TakeRoot 2016 brengt de prairie naar De Oosterpoort

Een avondje genieten voor cowboys

Tekst: Harold Zijp & Jan van der Meulen Foto's: Harold Zijp ,

Veel liefhebbers van americana- en rootsmuziek hebben altijd de drang om naar Amerika te reizen. Om daar de muziek achterna te gaan, nieuwe bandjes te ontdekken en de oude acts in hun natuurlijke omgeving te herbeleven. Zaterdag is dat echter niet nodig, want Amerika komt naar Groningen in de vorm van het TakeRootfestival. Eén avond is het bedevaartsoord voor de Nederlandse rootsliefhebber dichtbij. Wij zetten onze cowboyhoed op, trekken de laarzen aan en rijden op ons stalen ros richting De Oosterpoort.

Terwijl de mussen buiten nog van het dak vallen, trapt in de Foyer van De Oosterpoort J.P. Harris af voor een avond rootsmuziek. Samen met zijn begeleidingsband The Tough Choices zet de bebaarde man uit Alabama een heel gedegen set neer. Keurig binnen de lijntjes van het country genre, dat wel, maar dan van het betere rauwe soort. Doorleefde liedjes in een wisselend tempo en een stem die gemaakt is voor country. J.P. Harris is the real thing. Dat hij zo weggelopen is uit een foto over de Amerikaanse burgeroorlog helpt zeker ook mee.

Daarna snel naar de Grote Zaal waar fans van Tom Van Laere zich al hebben verzameld voor het podium. Onder de artiestennaam Admiral Freebee heeft hij een aardige reputatie bij elkaar gespeeld als rootsrocker, maar vanavond gaat het net even anders. Slechts gewapend met een akoestische gitaaar laat Van Laere niet na om met enige regelmaat te herhalen dat we een folkconcert meemaken. Wel de beste ooit, probeert hij ons te overuigen. Dat lukt niet helemaal. Ook de fans van Admiral Freebee vinden het jammer dat hij zonder band is gekomen. Hij had beter in een kleinere zaal kunnen staan, want de vrolijke Antwerpenaar vult de Grote Zaal van De Oosterpoort niet. 

Laten we eerlijk zijn: americana en roots zullen door velen voor ouwe-lullen-genres worden aangezien. Canadees zanger Daniël Romano bewijst vanavond echter dat deze muziek ook voor de jongere generatie nog springlevend is. De dertigjarige songsmid treedt aan met een uitstekende band die alles van de klassieke americana-sound meebrengt; tot het zweverige lapsteelgitaartje aan toe. Toch klinkt het materiaal steeds fris en modern. Natuurlijk zijn de melancholische ballads goed vertegenwoordigd, maar telkens als de show onder zijn eigen zwaarmoedigheid lijkt te bezwijken, wordt het tempo even lekker omgegooid. De stevige rocker Dead Medium van Romano’s nieuwe album Mosey is bijvoorbeeld zo’n nummer dat het publiek even goed wakker weet te schudden.

Bovendien is Romano vrij rap van de tongriem gesneden, en weet het publiek dan ook merkbaar te amuseren met zijn anekdotes en fratsen. Aan het eind stopt de band midden in een nummer met spelen, wisselt allemaal van instrumenten en speelt het nummer in totaal andere bezetting perfect af. “Dat heet nou een partytrick”, lacht Romano. Inderdaad, hij weet er een feestje van te maken. Dit is een band die dit toch wat oudbollig aandoende genre naar de dag van vandaag weet om te smeden en zou ook op een Lowlands niet misstaan. En dat is een compliment.

In de Foyer gaat Matthew Logan Vasquez voor een wat klassiekere aanpak. De met witte cowboyhoed getooide Texaan speelt op zijn platen alles zelf, maar komt vanavond met een tweekoppige band om het podium eens flink te doen rammelen. Maar hoewel Vasquez op plaat laat horen best een kundig muzikant te zijn, rammelt deze show inderdaad aan alle kanten. De zanger lijkt het Texaanse gedachtegoed van groot, groter, grootst op alle mogelijke manieren te willen uitdragen.

