Jong en lenig
De zaal is al goed gevuld wanneer we aankomen in de Qbus. Terwijl je door de gang loopt, hoor je allerlei lokale rock-bands hun werk beoefenen, waardoor je in de stemming gebracht wordt voor wat er straks komen zal. De aanwezigen hoeven niet lang te wachten totdat de bandleden hun gezichten tonen, en waarschijnlijk stiekem ergens een lont hebben aangestoken.
Het drietal, gitarist en frontman Zac Schulze, drummer Ben Schulze en bassist Ant Greenwell, betreedt met luid gejoel het podium. Het duurt niet lang voordat de eerste gierende gitaarnoten door de ruimte heen klinken. Al gauw blijkt wat voor stuiterbal Zac Schulze is: hij stampt met zijn voeten, springt en zwaait alle kanten op en gezicht neemt allerlei blikken. Meerdere malen laat hij als een roofdier zijn tanden zien, kijkt hij met grote ogen door de zaal heen of lacht hij vrolijk terwijl hij speelt. Zijn drummer en broer, Ben Schulze, zit ook zeker niet stil tijdens zijn taak. Bij iedere hook in ieder nummer zwaait zijn hoofd van links naar rechts.
Vooraan dansen mensen zonder ook maar terug te houden. Het aanwezige publiek bestaat vooral uit ouderen, en net als de drie jongens op het podium voelen zij zich weer jong, energiek en lenig vanavond. Wanneer Zac zingt doet hij dat met een ruige, goedgetrainde stem. Ook bassist Ant Greenwell zingt een aantal nummers, waaronder 'Hole In My Pocket'. ''Dit nummer gaat over het groene spul waar Ant zoveel van houdt'' zegt Zac. Terwijl dat zegt maakt Ant bonggeluiden in zijn microfoon. ''Daarom houdt hij zoveel van Nederland.'' zegt Zac erachteraan.
Gevaar voor gehoorschade
Tussen de nummers door laat de band zelden stilte klinken. Behalve die paar momenten waarin de instrumenten bijgestemd worden, dondert de set lekker door. Er vallen veel eigen nummers, maar ook covers te horen, zoals 'The Thrill Is Gone' van blueslegende B.B. King en hun eigen versie van 'Walking The Dog' van Rufus Thomas.
De energie wordt steeds wilder, en het volume steeds hoger. Tenzij je omarmt dat je gehoorschade wil, is het levensgevaarlijk om je oordoppen uit te doen. Het kapsel van Zac ziet nat van het zweet, en wanneer hij zich omdraait naar zijn broer achter de drums is zijn overhemd rond zijn gitaarband helemaal doorweekt. Iedere solo is heviger dan de ander, en het is een wonder dat alle gitaarsnaren van Zacs Fender Stratocaster het volhouden onder alle druk. Intussen geniet het publiek mateloos, en na ieder nummer wordt er hard geklapt, geschreeuwd en gefloten. Het wordt duidelijk dat het drietal in de rock-modus staat wanneer iemand roept dat ze 'Stormy Monday' moeten spelen, en Zac antwoord met ''Te langzaam''
Kort daarna volgt een soort mash-up van allerlei rocknummers. Ant zingt 'Voodoo Child (Slight Return)’ van The Jimi Hendrix Experience, en na een solo gaat het nummer feilloos over in 'Whole Lotta Love’ van Led Zeppelin, gezongen door Zac. De band bedaart weer even wanneer ze een bluesnummer inzetten. ''We're gonna play some proper blues for ya'' zegt Zac tegen het publiek. Ant neemt plaats op z'n versterker, en ook Ben krijgt een beetje rust wanneer hij op een wat trager tempo mag spelen.
Dat trage tempo duurt echter niet lang, en terwijl de het laatste nummer en de toegift gespeeld, brand de stiekem aangestoken lont op en barst de band compleet los. Zac Schulze is niet meer tegen te houden, en Ant Greenwell, die grotendeels op zijn plek bleef staan tijdens de show kan het niet laten om in beweging te komen. Tot de laatste seconde laat Zac de kracht die hij in de eerste minuut al toonde niet meer los, en slaat zijn akkoord aan terwijl hij een grote sprong in de lucht maakt. “Machtig mooi die energie,” vat een mevrouw in het publiek samen.