friesacher door de microfoon melodieus mee op de muziek. Aan het einde van het nummer volgt er stilte in de storm. Loek laat opnieuw zijn veelzijdigheid op de saxofoon zien, en speelt nu eventjes in z'n eentje. 

Tot het uiterste

Het stuk 'Attic Views' is als volgende aan de beurt. Trommelgeroffel klinkt als rollende donder in de verte, piano vloeit als stromend water door de zaal, waar later een goede, lekkere groove uit voortkomt. Naarmate het nummer vordert wordt het stukje bij beetje hectischer en technischer. Een crescendo bouwt op, de bandleden drijven elkaar tot het uiterste van hun skills, en dan, vrij plotseling, komt het nummer tot een goed einde. 

''We zijn alweer bij het laatste stuk aangekomen'' zegt Loek wanneer hij de microfoon pakt. Hij vertelt over de achtergrond van het laatste stuk, genaamd 'Languages Of The Unheard'. ''Ik ben soms best wel verdrietig over hoe wij met elkaar en met de wereld omgaan. Daarvoor ben ik veel naar protestmarsen geweest, en toen besloot ik mijn eigen mars over dat gevoel te schrijven. Dit stuk is daarom ook toegewijd aan iedereen die zich ongehoord of ongezien voelt.'' Speciaal daarvoor heeft hij een duduk, een Armeens volksinstrument meegenomen. 

Hij begint met spelen, en een kenmerkend Oosters geluid klinkt door de zaal. Het is vrij rustgevend, en vooral erg mooi. Het voelt daarom ook erg persoonlijk aan. Het stuk bouwt langzaam op, en op een gegeven moment begint Aseo op de maat in de microfoon mee te fluiten. Dan gebeurt er iets bijzonders: één voor één stoppen de muzikanten met spelen, en zingen ze een herhalend deuntje. Loek rijkt het publiek de hand toe, en krijgt hen na een aantal rondes allemaal aan het zingen. Het stuk wordt tot een mooi, rustig einde gebracht. Applaus galmt door de ruimte, wat uitbreid tot een staande ovatie van een aantal minuten lang. De bandleden staan allen op een rijtje, en maken twee keer een diepe buiging. Als laatste betreed een vrouw het podium, en rijkt hen alle vijf een witte roos toe.