Neem de gitaarsolo’s. Deze worden nergens echt virtuoos, maar lijken vooral indrukwekkend gemaakt te willen worden door de versterkers heel hard te zetten. Met de zangpartijen gaat het net zo. Een uithaal is bij Vasquez meer een harde schreeuw dan een van emotie doordrenkte snik. Als het praatje tegen het publiek dan ook nog niet veel verder komt dan “the drummer farted” wanneer de rookmachine aan gaat, is de lol er echt wel af. Niet per se een slechte band, maar wellicht meer iets voor binnen de Amerikaanse grenzen.

The Jayhawks mogen anderhalf uur in de grote zaal spelen en lijken daarmee als ware hoofdact gepresenteerd te worden. Niet geheel onterecht, want sinds 1986 heeft het collectief uit Minneapolis maar liefst negen albums weten te fabriceren. Ook vandaag de dag zijn ze het nog niet verleerd. De show van vanavond is namelijk uiterst onderhoudend. Dit is duidelijk een band van vakmensen. De scheurende sound van de gitaren sluit bijvoorbeeld niet bepaald aan bij het prototype americana-geluid, maar hierdoor krijgt de muziek juist iets heel eigens. Ook neemt de drummer enkele zangpartijen voor zijn rekening, altijd een bezienswaardigheid.

Het enige ‘minpuntje’ is misschien juist wel het consistente niveau van de band. De oude nummers klinken geenszins gedateerd en ook het nieuwe werk is gewoon goed, maar er gebeurt verder weinig verrassends. Echt een goed optreden hoor, en mocht je The Jayhawks ergens kunnen zien, vooral doen. Maar weet dan wel wat je kunt verwachten. Niet een onvergetelijke show waar je van de ene verbazing in de andere valt, maar een dik uur lekker achterover naar strak gespeelde, goede muziek luisteren. Ook wel eens lekker, dat wel.

Richting het einde van de avond vindt in de basement nog een bijzonder concertje plaats. Erika Wennerstrom, zangeres van de garagerockband Heartless Bastards, komt vanavond met een heel andere show op de proppen. De blondine is helemaal alleen en speelt breekbare akoestische liedjes van eigen hand. Goede liedjes zijn dat trouwens. Sterker nog, Wennerstrom blijkt haar nieuwe materiaal live nog mooier te zingen dan het enkele nummer van haar band dat ze in de set meeneemt. Het is te merken dat dit haar eigen project is, en dat ze er trots op is.

Wennerstrom giechelt wat bedankjes tussen de liedjes door en maakt een erg dankbare indruk. Zelfs het cliché geleerde woordje Nederlands (dankjewel) is in dezen nog wel aandoenlijk. Dat er nog wel eens een foutje in het gitaarspel sluipt, is haar dan ook al snel vergeven. Wie overigens thuis nog even dit fraaie repertoire wil naluisteren: dat kon nog wel eens lastig worden. Navraag leert ons namelijk dat dit materiaal van Wennerstrom zó nieuw is dat de nummers nog niet eens namen hebben. Ze denkt er echter over na de liedjes onder de naam Sweet Unknown te gaan uitbrengen. Een naam om in de gaten te houden dus.

Maar wacht, we zijn nog niet klaar. Verre van zelfs, want met de Ben Miller Band heeft TakeRoot 2016 nog een uiterst dansbare afsluiter in de gelederen. Al bij opkomst is duidelijk dat dit iets bijzonders gaat worden. Niks in de Ben Miller Band is namelijk hoe het normaal is. Hanekammen, lange grijze baarden, een wasteil die als basgitaar fungeert en een telefoonhoorn die omgebouwd is tot mondharmonica, het kan hier allemaal.

Bovendien heeft de band met Rachel Ammons waarschijnlijk de grootste blikvanger van het festival in huis. De Amerikaanse schone speelt zowel gitaar als viool, springt over het hele podium heen en zwiert alle kanten op met haar dat tot over de knieholtes reikt.

Een bijzonder collectief dus, maar kunnen ze ook spelen? Dat kunnen ze zeker. En wel van die snelle banjo-bluegrass waar niemand op stil kan blijven staan. Als er dan op het eind nog covers van welbekende nummers als House Of The Rising Sun en Black Betty in worden gegooid, host de hele foyer met het kwartet mee. Een waardige afsluiter van een geslaagde avond.